‘De passie die mensen hebben voor hun werk maakt mijn baan mooier’
Inhoudelijk sterk, grappig en ook wat chaotisch. Dat is wat collega’s zeggen over Suzanne van der Pluijm. Op 1 juni start ze bij FWN als de nieuwe directeur bedrijfsvoering. Wie is Suzanne en waar staat ze voor? In zeven vragen leer je haar kennen.
Je komt weer in Leiden werken. Wat is je band met Leiden?
Ik heb in Leiden rechten gestudeerd en er later dus ook gewerkt. Ik ben destijds in Leiden gaan studeren omdat de universiteit goed stond aangeschreven en een opleiding Internationaal en Europees recht had. Maar ik heb nooit in Leiden gewoond, ook als student niet. Mijn man had toen al een huis in Den Haag en ik was vaak bij hem. Alles in Leiden ademt universiteit en studenten, het is een bruisende, jonge stad. Geweldig vind ik dat. Zelf kom ik uit Rotterdam, geboren en getogen, al woon ik nu in Den Haag. Die steden hebben weer een heel andere sfeer.
Waarom koos je voor rechten?
Vanaf jongs af aan had ik al een groot rechtsvaardigheidsgevoel. Ik kan slecht tegen ongelijkheid. Ik wist dan ook al vanaf mijn vierde dat ik rechten wilde studeren. En later kwam daar het idee bij dat ik bij de VN wilde werken, of bij de Europese Unie. Het liep anders. Toen ik afstudeerde waren er weinig banen. Mijn man wees me op een vacature voor een stagiair bij een wetenschappelijk instituut dat zich bezighield met internationalisering van de rechtsstaat. Dan maar stage lopen, dacht ik. En dat pakte goed uit. Het was een instituut in oprichting en voor ik het doorhad was ik alles aan het regelen. Zo werd ik daar Head of Administration. Bedrijfsvoering vond ik zo leuk dat ik het ben blijven doen.
Wat is er zo leuk aan je baan?
Mijn werk is enorm veelzijdig, je bent met 1001 dingen tegelijk bezig. Het ene moment zit je diep in de cijfers en dan ineens moet je omschakelen naar een communicatiecrisis, of naar een nieuwbouwproject. Het is nooit saai. En dat vind ik heerlijk. Ik kom met zoveel verschillende mensen in aanraking. Ik vind het de allerleukste baan die er is. Het draait er bij bedrijfsvoering om dat het primaire proces zo goed mogelijk kan draaien. Als de wetenschapper en docent hun werk goed kunnen doen en studenten onderwijs kunnen volgen, halen wij daar voldoening uit.
'Ik vind het fantastisch om terug te keren naar de Science-faculteit'
Je keert terug naar de bèta-faculteit. Wat vind je daarvan?
Ik heb er ontzettend veel zin in en kijk ernaar uit om iedereen te ontmoeten. Deze faculteit omvat een palet van wetenschap waar je u tegen zegt, van sterrenkunde tot informatica en van wiskunde tot biologie en nog veel meer. Echt iets om trots op te zijn. Ik vind het fantastisch dat ik terug mag keren en daar mijn steentje aan kan bijdragen. Wat ik mooi vind aan werken in de academische wereld is de bevlogenheid, dat zie ik ook in mijn huidige baan. De passie die mensen hebben voor hun werk maakt mijn baan mooier.
Wat kunnen medewerkers van je verwachten?
Ik ben drie jaar weggeweest en kom in een andere rol binnen. We moeten elkaar dus opnieuw leren kennen en uitvinden hoe we de faculteit samen verder gaan helpen. Wie ben ik, wie ben jij, en wat kunnen we samen doen. Dat is mijn insteek. Mijn rol daarin is bescheiden, dat realiseer ik me altijd. Ik spring nu op een rijdende trein en die trein rijdt ook nog wel door als ik er weer afstap. Het is mijn taak om die trein wat soepeler te laten rijden, samen met al mijn collega’s. Samen. Dat is echt het kernwoord.
Hoe beschrijven je huidige collega’s je?
Inhoudelijk sterk. Denkt mee over het grote plaatje. Humor. Soms een beetje chaotisch. Dat laatste gaat bijvoorbeeld over e-mail. Dat is het slechtste middel om mij te bereiken. Dus hierbij alvast de oproep om gewoon bij me binnen te lopen of me een berichtje via Teams of Signal te sturen. Verder ben ik niet perfect en maak ik ook fouten. Dat hoort erbij. Soms moet je het risico lopen dat dingen fout gaan, want het tegenovergestelde is niets doen en daar wordt niemand beter van. Ik vind het ook helemaal niet erg als collega’s fouten maken. Het belangrijkste is wat je daarna doet. Verberg je het of ga je het oplossen?
Mogen we tenslotte wat weten over je privéleven?
Ik woon nog steeds met diezelfde man in Den Haag. We zijn al samen sinds mijn achttiende. We hebben een zoon van veertien die in de tweede klas van de middelbare school zit. Tot mijn grote spijt hebben we geen huisdieren, iedereen is allergisch. Mijn mannen zijn ontzettend trots op me en steunen me enorm. Al vindt mijn zoon het natuurlijk ook wel eens stom dat ik veel werk. Het is de kunst om werk en privé goed te combineren. Hybride werken deed ik dus al voor corona en het is fijn dat dat nu normaler is geworden. Dat is het voordeel van de pandemie. Het nadeel is dat ik minder direct contact had met mijn collega’s. Het werk was efficiënt maar minder sociaal. Ik hoop dus meer rond te lopen op de faculteit en zo het efficiënte met het sociale te combineren.