Universiteit Leiden

nl en
Mandril in ARTIS. Foto: ARTIS, Colin Eusman.
Foto: ARTIS - Colin Eusman

Mandrils; wie het eerste komt, wie het eerst maalt

Mandrils houden bij hoeveel dagen er verstreken zijn, om zo als eerste bij het nieuwe voedsel te zijn. Dat toont een team van onderzoekers aan de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden en dierentuin ARTIS. Het team ontdekte dat mandrils de cognitieve vaardigheden bezitten om tijdsintervallen van meerdere dagen te leren. De resultaten van het onderzoek onder leiding van ARTIS-hoogleraar en UvA onderzoeker Karline Janmaat zijn nu gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Animal Cognition.

‘We weten dat primaten korte tijdsintervallen kunnen leren, maar er was nog uitzonderlijk weinig bewijs dat zij tijdsintervallen van enkele dagen konden bijhouden’, aldus Karline Janmaat. Tijdens het onderzoek heeft het team de groep mandrils in ARTIS geïntroduceerd aan twee voedselbronnen, wortels en druiven, die respectievelijk iedere twee en vijf dagen werden verborgen op vaste locaties in het buitenverblijf. Vervolgens hebben de onderzoekers iedere dag voor een periode van 113 dagen de keuze van iedere mandril bijgehouden, d.w.z. of er werd gekozen voor een wortel of een druiflocatie. De onderzoekers ontdekten dat de mandrils het tweedaagse tijdsinterval van wortels na ongeveer 30 dagen hadden geleerd. Het is ze niet gelukt om het vijfdaagse interval van de druiven te leren. De mandrils leken hier meer tijd voor nodig te hebben.

Een jonge mandril in ARTIS
Een jonge mandril in ARTIS. Foto: ARTIS, Colin Eusman.

Volgens de auteurs van het onderzoek, is er nu uniek wetenschappelijk bewijs dat primaten bij kunnen houden hoeveel dagen er verstreken zijn sinds specifieke gebeurtenissen in het verleden. ‘Dat wij dit bewijs nu pas vinden is verwonderlijk’, zegt Professor dr. Karline Janmaat, verbonden aan de afdeling Cognitieve Psychologie (Universiteit Leiden) en het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (Universiteit van Amsterdam). ‘Omdat fruit in de natuur er dagen tot weken over kan doen om te rijpen, verwacht je dat het voordelig is om bij te kunnen houden hoeveel dagen er verstreken zijn. Misschien zijn wij de eerste die dit waarnemen, omdat niemand eerder de dieren zo langdurig heeft geobserveerd.’

Lees ook: solitaire orang-oetans nemen elkaars krabgedrag over in gezelschap

Geeuwt er iemand in je omgeving, dan is de kans groot dat je zelf even later ook moet gapen. Bij orang-oetans blijkt nu dat ook krabben erg aanstekelijk werkt. Dat ontdekten Leidse cognitief psychologen in dierenpark Apenheul.

Timing

Vroeger werd gedacht dat alleen mensen de cognitieve mechanismen bezitten die individuen in staat stelt tijdsintervallen van meerdere dagen te leren. Langzamerhand komt er steeds meer wetenschappelijk bewijs dat andere diersoorten dit ook kunnen. ‘Onderzoek naar het onthouden van tijdsintervallen is tot op heden veelal gedaan bij dieren die zelf voedsel verstoppen voor later’, aldus Kavel Ozturk die dit onderzoek uitvoerde als onderdeel van zijn master Biological Sciences aan de UvA. ‘Speciaal voor primaten hebben we een nieuwe studiemethode ontwikkeld gericht op het zoeken en verzamelen van voedsel.’ Dit stelt onderzoekers nu in staat om de evolutionaire oorsprong van deze capaciteit bij primaten verder te onderzoeken.

‘Kennis van verstreken tijd zou wilde primaten kunnen helpen met hun besluit wanneer ze wel of niet terug zullen gaan naar een boom die voorheen nog onrijp fruit bevatte. Een juiste timing stelt de dieren in staat om de concurrentie te snel af te zijn en als eerste te arriveren. Aangezien rijp fruit veel energie bevat, stelt deze capaciteit de dieren in staat meer energie te vergaren dan andere individuen en daarmee grotere hersenen te onderhouden’, zegt Kavel Ozturk. ‘Dat zou wel eens kunnen verklaren waarom primaten relatief grotere hersenen hebben in vergelijking tot andere ordes in het dierenrijk.’

Natuurlijk gedrag in ARTIS

Om deze grensverleggende wetenschappelijke inzichten te verkrijgen, heeft Kavel Ozturk een natuurlijke foerageer situatie gesimuleerd die Karline Janmaat had geobserveerd bij roetmangabey-apen. Dat is een nauwe verwant van de mandril die in soortgelijke regenwouden leven. Deze apen trekken jonge zaailingen uit de grond om te graven naar de onderliggende zaden. In plaats van jonge zaailingen hebben de onderzoekers verse wilgentakken met verschillende lengtes gebruikt om de mandrils te helpen de verschillende voedsel locaties te leren.

‘Het was geweldig om te zien dat de mandrils hun tanden gebruiken om de takken uit de grond te trekken en ze vervolgens actief te zien graven naar wortels. Hetzelfde gedrag heb ik ook gezien bij verwante apen in het regenwoud’, zegt Karline Janmaat.

Publicatie

Kavel Ozturk, Martijn Egas, Karline JanmaatMandrills learn two-day time intervals in a naturalistic foraging situation, in Animal Cognition (2020).

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.