Universiteit Leiden

nl en

Antropoloog Andrew Littlejohn componeert sonische etnografie in Japan

Cultureel Antropoloog Andrew Littlejohn componeerde een sonische etnografie met geluiden die zijn opgenomen na de tsunami in het noordoosten van Japan. Hij kwam op dit idee na het zien van de beelden die verschenen na de tsunami van 2011. Het meerendeel van de gemaakte foto's en films vallen onder de noemer ruïnefotografie, waarbij vanaf een afstand naar vernielingen wordt gegeken. Terwijl het leven in zo'n gebied veel meer is dan dat. Om echt te begrijpen hoe het voelt om je in een veranderd landschap te begeven, componeerde Littlejohn een sonische etnografie. De titel van het werk is Shizugawa, vernoemd naar een wijk in Minamisanriku Town waar Littlejohn de opnames maakte. Het werk is op 1 december 2020 uitgebracht door het label Gruenrekorder.

Shizugawa is het resultaat van geluidsopnames in het veld. Iemand neemt simpel gezegd met een microfoon de omgevingsgeluiden op. Veldopnames zijn niet nieuw binnen antropologie; tegenwoordig gebruiken een aantal bekende antropologen, zoals Rupert Cox, Steven Feld, Ernst Karel en Stephanie Spray, geluid als instrument binnen een multimodale aanpak. Het idee is om ook de wereld via geluid de wereld te verkennen en het te reproduceren.

Afstand en aanwezigheid

Voor Shizugawa gebruikt Littlejohn surround-sound. Dit benadrukt het gevoel dat je je in het veld. In de nasleep van de tsunami in 2011 brachten veel fotografen vooral verwoeste landschappen vol met ruïnes van gebouwen in beeld. 'Wat daarmee benadrukt wordt, is de vernieling van het gebied. Dat soort beelden creëeren een bepaalde afstand tot de feitelijke beleving van inwoners van het landschap', legt Littlejohn uit, 'Verlies gaat hand in hand met een aanwezigheid en vernieuwing. Er is maar weinig werk dat die ervaring van mensen probeert te duiden. Het meeste werkt heeft een afstandelijke blik. Ik wilde me daartegen verzetten en heb geprobleerd om anderen binnen die ruimte te begrijpen. Ik probeer van binnenuit te denken en vanuit die positie me in te leven.'

Andrew Littlejohn © Furusato Hiromi

Kunst en onderzoek als parallelle paden

Littlejohn ziet zijn mediawerk - hij maakt ook korte video's en foto's - als iets dat parallel aan zijn onderzoek loopt. 'Ik ben een fan van een nogal pretentieuze zin die Stephen Jay Gould gebruikt wanneer hij het over verschillende aspecten van het leven heeft. Hij noemt religie en wetenschap 'niet-overlappende magesteria'. Dat vind ik goed klinken. Dus als ik  aan mijn kunst en mijn onderzoek denk, komen ze op dezelfde plaats voor en soms gaat het over hetzelfde onderwerp, maar het geluidswerk maakt geen deel uit van mijn wetenschappelijk onderzoek. Ze lopen parallel aan elkaar.' Het geluidswerk van Littlejohn is wel antropologisch, maar niet bedoeld om een wetenschappelijk artikel over te schrijven.

30 uur aan geluidsopname

Littlejohn begon aan het project zonder dat hij een bepaald doel voor ogen had. Eerst zette hij een structuur op met bepaalde 'regels' voor de opnames. Littlejohn: 'Het proces dat ik bedacht is geïnspireerd op de verschillende modellen die ik ken van kunstenaars die gebruik maken van geluidsopnames en van geluidswerken die door antropologen gemaakt zijn. Ik besloot om een vast aantal locaties vast te leggen en iedere twee uur een opname te maken. Per locatie maakte ik de eerste opname om 5 uur 's morgens, de tweede om 7 uur 's morgens, de derde om 9 uur 's morgens, enzovoort. Zo kon ik in kaart brengen hoe een bepaalde plaats klinkt op verschillende tijdstippen van de dag.' De keuzes van de locaties bepaalde Littlejohn aan de hand van gesprekken met inwoners en teksten die geschreven zijn over hoe de ruimtes achteraf klinken en aanvoelen. Het wetenschappelijke onderzoek waar hij ondertussen aan werkte, gaf hem ook ideeen voor opnamelocaties. Een van de locaties is een vallei die vroeger vol stond met huizen, maar daarna na de tsunami volledig leeg was. Littlejohn nam tussen 2013 en 2015 op zeven verschillende locaties geluid op. Dat leverde hem meer dan 30 uur aan ruw materiaal op. Alle opnames zijn gemaakt met een DPA 5100 Mobile Surround Microphone en een Sound Devices audio recorder.

Verschillende mensen bereiken

De uiteindelijke etnografie is een digitale opname die je in 5.1 surround-sound of stereo kunt beluisteren, begeleid door een tekst. 'Het doel van het samenvoegen van geluid en tekst is om mensen te begeleiden bij wat ze horen en ze daarnaast ook een indruk te geven van hetgeen dat ze niet horen. Ik wil een soort spanning creëren. Je hoort bijvoorbeeld het centrum van de stad. Waar je normaal gesproken winkels en winkeliers zou moeten horen, hoor je in werkelijkheid stilte. Want die winkels zijn er niet meer. Je moet mensen meenemen in wat het betekent om in een gebied te wonen waar iets is verdwenen en waar andere dingen die plaats hebben ingenomen.' Littlejohn noemt zijn geluidswerk niet wetenschappelijk, maar humanistisch. 'Mensen die naar de veldopnames luisteren, lezen waarschijnlijk mijn wetenschappelijke artikelen niet. Het is een ander publiek. De opnames brgenen het materiaal uit en over het rampgebied in een andere sfeer en bereikt het andere mensen.' 

Een aantal fragmenten zijn te beluisteren via de pagina van Andrew Littlejohn, waar je ook de tekst kunt lezen en een aantal door Littlejohn gemaakte foto's kunt zien. Op de site van Gruenrekorder is ook de hele opname te koop

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.