
Een ethisch kompas is cruciaal voor het werk van inlichtingendiensten
Oratie beeld: Unsplash.com / Ryoji Iwata
Veiligheidsdiensten opereren vaak in de schaduw, maar juist daar is ethiek essentieel. In zijn oratie pleit Michael Kowalski voor een expliciete, toegepaste ethiek als fundament onder inlichtingenwerk in een democratische rechtsstaat.
Leugens, manipulatie, heimelijke observaties—het zijn methodes die niet stroken met wat we onze kinderen willen bijbrengen. Toch maken inlichtingen- en veiligheidsdiensten er noodgedwongen gebruik van. Niet zozeer om macht te beschermen, maar vooral om democratieën te verdedigen.
‘Juist daarom is het van groot belang dat ethiek niet nevenzaak, maar uitgangspunt is,’ stelt Kowalski. Hij is bijzonder hoogleraar Applied Ethics in Intelligence and Security aan de Universiteit Leiden en tevens Chief Science Officer bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) én decaan van de NCTV-Academie.
Werelden verbinden
Het combineren van die rollen vraagt om een scherp oog voor grenzen. ‘Er zit een sluismuur tussen de twee functies. Inhoudelijk zijn het gescheiden werelden, maar de inzichten mogen de sluis wel door. Die moeten kunnen resoneren aan beide kanten.’ Als bijzonder hoogleraar kan hij de werelden van wetenschap en de inlichtingenpraktijk met elkaar verbinden.
In zijn oratie maakt Kowalski duidelijk: ethische reflectie is geen luxe, maar noodzaak. Dat geldt niet alleen bij het afwegen van middelen - zoals afluisteren of gegevens delen met buitenlandse diensten - maar ook als er géén duidelijke regels zijn. ‘De wet biedt vaak ruimte voor interpretatie. Dan is ethiek wat richting geeft.’
Van recht naar reflectie
Wetgeving en toezicht bieden kaders, maar volgens Kowalski schieten ze tekort in complexe situaties. Denk aan Nederlandse uitreizigers naar oorlogsgebieden. Laat je ze gaan, met alle risico’s van dien? Of houd je ze tegen, met mogelijk andere gevolgen? In zulke grijze zones kan ethiek als aanvulling op het recht functioneren.
Daarbij pleit hij voor institutionele verankering van ethische reflectie. Niet als bureaucratisch afvinklijstje, maar als een levende praktijk, gedragen door professionals. Ethiek moet volgens hem net zo vanzelfsprekend worden als juridische toetsing. Dat betekent ruimte voor twijfel, morele tegenspraak en het serieus nemen van moreel ongemak - vooral als de wet (nog) zwijgt.
Een huis met vijf pijlers
Kowalski stelt een ethisch model voor dat drie klassieke benaderingen verbindt: deugdethiek (wie wil ik zijn) als fundament en plichtsethiek (wat moet) en gevolgenethiek (wat werkt) als ‘dak. Samen vormen zij de basis van een denkbeeldig huis, gesteund door twee ‘muren’: wetenschappelijke kennis én praktische wijsheid. In het hart: democratie en nationale veiligheid.
Dat huis kan alleen overeind blijven als alle elementen in balans zijn. ‘Verwaarloos je de praktijkervaring van professionals, dan wordt ethiek los zand. Verlies je de morele principes uit het oog, dan verwordt het tot opportunisme.’ Ethiek vraagt dus om onderhoud en een collectief moreel geheugen—of, zoals Kowalski het noemt, ‘moresprudentie’.
'In inlichtingen weet je vaak weinig zeker, maar moet je wel handelen. Dan is het zaak om ethisch wendbaar te blijven, zonder je morele kern te verliezen'
Ethische dilemma’s in de praktijk
Ook in zijn eigen werk kwam Kowalski ethische dilemma’s tegen. ‘De uitdaging is om dan, ook tegen de stroom in, trouw te blijven aan wat je moreel juist acht. Ik heb ervoor gekozen om vastberaden te zijn en te zeggen: dit is het, ik ga het niet mooier maken.’ Ook dilemma’s rond onzekerheid spelen een rol: ‘In inlichtingen weet je vaak weinig zeker, maar moet je wel handelen. Dan is het zaak om ethisch wendbaar te blijven, zonder je morele kern te verliezen.’
Concrete handvatten
Kowalski wijst op zes praktische methoden om ethiek op de werkvloer te ondersteunen: van preventie en professionele ontwikkeling tot onafhankelijk toezicht. ‘Maar,’ waarschuwt hij, ‘voeg niet simpelweg een model toe. Maak van ethiek geen papieren tijger, maar een levende dialoog tussen wetenschap en praktijk.’
Die dialoog wil hij met zijn leerstoel actief stimuleren - via onderwijs aan studenten en professionals, via onderzoek naar morele dilemma’s en via structurele samenwerking met de veiligheidssector. Zo wil hij bijdragen aan een weerbare democratie, waarin inlichtingenwerk niet losstaat van onze waarden, maar erdoor wordt gedragen.
Een bijzondere dialoog
Wat hij daarin het meest waardeert? De interactie met studenten. ‘Het is hun toekomst. Studenten kijken vaak nog onbevangener en kritischer dan professionals die al onderdeel zijn van een organisatie. Dat maakt de gesprekken bijzonder verrijkend. Fantastisch om met hen te mogen nadenken over zulke wezenlijke thema’s, en hopelijk iets mee te geven dat beklijft.’
De oratie van Michael Kowalski Uit de schaduw: ethiek als fundament van inlichtingen en veiligheid is op 30 juni en is ook online te volgen.