Universiteit Leiden

nl en

‘Laat open wetenschap niet ontaarden in een datadump’

Een oneindige stroom publicaties, data en software waar iedereen bij kan. Dat klinkt idealistisch, maar hoogleraar Wetenschapsstudies Thed van Leeuwen waarschuwt ook voor de nadelen. In zijn oratie pleit hij voor de menselijke maat en een hervorming van het promotietraject.

Begrijp hem niet verkeerd: het is een goede zaak dat betaalmuren achter wetenschap gesloopt worden en kennis voor iedereen toegankelijk is. Maar te snel data en publicaties uitstrooien schiet volgens Van Leeuwen het doel voorbij. Op 16 juni houdt hij zijn oratie waarin hij met concrete voorbeelden zal schetsen waarom verandering nodig is.

Stortvloed aan informatie

Zo bevatten populaire wetenschappelijke databases zoals Web of Science nu al zo’n 60 miljoen publicaties en de OpenAlex heeft al meer dan 200 miljoen entries. ‘Hier dreigt dus een informatie overload. In die gigantische hoeveelheid digitale objecten is het lastig om nog de echt belangrijke zaken te kunnen identificeren.’ Bovendien slurpen al die opgeslagen bestanden in datacenters ook nog eens enorm veel stroom en koelingswater.

Kwantiteit of kwaliteit

Terug naar het academische nadeel: het ideaal van openheid bevordert een systeem waarin het aantal publicaties en andere wetenschappelijke voetafdrukken een belangrijk criterium is en wetenschappers worden afgerekend op kwantiteit, aldus Van Leeuwen. Daarom roept hij op tot een fundamentele herziening van hoe we wetenschap organiseren en beoordelen. De hoogleraar verzet zich tegen een technocratische benadering van open wetenschap, waarin ‘alles open’ de norm lijkt. In plaats daarvan pleit Van Leeuwen voor de menselijke maat: maak als wetenschapper eerst heel zorgvuldig de afweging wat open moet en zinvol is.

Meer ruimte voor leerproces

Een ander opvallend voorstel van Van Leeuwen betreft het promotietraject. Dat mag wat hem betreft radicaal op de schop. Promovendi moeten niet worden afgerekend op het aantal gepubliceerde artikelen. In plaats daarvan zou meer de nadruk moeten liggen op het leerproces en tijd voor evaluatie. En in plaats van de traditionele publicaties zou er meer ruimte moeten komen voor andere vormen van wetenschappelijke output, zoals blogs, preprints en policy briefs – op uitnodiging commentaar en aanbevelingen geven op beleid.  

Oproep aan tijdschriften

Ook pleit Van Leeuwen ervoor om met wetenschappelijke tijdschriften af te spreken dat zij veel meer artikelen publiceren met ‘negatieve’ resultaten: onderzoek dat geen duidelijk antwoord oplevert en waarvan de uitkomst minder spectaculair is dan gedacht.  Van Leeuwen: ‘Dat is belangrijk, omdat daarmee een bepaalde lijn van onderzoek kan worden afgesloten, waardoor er niet weer publiek geld wordt besteed aan iets wat eigenlijk al bekend was.’

Van Leeuwens leerstoel is ingebed in het Open Science Lab van het CWTS en maakt deel uit van het bredere programma Academy in Motion, dat de universiteit helpt om tot een ander systeem van waarderen en belonen te komen. Vanuit deze positie wil hij zijn ideeën over open governance en hervorming van het promotietraject verder uitwerken en in praktijk brengen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.