Universiteit Leiden

nl en

Voor wie dansten de goden?

In de klassieke oudheid zou dansen een eerbetoon aan de goden zijn. Maar in Griekenland dansten ook de goden lustig. Ter ere van wie dan, vraagt dr. Frits Naerebout zich af. Hij organiseert van 23 tot 26 oktober een conferentie over de dans in de oudheid.

Conferentie

Een antiek reliëf met dansende nimfen; Pan bespeelt de Panfluit.

‘In de cultuur van de oudheid nam dans een belangrijke plaats in’, vertelt Naerebout, docent geschiedenis van de oudheid. Hij organiseert de conferentie Dance in Antiquity / Antiquity in Dance, over de dans in de wereld van de oudheid en over de receptie van die dans vanaf de renaissance, samen met de European Association of Dance Historians. Zeventien sprekers uit negen landen voeren er het woord. De conferentie wordt geopend door Alkis Raftis, de president van de UNESCO-organisatie Conseil International de la Danse

Lacherig

‘In Nederland wordt er nog steeds vaak wat lacherig gedaan over het onderwerp dans’, volgens Naerebout. ‘Het zal wel samenhangen met het Calvinistische verleden. Toch werd de eerste monografie ter wereld over de antieke dans in Leiden in 1618 geschreven en gepubliceerd.’ In de opdracht van zijn Orchestra –over de dansen der ouden – schrijft Joannes Meursius, dat hij wel wat schroom voelt om een boekje over dit onderwerp aan Cornelis van der Mijle, curator van de universiteit, op te dragen. ‘De mensen zouden licht kunnen denken dat het allemaal niet serieus was.’ Maar hij hoopt dat uit lezing zal blijken dat het toch wel een heel belangrijk onderwerp is. ‘Dansen werd door de ouden hoog geacht en daarom mogen wij het niet minachten.’

Orchestra  van Joannes Meursius uit 1618: de titelpagina en de eerste pagina van de opdracht aan Cornelis van der Mijle. Exemplaar uit de universiteitsbibliotheek met een handgeschreven opdracht van Meursius aan Jeroen IJsbrands.

Theatermakers

De dans in de oudheid is slechts één deel van de conferentie. Het andere deel is de oudheid in de dans. ‘Vanaf de renaissance hebben niet alleen filologen, maar vooral ook theatermakers de dans van de oudheid bestudeerd’, zegt Naerebout. ‘Men schiep zich een beeld. Het was in West-Europa een van de drijvende krachten op het gebied van de theaterdans. Voortdurend poogde men de wereld van de oudheid te imiteren en te emuleren.’

Flipboekje

Naerebout gelooft niet dat ooit de bewegingen van de dans in de oudheid gereconstrueerd kunnen worden aan de hand van teksten en afbeeldingen of door vergelijkend onderzoek van moderne dansen uit het Middellandse Zeegebied. ‘We zullen het moeten doen met het bestuderen van de betekenis van de dans: welke plaats nam die in het dagelijkse en religieuze leven in? Sommige onderzoekers denken dat als je losse beelden van dansers achter elkaar plaatst op de manier van een flipboekje, je de dans terug kan zien. Maar dan doe je de bronnen geweld aan.’ Ook de veronderstelling dat er sprake is van een doorlopende traditie houdt geen stand. ‘De geschiedenis van het gebied is een bonte met veel verschuivingen en nieuwkomers, zodat je je ernstig moet afvragen of er überhaupt sprake van continuïteit kan zijn.’

Veranderingen

Naerebout is ervan overtuigd dat dans niet makkelijk wordt doorgegeven. ‘Zelfs als men dat niet wil, sluipen er allerlei veranderingen in. Het klassiek ballet met zijn gecodificeerde traditie levert al een mooi voorbeeld: als je filmbeelden uit de jaren twintig of dertig vergelijkt met beelden van nu, springen de verschillen direct in het oog.’ Ook antropologisch onderzoek naar dansen laat eenzelfde patroon zien. ‘Zelfs als van een dans beweerd wordt dat hij heilig is en van begin tot eind vastligt, blijkt hij in een tijdsbestek van slechts enkele decennia aanzienlijk veranderd.’ 

Een reconstructiepoging: L’Aptes-Midi d’un Faun, een choreografie van Nijinski, 1912.

Symbool

Tijdens de conferentie spreekt Naerebout zelf over het dansen van de goden. ‘In de cultus is de dans bij uitstek iets van de stervelingen voor de goden. Hoe moet je het feit dat die goden zelf ook dansen nu interpreteren? Is het een model voor het dansen door de gelovigen? Worden de goden voorgesteld als meedansend? In de literatuur is nooit veel aandacht besteed aan dit fenomeen, maar wel aan het offeren door de goden. Waar offert een god aan: zichzelf of andere goden? Dat offeren wordt geïnterpreteerd als symbool voor de religieuze sfeer. Dat kan ook gelden voor het musiceren en dansen van de goden.’

Letterlijk

Volgens Naerebout moet het musiceren en dansen van de goden heel letterlijk worden genomen. ‘De Grieken stelden zich hun goden daadwerkelijk voor als musicerend en dansend. Je kunt je dus toch afvragen of het wel allemaal symbolisch is of dat de goden daadwerkelijk meedoen aan hun eigen ritueel. De goden zijn in een heleboel opzichten menselijk in hun gedragingen. Ze nemen vrij volledig deel aan het leven van de mensen: ze eten, drinken, maken plezier. Ze worden geacht aanwezig te zijn bij de feesten die ter ere van hen worden aangericht en ze worden geacht te genieten van wedstrijden als de Olympische Spelen.’ 

(21 oktober 2008/SH)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.