Grieks en Latijn
Klassieke talen in perspectief
Waarom zijn Klassieke talen belangrijk?
Onderwijs in klassieke talen ondersteunt leerlingen in hun ontwikkeling tot mensen die zich reflectief, kritisch en onafhankelijk kunnen verhouden tot hun eigen culturele omgeving. Dat doen zij door klassieke teksten te bestuderen, gericht op intercultureel bewustzijn. Maar hoe kun je er als docent voor zorgen dat leerlingen dit einddoel inderdaad kunnen en willen bereiken?
Wat is het schoolvak Klassieke talen?
In de lessen Grieks en Latijn worden rijke teksten gelezen die leerlingen uitdagen tot reflectie op de wereld van de oudheid en op het eigen culturele perspectief. Zo dragen de klassieke talen bij aan persoonlijke ontwikkeling en voorbereiding op burgerschap. Klassieke teksten vormen de kern en de belangrijkste toegang tot de wereld van de oudheid. Om deze teksten te kunnen doorgronden en interpreteren in de culturele context van de oudheid is kennis van taal en van literaire en culturele context nodig. Door teksten centraal te stellen komen taal en cultuur geïntegreerd aan bod en ontwikkelen leerlingen in samenhang hun talige, literaire en (inter)culturele bewustzijn. In veel lessen ligt de nadruk op vertalen, grammaticale analyse en ontsluiten van de tekstbasis en verdwijnt het centrale doel uit het zicht. Maar het bestuderen van klassieke teksten verder gaat dan dat. Met een thematische benadering vanuit verschillende vakperspectieven kun je voor betekenisvolle lesinhoud zorgen. Zo raken leerlingen gemotiveerd om de teksten diepgaand te bestuderen en op basis daarvan te reflecteren op het perspectief van de oudheid en hun eigen perspectief.
Verdieping
Veel docenten onderschrijven intercultureel bewustzijn (of reflectie op het vreemde en het eigene) als centraal doel van het schoolvak klassieke talen. Tegelijkertijd wordt in de praktijk groot belang gehecht aan voldoende beheersing van de talen, van vertaalvaardigheid en van het begrijpen van de tekst in de brontaal. Een benadering vanuit perspectieven leidt tot aandacht voor al deze aspecten en zorgt voor een integratie van de verschillende domeinen van het schoolvak.
De vakperspectieven sluiten dan ook goed aan bij de kern- en keuzedomeinen, zoals die in de nieuwe conceptexamenprogramma’s zijn beschreven. De perspectivische benadering leidt naar een hele taak met een thematische vraag waarop een antwoord wordt gezocht. Zo wordt focus aangebracht in wat wel en niet (of minder) belangrijk is bij het vertalen en lezen van de tekst. Door een thema te kiezen dat relevant is voor onze wereld en de wereld van de leerling kan de leerling gemotiveerd worden zich grondig te verdiepen in de teksten uit de oudheid en die als spiegel te gebruiken voor het heden.
Intercultureel bewustzijn wordt bereikt door teksten te lezen vanuit vier elkaar opvolgende perspectieven:
- Communicatief perspectief – Wat betekent de tekst? (Hoe interpreteer je de communicatieve boodschap van de tekst in de context van de oudheid?)
- Cultureel perspectief van de oudheid – Wat zeggen andere bronnen? (Hoe interpreteer en evalueer je de tekst binnen het thema in vergelijking met andere bronnen uit of) over de oudheid?
- Cultureel perspectief van later tijd – wat vindt men er later van? (Hoe interpreteer en evalueer je de tekst binnen het thema in vergelijking met bronnen uit later tijd?)
- Personaliserend-socialiserend perspectief – wat betekent het voor mij? (Hoe reflecteer je op je eigen perspectief op de tekst binnen het thema en hoe reflecteer je op verschillen en overeenkomsten tussen het perspectief van jou en dat van de oudheid?)
Praktijkvoorbeeld
Leven en werk van Livius
Reguliere aanpak
Een docent geeft een inleiding over leven en werk van Livius, waarna de leerlingen Liv. AUC 21.4.1-10 vertalen, over hoe de jonge Hannibal voor het eerst in beeld komt bij het Carthaagse leger. Livius beschrijft vervolgens zijn goede en slechte eigenschappen. Na het vertalen maken de leerlingen tien vragen over de tekst. Deze gaan over stijlfiguren, gebruik van imperfectum, tekstbegrip op microniveau (wie is de imperator?). Ook wordt er gevraagd deze tekst te vergelijken met een andere bron: kennelijk is er verschil van inzicht over waar Hannibal zijn jeugd heeft doorgebracht. Als de vertaling en de vragen zijn nagekeken, gaat de klas verder met een tekst in vertaling over Hannibals verovering van Saguntum. Ook hierop volgen weer tekstvragen, bijvoorbeeld over de indeling van een redevoering in deze tekst.
Omgebouwde aanpak
De docent richt de aandacht van de leerlingen op het thema, dat leidend is bij de samenstelling van het pensum: leiderschap. Eerste doel van de lessen is dat de leerlingen goed begrijpen wat Livius over leiders schrijft en dat zij dit kunnen interpreteren in de tijd waarin hij dit schreef (communicatief perspectief). Het einddoel is om in de klas portretten te maken van leiders, zoals de leerlingen die graag zouden hebben of zoals zij die zelf zouden willen zijn, waarbij ze de verschillende eigenschappen steeds kunnen afzetten tegen wat zij bij Livius en in andere bronnen zijn tegengekomen. De hele taak is dus om - na het lezen van de teksten - een eigen antwoord te vinden op de vraag: wat is een goede leider? (personaliserend-socialiserend perspectief)
De docent geeft ook een korte inleiding over de context waarin Livius schrijft, namelijk de overgang van republiek naar keizertijd, en over de politiek van Augustus als leider (communicatief perspectief).
Ter voorbereiding op de tekstontsluiting en tekstbespreking formuleert de docent vragen waarop leerlingen tijdens het lezen een antwoord kunnen vinden. Daarmee verheldert de docent wat in ieder geval van belang is om te begrijpen. Bijvoorbeeld:
- Wat zijn eigenschappen van een (goede) leider? (virtutes)
- Hoe vestigt Livius in zijn beschrijving hierop de aandacht? (stilistische middelen, tijdgebruik)
- Waarom zijn dat kwaliteiten? (argumentatie)
- Wie vindt dat eigenlijk? (de soldaten, de verteller/Livius)
Per tekst formuleert de docent voor zichzelf welke informatie die biedt over leiderschap. Bij de tweede tekst, over Saguntum, vraagt hij zich af: wat voegt dit verhaal toe aan het beeld van Hannibal als leider? En welke andere leiderschapsstijlen laten andere spelers in het verhaal zien? (cultureel perspectief van de oudheid)
Ter vergelijking laat de docent een fragment uit Macchiavelli’s Il Principe lezen. Wat wordt daar gezegd over goed leiderschap? Hoe wordt dit onderbouwd? Waarom zou Macchiavelli dit zo zien? (cultureel perspectief van later tijd)
Na deze vergelijking keert de docent met de leerlingen terug naar de teksten van Livius met de thematische vragen:
- Hoe wordt Hannibal neergezet als leider?
- Is hij een goede leider, volgens de tekst van Livius?
- Hoe zit dit met de andere personages?
- Hoe denken de leerlingen zelf over goed leiderschap?
- In hoeverre zijn ze het met Livius eens/oneens? Waarom?
De leerlingen schetsen in woord en beeld hun eigen ‘goede leider’ en vergelijken die met wat zij in de verschillende bronnen over leiderschap hebben gelezen. In enkele rondes speeddaten de leerlingen over hun portretten. De docent rondt af met een gesprek in de klas: welke ideaalbeelden zijn gepresenteerd? Hoe verhouden die zich tot wat er gelezen is? Leerlingen vragen elkaar verheldering, onderbouwen en zoeken verklaringen. En welke nieuwe inzichten hebben ze opgedaan over zichzelf en over anderen?
Praktische tips voor lessen Klassieke talen
Voor betekenisvolle lessen klassieke talen, gericht op interculturele competentie:
- Benader de leerstof vanuit alle vier perspectieven: communicatief, cultureel (oudheid en later) en personaliserend-socialiserend.
- Ontwerp een hele taak gekoppeld aan het vierde perspectief die binnen dit format realistisch, motiverend en geïntegreerd is, en waarin lesdoelen uit de andere domeinen samenkomen.
- Start de lessenserie met deze hele taak, zodat leerlingen weten waar ze naartoe werken en waarom de deeltaken ertoe doen.
- Formuleer gerichte deeltaken als opstapjes naar het eindproduct, afgestemd op wat leerlingen nodig hebben om de taak succesvol uit te voeren;
- Stimuleer actieve verwerking door leerlingen te laten onderzoeken, presenteren, feedback geven én verwerken.
Meer weten?
Examenprogramma's
Voorbeelden en tips voor gebruik van perspectieven in het onderwijs Klassieke talen
- Voorbeeld van een thema (in een kleine hele taak): hoe belangrijk is originaliteit? Catullus’ gedicht lijkt erg op dat van Sappho: plagiaat of pluspunt? Zie pagina 162 in Ferrante, M.D. de & Gradstein, O. (2016). Griekse en Latijnse taal en cultuur. In F.J.J.M., Hulshof, H. & K. van Veen (2016). Uitdagend gedifferentieerd vakonderwijs. Praktisch gereedschap om je onderwijsrepertoire te blijven uitbreiden. Leiden/Groningen: UFB.
- Ferrante, M.D. de (2019). Griekse en Latijnse taal en cultuur. In Janssen, F.J.J.M., Hulshof, H. & Van Veen, K. (2019). Wat is echt de moeite waard om te onderwijzen? Een perspectiefgerichte benadering. Leiden: StudioSB.

