
‘De tijd vooruit’ met gouden en zilveren doctores
beeld: Marc de Haan
Even terug in de sfeer van toen. Bezinnen op hoe de Universiteit Leiden en de wetenschap levens en loopbanen hebben gevormd. Doctores die vijftig en vijfentwintig jaar geleden zijn gepromoveerd deden het zaterdag aan het Rapenburg. Serieus, maar in een feestelijke stemming.

‘Hora est!’ De woorden van pedel Erick van Zuijlen galmen door de Oude UB. Normaal gesproken betekenen die het einde van de verdediging van het proefschrift. Maar iedereen in de zaal is al gepromoveerd. Sterker nog, ze vieren vandaag hun gouden of zilveren doctorsjubileum.
Dit keer geeft de pedel het einde aan van het bezoek aan de gelijknamige tentoonstelling: Hora est! Vitrines vol Leidse promotiegeschiedenis wakkeren de herinneringen aan. ‘Staat jouw proefschrift hiertussen? Welk jaar bent u gepromoveerd? Wat was het onderwerp?’ En soms is ook een mislukking een goede anekdote. Bij de expositie van kleurrijke omslagen kijkt Joke Korteweg naar een dissertatie die verstopt gaat achter een felroze vacht.
Wit proefschrift
Een schril contrast met de omslag van haar proefschrift, dat in 2000 zeesleepvaart als onderwerp had. ‘Het was een publieksuitgave en de uitgever had alles af. Behalve de cover.’ Daar had een sleepboot op moeten staan. ‘Ik ging de verdediging in met een volledig witte voor- en achterkant. Er stond zelfs geen titel op.’ Korteweg kon het gelukkig afdoen met de vaststelling ‘dat het om de inhoud gaat’.
Ze is blij met haar uitnodiging voor dit evenement. ‘Het is leuk dat dit wordt georganiseerd, we zijn weer even terug in die sfeer van toen.’ Ze verwoordt het gevoel van de meeste doctores. Voor sommigen is het een reünie, voor anderen even losjes bijpraten met collega’s die ze anders alleen beroepsmatig zien. Wat ze allemaal verwoorden, is de gemeenschapszin die bij de Universiteit Leiden hoort.

Onder druk
Dat is ook wat rector Hester Bijl in het Groot Auditorium van het Academiegebouw aanhaalt. Het 450-jarig jubileum van de universiteit is natuurlijk ook een prachtig jaar om vijftig en vijfentwintig jaar doctorstitel te vieren. ‘Met uw promotie heeft u bijgedragen aan de belangrijkste opdracht van onze universiteit: kennis vergaren, ontsluiten en uitdragen.’
Dat doet de universiteit nog steeds op topniveau, in Leiden en Den Haag. Maar Bijl noemt ook de bedreigingen. ‘We kunnen deze rol alleen blijven vervullen als we in staat zijn om kritisch en onafhankelijk te werken. En dat staat onder druk.’ Bezuinigingen, regeldruk, onzekerheid. En de ooit als verrijkende aanvulling geziene internationale studenten zijn niet meer zo welkom. Terwijl die belangrijk zijn voor het academisch klimaat en de wereldwijde samenwerking waar de Universiteit Leiden in voorop loopt.
Ook daarom, zegt Bijl, is het hartverwarmend om te zien dat de doctores zich nog steeds verbonden voelen met de universiteit. En dat ze studenten en onderzoekers, ook financieel, in staat stellen te doen waar ze goed in zijn: antwoorden vinden op grote maatschappelijke vraagstukken.

Kameroverschot
Universiteitshistoricus Pieter Slaman neemt de jubilarissen mee op een reis door de tijd. In 1975 dreigt een economische recessie door oorlog in het Midden-Oosten. De universiteit wordt bezet, sprekers worden gecanceld vanwege hun standpunten over Zuid-Afrika. En intussen probeert de universiteit een eeuwfeest te vieren. ‘We kunnen ons er geen voorstelling van maken’, zegt hij met een knipoog.
In 2000 was de universiteit aan het opkrabbelen na een moeilijke periode, waarin het aantal studenten was afgenomen. ‘Er was in Leiden zelfs een kameroverschot.’ Leiden liet het predikaat ‘Rijks’ vallen om meer zelfstandigheid uit te stralen.
Slaman roept ook in herinnering dat veel van de ‘zilveren’ aanwezigen konden promoveren dankzij het hervormde hogeronderwijsbeleid, waaraan professor dr. Roel in ’t Veld een belangrijke bijdrage had geleverd. ‘U kunt hem straks persoonlijk bedanken en feliciteren.’ In ’t Veld promoveerde in 1975 in de rechtsgeleerdheid en is een van de gouden doctores in het auditorium.

Als Dante het zegt
Aansluitend op de historie draagt voormalig stadsdichter van Leiden Zoë van de Kerkhof haar gedicht ‘Als Dante het zegt’ gepassioneerd voor. Ze schreef het speciaal voor het 450-jarig bestaan van de universiteit.
Doctores aan het woord
De jubilarissen Jeroen Windmeijer (2001, De vallei van de rijzende zon) en Heleen Dupuis (1976, Medische ethiek in perspectief) plaatsen hun studie en promotie in een breder perspectief. Ze bespreken de invloed die de universiteit heeft gehad op hun verdere leven en loopbanen. Ze blikken terug én vooruit, zoals de universiteit ook doet met haar jubileumthema ‘De tijd vooruit’.

Windmeijer onderzocht de beeldvorming over en de werkelijkheid van een inheemse bevolkingsgroep in Ecuador. Als wetenschapper ontdekte hij de kracht van verhalen, die hij als fictieschrijver ten volle benut. Ook de discipline en de onderzoekende geest van de wetenschapper Windmeijer heeft hij meegenomen naar de schrijver.

Heleen Dupuis, voormalig ethicus en politicus, vindt het ontzettend leuk dat ze terug is ‘op de plek die ik innig liefheb’. Ze houdt haar mede-doctores voor waar volgens haar een goede universiteit aan moet voldoen. Vrijzinnigheid – niet vastzitten in dogmatische waarden, kritisch blijven – ook al is dat soms ongemakkelijk, en kennis van zaken hebben – ‘Dit is wel eens een dingetje, maar van wetenschappers mag je verwachten dat ze de wereld om zich heen ook een beetje kennen’.
Tot slot is de sleutelvraag op een universiteit: wat is goed voor de mens en de wetenschap? ‘Hoe kun je iets bijdragen aan een wereld waarin mensen kunnen en willen blijven leven?’
Gouden en zilveren spelden
Na een uitgebreide fotosessie verlaten de jubilarissen de koelte van het Groot Auditorium voor de warme beeldentuin. Daar nemen ze hun gouden en zilveren spelden in ontvangst, als aandenken aan hun bijdrage aan de Universiteit Leiden, de wetenschap en de maatschappij.
Bij een verkoelend drankje tijdens de afsluitende borrel herleven oude vriendschappen. Wetenschappelijke discussies worden afgestoft of opgestart. Vijftig jaar na de promotie is daar weinig aan veranderd.