Universiteit Leiden

nl en

Mythes rondom de geheime diensten ontkracht

Aan de hand van waargebeurde verhalen vertelt Willemijn Aerdts in haar boek ‘Diensten met geheimen’ hoe de AIVD en MIVD te werk gaan. En ontkracht ze ook een paar mythes.

Veel mensen hebben bij inlichtingen- en veiligheidsdiensten een beeld dat je in films en series ziet. Mannen en vrouwen die met wapens rondrennen en arrestatieteams die panden binnenvallen en criminelen oppakken. Maar in werkelijkheid ziet het er allemaal wat minder spectaculair uit volgens Aerdts, expert inlichtingen- en veiligheidsdiensten. ‘De diensten mogen in Nederland geen wapens dragen en niemand oppakken. Voordat een zaak voor de rechter wordt gebracht, doet het Openbaar Ministerie eigen onderzoek.’

'Als je één iemand 24 uur per dag wilt volgen, heb je een team van veertig man nodig.'

De taken van de politie en de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) en MIVD (Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) zijn in Nederland namelijk strikt gescheiden, omdat men na de Tweede Wereldoorlog nooit meer Gestapo-achtige praktijken wilde hebben.

Ook het spionnenwerk uit series is niet echt representatief. Aerdts: ‘Het klassieke spionnenwerk wordt nog steeds gedaan, maar de diensten worden steeds meer data-organisaties. Ze proberen de beste hackers ter wereld aan te trekken.’

Gevolgd door de diensten

Een andere mythe die Aerdts wil ontkrachten, is dat grote groepen in Nederland worden gevolgd. ‘Elk jaar is een deel van mijn studenten van de minor intelligence studies bang dat ze dan gevolgd gaan worden omdat ze bij ons college volgen en dingen zitten te googelen. ‘Maar daar hebben de diensten de capaciteit niet voor. Als je één iemand 24 uur per dag wilt volgen, heb je een team van veertig man nodig. En belangrijker: diensten willen helemaal niet iedereen volgen.’

Tenzij een student lid is van een terroristische organisatie of plannen heeft om uit te reizen, zijn de diensten meestal niet geïnteresseerd om diegene te volgen. Maar bij personen die ze wel willen volgen, kunnen de diensten ver ingrijpen op de privacy. En dat is altijd een spanningsveld. Aerdts: ‘Voor de jaren 50 waren de diensten een beetje geheim. Officieel bestonden ze niet en er was geen wetgeving. Dat kwam pas later op gang. Maar al in de jaren 50 maakte het parlement zich zorgen over de privacy.’ Inmiddels hebben we in Nederland een uitgebreid toezichtstelsel. ‘Juist omdat wij als burgers moeilijk die diensten kunnen controleren.’

De diensten blijven altijd met geheimzinnigheid omgeven, want als ze informatie delen kunnen ze hun werkwijze blootgeven. 

Geheimzinnigheid

De diensten blijven altijd met geheimzinnigheid omgeven, want als ze informatie delen kunnen ze iets blootgeven over hun werkwijze of over wie ze volgen. Maar als het allemaal zo geheim is, hoe heeft Aerdts dan toch een heel boek over de AIVD en MIVD kunnen schrijven? ‘Veel historische voorbeelden zijn naar buiten gekomen en daarbij worden soms ook archieven vrijgegeven. En af en toe komen zaken in het nieuws. Dat is interessant, want als de diensten zelf iets naar buiten brengen, zit daar vaak wel een bedoeling achter. Denk aan de Britten en Amerikanen die de afgelopen tijd bewust informatie over de oorlog in Oekraïne naar buiten brachten. Daarnaast heb ik een eigen netwerk. Inmiddels ben ik tien jaar werkzaam in dit vak en heb ik eigen contacten en bronnen die wel eens iets met mij delen.’

Het boek ‘Diensten met geheimen’ van Willemijn Aerdts wordt 25 mei gepresenteerd op de Spaanse Trappen in het Wijnhavengebouw in Den Haag.

Tekst: Dagmar Aarts
Foto: Rodney Graham, ‘the Newspaperman’, 2017 (coll. Museum Voorlinden)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.