Universiteit Leiden

nl en

Antoine Braet (1942-2021): Modern retoricus en inspirerend leermeester

Eind december overleed Antoine Braet, bij leven docent Nederlands, auteur van de in zijn tijd populaire schoolmethode Taaldaden en docent Taalbeheersing aan de Universiteit Leiden. Jaap de Jong schreef voor Neerlandistiek.nl een In memoriam over zijn leermeester.

Voor mensen als Toine Braet ga je naar een universiteit toe.

Dat wist ik nog niet toen ik Nederlands ging studeren in Leiden. Maar vandaag wel, en misschien al vanaf het eerste college dat hij ons het vak Retorische Analyse gaf. Stoicijns kijkend, houterig gesticulerend, met lichtnasale kraakstem kraakhelder formulerend, en dan ineens een lachende snor onder twee fonkelende ogen. Wat was hij in vorm als hij de geheimen van de retorica aan neerlandici kon verklaren! Vooral als hij die klassieke theorie kon toepassen op actuele politieke en culturele gebeurtenissen: de apologie van Aantjes, de dodelijke elegantie in de emancipatoire betogen van Renate Rubinstein, de vlijmscherpe columns van Hugo Brandt Corstius. Hij gaf ons een systematiek, instrumentarium en een nieuw vocabulaire. Toine zei: het gaat in het exordium, de inleiding van toespraken om attentum, benevolum et docilem parare: zeg maar aandacht, aanvaarding en begrip. Hij gaf ons door zijn voorbeeld een hoge opdracht om hardwerkende, scherp-analyserende en helder presenterende Neerlandici te worden.

Een In Memoriam was een soort gelegenheidsrede, zo leerden we. Daarin wordt de balans van een loopbaan opgemaakt, waarin we zeker niet alleen ‘niets dan goeds’ mochten zeggen over de persoon in kwestie, waarin zelfs een lichte toets niet hoefde te ontbreken, als er maar geen ‘diverterende overspraak’ zou ontstaan. En we moesten oppassen met dubbele ontkenningen natuurlijk.

Fileren

Toine was de Leidse founding father van het jonge en populaire vakgebied van Taalbeheersing, de derde tak van Neerlandistiek naast Letterkunde en Taalkunde. Zelf als leraar Nederlands begonnen heeft hij het schoolvak verrijkt met het spraakmakende schoolboek Taaldaden, en met retorisch geïnspireerde didactiekboeken over argumentatie en schrijfvaardigheid, die veel leraren Nederlands met trots vervulden over de nieuwe rijke inhoud van hun vakgebied. Signaalwoorden en alineaverbanden hebben we aan Toine te danken. Hij was een vernieuwer, onder andere van het zo belangrijke eindexamen Nederlands op middelbare school. Door zijn voorzitterschap van de CVEN-commissie heeft hij modernisering van het examen en het onderwijs gestimuleerd. Minder en anders dan hij wilde, maar toch. En in het verlengde van zijn dissertatie over moderne toepassingen van de klassiek-retorische statusleer heeft hij eigenhandig de academische debatcultuur aangezwengeld. Hij muntte termen als standaardgeschilpunten, opbouw- en verweerbeurten en we debatteerden bij hem over alles. Zijn vak (eerst vooral gezien als een rechtse hobby: een soort tot de tanden toe voorbereid bekvechten in wedstrijdverband) was spannend, actueel en razend populair. En deze debatvorm verspreidde zich over het hele land.

Toine was ook nog de historicus van de Taalbeheersing. Zijn ruim 165 publicaties bevatten publicaties over ‘doel en object van de Taalbeheersing’, maar ook diverse overzichtsboeken (‘vlootschouwen’) van het zich snel ontwikkelende vakgebied. Maar misschien wel de belangrijkste bijdrage aan de Taalbeheersing is de methode-Braet van retorische analyse en kritiek. Wil je de kerstboodschap van de Koning of de persconferenties van Rutte en De Jonge fileren? Gebruik de methode-Braet. Die wordt tegenwoordig ingezet in tal van retorische cursusboeken, colleges, seminars in het hele land en zelfs in talkshows op televisie.

Onderwijshart

Niet weinig trots was Toine op het bestaan van de Taalbeheersingsclub, de groep studenten die sinds de jaren tachtig onder de naam de TBC regelmatig bij elkaar kwam om vakpublicaties te bespreken, die van hun docenten en allengs, die van henzelf. Toine was er een graag geziene gast. Daar maakten we ook wel eens plezier om zijn sociale onhandigheid. Hij vergat in zijn lofredes tot vertrekkende medewerkers of afstudeerders inderdaad wel eens … de lof. Maar we bewonderden hem er niet minder om, want zijn rationeel-kritische kant stond emotionele betrokkenheid en vriendelijkheid bepaald niet in de weg. Ondanks het overlijden van zijn vrouw Hanneke, en zijn aanhoudende rugklachten, bleef Toine – die zelf de productieve filosofen Aristoteles en Nuchelmans als leermeesters had gevonden ­– hard, onverstoorbaar en systematisch doorwerken.

Toine werd Universitair Hoofddocent, maar geen professor in Leiden, dus bleef bijna zonder promovendi. Aan het einde van zijn carrière werd hij in deeltijd bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Retorica, in Amsterdam aan de UvA bij de befaamde Frans van Eemeren. Een late beloning voor zijn inspanningen voor het vakgebied. Zijn afscheid van de universiteit en – zo bleek ook: van het vak – in 2007 in Leiden was memorabel, niet alleen vanwege zijn huzarenstukje om op de dag van zijn pensionering (waar hij naar had uitgekeken) maar liefst drie boeken te publiceren, maar ook om zijn afscheidsrede getiteld: hebben de Taalbeheersers hun zaak verraden? Hun zaak? Hij was duidelijk teleurgesteld over de academische verwaarlozing van het moedertaalonderwijs. De Taalbeheersers hadden meer oog gekregen voor buitenschoolse genres, zoals het ontwerpen van begrijpelijke formulieren, het schrijven van milieueffectrapportages. Ook belangrijk, maar toch pijnlijk voor de man met het grootste onderwijshart.

Persoonlijkheid

Zijn kritiek is niet helemaal zonder gevolgen geweest: er ontstond een Max Havelaar Toesprakentoernooi voor scholieren, oud-studenten werden vakdidactici en gingen promoveren op retorische onderwerpen. De retorisering zette door: overal in het land ontstonden cursussen, boeken en zelfs hele minoren retorica. Er is aan de TU Delft een complete afdeling Communicatieve Vaardigheden, voornamelijk door Toine opgeleide Taalbeheersers die hun handen vol hebben aan het retorische onderwijs aan de ingenieurs in opleiding. Ik noem de Leidse werkgroep Retorica, de mede in Leiden gestarte Rhetoric Society Europe, en het feit dat zelfs de master Journalistiek en Nieuwe Media in Leiden een sterk retorisch karakter heeft gekregen. En altijd komt er weer een idee of boek van Toine voorbij. De enumeratie is nog heel veel langer, maar ik stop, want een ‘gelegenheidstoespraak’ mag niet te lang worden.

Kort voor zijn overlijden heb ik nog een gesprek met Toine gehad. Hij vertelde dat zijn longziekte vele maanden lang was gemisdiagnosticeerd, met vreselijke pijnen tot gevolg. Hij vertelde dat hij desondanks zonder rancune was en heeft rustig de laatste reis kunnen aanvangen.

Toine is een leermeester geweest voor veel studenten, docenten en onderzoekers, in Leiden en elders. En ook een voorbeeld. In ieder geval voor deze student, die zijn rijke lessen en krachtige persoonlijkheid nooit zal vergeten.

Jaap de Jong

NB. dit In Memoriam verscheen eerder op Neerlandistiek.nl

Antoine Braet op de P.N. van Eyckhof. Foto: Felix van de Laar
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.