
Van ondernemer tot operationeel directeur: ‘Ik ben meegegroeid met het instituut’
Nieuw in directie CML
Hij kwam binnen als tijdelijke kracht bij het onderwijsbureau van het CML en nu – acht jaar later – is Jasper Williams operationeel directeur van het instituut. Een interview over ondernemerschap, maatschappelijke impact én bridgen op hoog niveau. ‘Ik doe de dingen graag goed en ben daarbij zeker kritisch op mezelf.’
De loopbaan van Jasper Williams (42) is zeker niet doorsnee te noemen. Op zijn achttiende is hij begonnen als ondernemer en op zijn dertigste was hij eigenaar van meerdere horecazaken, samen met een compagnon. ‘Het begon met een oud kerkgebouw in mijn woonplaats Wassenaar dat ik verhuurde als evenementenlocatie voor feesten en partijen en daarna ging het hard.’
Toch kriebelde het rond zijn dertigste om wat anders te gaan doen. Williams gaat rechten studeren op de Haagse Hogeschool en verkoopt zijn bedrijf. Op zijn 34ste komt hij via via bij de Universiteit Leiden en het CML (Centrum voor Milieuwetenschappen) binnen. ‘Ik ben niet meer weggegaan’, lacht Williams.
‘Ik krijg energie van hoe wij met het instituut bezig zijn, de veranderingen die we teweeg brengen. Dat we met de poten in de klei onderwijs en onderzoek doen, gedreven door maatschappelijke thema’s en gericht op impact.’
Meegegroeid met het CML: klaar voor de volgende stap
‘Ik ben meegegroeid met het instituut en mijn loopbaan heeft zich hier hard doorontwikkeld. Eerst via Research Support, daarna financieel en projectmanagement en daarna heb ik de financiën van het hele instituut op me genomen en werd ik leidinggevende van diverse teams.’ Mijn ambitie was om een rol te vervullen waarin ik het instituut verder kon brengen. In dat proces is Paul de Hoog de afgelopen jaren een belangrijke mentor voor mij geweest. Dankzij zijn begeleiding kon ik mijn eigen stijl verder ontwikkelen en waardevolle inzichten opdoen zoals het gezamenlijk leiden van het instituut.’
Want zo zegt Williams het zelf: ‘het slaapt fijner als je werkt in een organisatie met mensen die impact maken dan een baan die je doet voor het geld.’ Ik krijg energie van hoe wij met het instituut bezig zijn, de veranderingen die we teweeg brengen. Dat we met de poten in de klei onderwijs en onderzoek doen, gedreven door maatschappelijke thema’s en gericht op impact. Ik ben blij dat ik daar ook vanuit mijn functie aan kan bijdragen.’
Hoogste niveau bridge
Als operationeel directeur in de organisatie treedt hij wel op de voorgrond op. ‘Als je collega’s vraagt hoop ik dat ze zeggen dat ik een open en betrouwbare leider ben. Ik werk graag samen, ben fanatiek en zichtbaar. Doe de dingen graag goed en ben daarbij zeker kritisch op mezelf.’
Eigenschappen die Williams ook nodig heeft voor zijn belangrijkste hobby buiten werk: hij speelt bridge op het hoogste niveau in Nederland, de meesterklasse. Lachend: ‘Zeg maar het Telstar van de eredivisie, dat is eigenlijk wel een compliment naar mezelf natuurlijk. Een geweldige uitlaatklep. Het is een combinatie van pokeren en schaken en het is net als mijn baan: je moet het samen doen, het is strategisch en je moet goed kunnen analyseren.’
‘Wij zijn juist op zoek naar verbinding met de rest van de faculteit. Interdisciplinair is in deze tijd het sleutelwoord. Dan moet je ook bij elkaar zitten.’
‘Jammer dat we niet in hetzelfde gebouw zitten’
Pijnpunt is voor Williams dat het CML ‘op afstand’ van de rest van de faculteit opereert. Dat het instituut niet mee is genomen in de uitbreidingsplannen van het Gorlaeus Gebouw noemt hij ‘een gemiste kans.’ ‘Zo zie ik het echt. Wij zijn juist op zoek naar verbinding met de rest van de faculteit. Interdisciplinair is in deze tijd het sleutelwoord. Dan moet je ook bij elkaar zitten.’ Uit het veld slaan laat Williams zich niet zo makkelijk. ‘Net als met bridge, ben ik ook fanatiek in mijn werk. De lobby is al gestart, we gaan voor een gezamenlijke toekomst.’
Terug naar de kern
Een van de eerste belangrijkste uitdagingen waar Williams voor staat is om de groei van het CML op te vangen. ‘Na jaren van snelle groei is het voor ons als jong en dynamisch instituut nu tijd om duurzaam door te groeien zodat de basis stevig blijft. Terug naar de kern: waar zijn we van, wat onderscheidt ons. Daarbij hoort ook het slim omgaan met de toenemende regeldruk die we implementeren waar nodig, maar wel zo dat onze wetenschappelijke staf er zo min mogelijk door wordt belast.
Daarom ontwikkelen we instrumenten die ons inzicht geven in werkdruk, zodat we die eerlijk en effectief kunnen verdelen. Kenmerkend voor het CML is dat we samen de schouders eronder zetten en de werkdruk eerlijk verdelen. Dat geldt niet alleen voor ons als MT, maar ook voor de onderzoeksgroepen en de ondersteunende teams. Daar ben ik echt trots op.’