Spiegeltje aan de wand, wie spiegelt het beste?
Hoe beter je elkaars gedrag spiegelt, hoe beter je blijkt samen te werken. Friederike Behrens heeft in haar promotieonderzoek bij Cognitieve psychologie in Leiden een maat ontwikkeld om zo’n dynamisch proces als spiegelen te vangen in getallen. Promotie op 28 oktober.
Lachen als de ander lacht, dat herkennen we allemaal wel. Of iemands houding of gebaren overnemen; elkaars gedrag spiegelen gebeurt meestal onbewust. En als daarbij je lichaam reageert, bijvoorbeeld met hartkloppingen en zweten, heb je daar zelf weinig controle over. Maar wat zegt dat over de gesprekspartners? Omdat Friederike Behrens benieuwd was hoe mensen elkaar spiegelen en wat dat betekent voor hun samenwerking, heeft ze de hartslag en huidgeleiding onderzocht.
Hartslag en huidgeleiding meten
Voor het onderzoek mat Behrens met haar team in het lab telkens de hartslag en de huidgeleiding van twee deelnemers tijdens een spel. Daarin verdienden de deelnemers punten, waarbij de keuze om samen te werken de meeste punten opleverde voor beiden gezamenlijk. Maar als een deelnemer voor zichzelf koos, had die de kans om individueel meer punten te krijgen. Hoe gedragen de deelnemers zich in dit prisoner’s dilemma? Behrens: ‘We hebben de deelnemers gemeten tijdens meerdere rondes, waarin ze elkaar al dan niet zagen en al dan niet informatie kregen over het sociaal gedrag van de ander. Telkens konden de deelnemers kiezen of ze wilden samenwerken of niet. Als beiden daarvoor kozen was het een succesvolle samenwerking. Die deelnemers spiegelden elkaar ook het meest in de gemeten waarden voor huidgeleding.
Internationaal samenwerkingsproject
Hoe kan je dat spiegelgedrag het beste kwantificeren? Die vraag bracht Behrens naar de VS, in een gezamenlijk onderzoeksproject met professor Steven Boker, University of Virginia in Charlottesville. Op basis van zijn paper zocht ze contact. ‘Niemand hier kende Boker, maar ik dacht: die man moet ik hebben. Hij heeft me heel goed ontvangen en ik kijk met plezier terug op de samenwerking.’ In het project met Boker kon ze haar eigen richting ontwikkelen. ‘Soms spiegel ik jou, soms spiegel jij mij. Soms spiegelen we elkaar goed, soms minder. Deze dynamische componenten van de interactie moet je meenemen in een statistische analyse.’
Onderzoekuitkomsten vergelijkbaar
Behrens heeft een statistische standaard meetmethode ontwikkeld voor spiegelgedrag, met gebruik van de methode Windowed Cross-Correlation. 'Daarbij specificeer je bepaalde parameters om de methode toe te spitsen op de meting die je bekijkt. Ik heb gekeken welke waardes voor de parameters hartslag, huidgeleiding, gezichtsuitdrukkingen en pupilveranderingen het beste zijn. Op basis van die waarden heb ik richtlijnen opgesteld, na biologische overwegingen hoe een bepaalde meting zich gedraagt. Hoe snel zie je bijvoorbeeld veranderingen in je hartslag en hoe lang duurt een ‘typische’ hartslagrespons.' De richtlijnen kunnen bij ander spiegelonderzoek gebruikt worden zodat de uitkomsten onderling vergelijkbaar zijn.
Spiegelgedrag kwantificeren
De statistische meetmethode ziet Behrens als de belangrijkste bijdrage van haar promotieonderzoek aan de wetenschap. Studies naar spiegelgedrag en kleine veranderingen in fysiologische metingen zijn op zich niet nieuw. De link naar samenwerken is ook eerder gelegd. Maar ze vond nieuw onderzoek hard nodig gezien de verschillen in uitkomsten en gebruikte methoden tot nu toe. ‘Wij hebben twee mensen fysiek tegenover elkaar gezet, in plaats van voor een computer. Vooral in het kwantificeren van spiegelgedrag hebben we veel progressie geboekt. Daarop kunnen wetenschappers in nieuw onderzoek naar spiegelgedrag voortbouwen.’ Dat doen nu ook de nieuwe promovendi in de onderzoeksgroep van cognitief psycholoog Mariska Kret, waar Behrens als promovenda deel van uitmaakte.
Zaklampje
‘Als PhD begin je in een donkere omgeving en krijg je een zaklampje in je hand om die te verkennen. Al doende leer je de omgeving steeds beter kennen waardoor je andere mensen de weg kunt wijzen’, schetst Behrens. Ze neemt haar kennis van statistische analyse mee in haar nieuwe baan bij Sogeti, een detacheringbedrijf in de ICT en onderdeel van Capgemini. Daar hoopt ze haar psychologische achtergrond te benutten. In tijden van corona zit ook zij achter het beeldscherm. ‘Dat heeft invloed op samenwerken, al is het niet zo dat alle samenwerking instort als je elkaar via een scherm aankijkt. Wel mis je veel subtiele informatie. En elkaar spiegelen is natuurlijk een stuk moeilijker.’
Voor het internationale samenwerkingsproject vond ze het Leids Universitair Fonds (LUF) bereid haar te sponsoren, met als resultaat een pre-print, de fase nog vóór peer review.
Quantifying Physiological Synchrony through Windowed Cross-Correlation Analysis: Statistical and Theoretical Considerations