Sla maar linksaf… Nee het andere links!
Van alle Nederlanders zegt 15% zelf links en rechts niet uit elkaar te kunnen houden. Mensen rijden in de rijles compleet de verkeerde kant op en er ontstaan echtelijke ruzies omdat op weg naar de camping de cruciale afslag wordt gemist. Onderzoekers van de universiteit Leiden en Utrecht doken in de verwarring.
Hoe komt het nou dat links en rechts zo verwarrend zijn? ‘Links en rechts zijn symmetrisch en verschillen dus niet overduidelijk van zichzelf’, legt Ineke van der Ham, Leids neuropsycholoog, uit. ‘Het verschil tussen boven en onder of voor en achter is voor bijna niemand een probleem, want dat zie je meteen.’ Tijd voor een onderzoek.
Steuntje nodig
Desgevraagd zegt 15% van de mensen ronduit dat ze links en rechts niet uit elkaar kunnen houden, 85 geeft zichzelf een voldoende. Uit het onderzoek kwam een genuanceerder beeld: 46% van de 485 deelnemers wist zonder meer wat wat was. Maar liefst 42% bleek echter een steuntje nodig te hebben. ‘We zagen dat zij voor het aanwijzen van links en rechts diverse strategieën hadden ontwikkeld’, vertelt Van der Ham. ‘Ze gebruiken hun handen door bijvoorbeeld een L te maken met duim en wijsvinger van de linkerhand, hun schrijfhand te onthouden, of een links of rechts gedragen sieraad als oriëntatiepunt te gebruiken.’
Eigen lijf leidend
Wat doen we nu precies als we links en rechts proberen te bepalen? De onderzoekers hebben bekeken in hoeverre we ons eigen lijf gebruiken als we moeten beslissen of iets links of rechts is. In een experiment moesten deelnemers zo snel mogelijk aangeven welke hand, linker of rechter, van een getekend poppetje rood gekleurd was. Dat poppetje zagen ze in allerlei posities: voor of achterkant, met gekruiste armen of juist niet. Om te zien of dat verwarring wekte, zaten de proefpersonen daarbij zelf met hun handen in een neutrale positie of juist ook gekruist. Als het poppetje in dezelfde positie stond als de deelnemer, kwam het juiste antwoord het snelst. Hoe de deelnemers hun handen hielden, maakte niet uit. Van der Ham: 'Die resultaten laten zien dat we bij het aanwijzen van links en rechts vooral gebruik maken van onze stabiele kennis van ons lijf. Het kruisen van je eigen armen, of zelfs het verstoppen van de armen onder een doek, heeft geen invloed in deze test.'
Veel oefenen
Wat maakt dat een grote groep géén probleem met links en rechts heeft? Van der Ham: ‘Het is aannemelijk dat zij het verschil al jong hebben geautomatiseerd.’ Op de vraag of je je nog kunt verbeteren als je er wel veel moeite mee hebt, antwoordt van der Ham: ‘Voor kinderen zou ik adviseren om veel te oefenen, zodat ze het bepalen van links en rechts automatiseren. Zo leren ze ook tafels. Op latere leeftijd is dat wat moeilijker, dan is het kiezen van een duidelijke strategie, zoals de L-vorm met links of je schrijfhand onthouden, waarschijnlijk het beste alternatief.'
Wel goed om te weten is dat je zeker niet de enige bent met dit probleem.
Video over Ineke van der Hams onderzoek over het menselijk vermogen tot navigeren
Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.
Bekijk de video op de oorspronkelijke website of