
De kracht van burgerwetenschap
Oratie
Vervuiling in de buurt monitoren of regenval bijhouden; citizen science komt in vele vormen en maten, maar draait vooral om de relaties tussen burgers, beleidsmakers en wetenschappers. Dat betoogt bijzonder hoogleraar Citizen Science and Sustainability Uta Wehn in haar aanstaande oratie.
Wehn valt maar meteen met de deur in huis: een eenduidige definitie van citizen science, oftewel burgerwetenschap, bestaat niet. ‘Je moet het zien als een paraplubegrip. Vaak wordt gedacht dat citizen science draait om burgers die data aanleveren. En dat is zeker een waardevol onderdeel van citizen science, maar lang niet alles. Het draait vooral om de relaties tussen burgers, beleidsmakers en wetenschappers; om het aanjagen van wetenschap, het onder de aandacht brengen van problemen en het aanpakken daarvan.’
Milieuproblematiek
Haar leerstoel is gezamenlijk opgericht door de Universiteit Leiden en het IHE Delft Institute for Water Education, waar Wehn al jaren werkzaam is. Haar focus ligt dan ook voornamelijk bij citizen science op het gebied van water en milieuproblematiek. ‘Ik initieer citizen science-projecten en onderzoek hoe belanghebbenden daarbij samenwerken en hoe kennis in nieuwe samenstellingen tussen burgers, beleidsmakers en wetenschappers tot stand komt’, vertelt Wehn. ‘Daarbij kun je denken aan vervuiling in waterstromen, waarbij observatienetwerken van burgers ons laten weten waar de vervuiling vandaan komt. Maar ook aan initiatieven zoals Drinkable Rivers waardoor burgers op een andere manier naar hun leefomgeving gaan kijken. Het achterliggende idee is dat we het water uit onze rivieren niet echt schoon kunnen noemen als we het niet kunnen drinken.’
Samenwerking tussen burgers en overheden
In haar oratie benadrukt Wehn het belang van duurzame banden tussen civil society (de burgermaatschappij), de overheid en wetenschappers. ‘Mijn werk richt zich vooral op gemeenschapsgerichte monitoringsystemen die draaien op de samenwerking tussen burgers en overheden. Wetenschappers zijn er ook bij betrokken, maar vooral in een adviserende rol. Als we deze systemen goed kunnen inrichten, is het een win-win-win-situatie voor zowel burgers, als wetenschappers, als beleidsmakers.’ Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we af van het idee dat citizen science een soort eenmalige wondermiddel is dat naar believen kan worden ingezet, betoogt Wehn. ‘Het moet juist een duurzaam onderdeel van het proces zijn. Daarom richt ik me in deze leerstoel op de methoden en onderzoek ik hoe we citizen science-initiatieven kunnen ondersteunen en verankeren.'
Problemen onder de aandacht brengen
Haar vertrouwen in citizen science als onderdeel van de oplossing voor de grote (klimaat)uitdagingen van onze tijd klinkt misschien idealistisch, maar daar is Wehn het niet mee eens. ‘Ik zie mezelf juist meer als een realist. Sommige mensen noemen me zelfs pessimistisch als ik uitspreek dat niet alleen ons water, maar ook de kwaliteit van onze lucht, ons land en de biodiversiteit, het klimaat, eigenlijk alles, onder druk staan. We moeten niet naïef zijn, maar ik denk dat citizen science een manier is om deze problemen onder de aandacht te brengen en om mensen samen te brengen.’
Citizen science is voor veel mensen bloedserieus
Is Wehn behalve scientist zelf ook citizen scientist? Ze lacht. ‘In mijn vrije tijd ben ik, zeker als ik reis, een vogelaar. Wel de meest amateur-vogelaar die je je kunt voorstellen, hoor. Ik gebruik dan de app eBird om door te geven welke vogels ik spot. En in mijn woonplaats deed ik mee aan ‘Delft Meet Regen’, een project om zelf regenval te meten. Ook heb ik voor het initiatief Nestwacht een nestkastje in mijn tuin met een camera erin waardoor de nestjes van koolmezen gemonitord kunnen worden.’ Deze manier van citizen science bedrijven, is niet exemplarisch voor de citizen science-deelname in veel andere landen, weet Wehn. ‘In onderzoeken zien we terug dat mensen in bijvoorbeeld Nederland vaak meedoen aan dit soort initiatieven voor de leuk, bijna als hobby. Maar in Afrika en in het Mondiale Zuiden is iets als regenmonitoring heel urgent, omdat de oogst of het overleven van vee ermee staat of valt. Citizen science is voor veel mensen bloedserieus: hun levensonderhoud hangt er vanaf.’