Zuidelijk Afrika zet zich schrap voor het coronavirus
Eind maart werden de eerste coronavirusinfecties geconstateerd in zuidelijk Afrika, waarna in rap tempo land na land op slot ging. Tycho van der Hoog zag dit met eigen ogen gebeuren tijdens zijn promotieonderzoek in Namibië. Vanuit zijn expertise analyseert hij de staat van de coronacrisis in zuidelijk Afrika.
Een zware klap
Even leek ik samen met mijn vriendin vast te komen zitten, maar we zijn uiteindelijk gerepatrieerd uit Namibië. We verblijven nu in zelf-quarantaine in Leiden, waar we met bezorgdheid denken aan onze vrienden en collega’s die zijn achtergebleven. Een Zimbabwaanse collega liet me via WhatsApp weten dat hij vast zit in een lockdown en geen eten kan kopen. Zijn familie had nog wel een voorraad voedsel thuis. ‘After that, I don’t know what happens.’
Zuidelijk Afrikaanse overheden nemen de pandemie serieus en doen alles wat mogelijk is om de verspreiding van het virus te stoppen. In de meeste landen is de noodtoestand uitgeroepen: het internationaal vliegverkeer ligt plat, de steden zijn in lockdown en de verkoop van alcohol is op veel plekken stilgelegd. Banken stellen betalingsverplichtingen uit, economische noodpakketten worden voorbereid en internationale hulp komt op gang, maar de klap is desondanks zwaar.
Vooral voor de miljoenen mensen die wonen in krottenwijken is de situatie ernstig. Voor hen is een lockdown niet zozeer desastreus, het is een potentieel doodvonnis. Dagloners verliezen hun inkomen terwijl eten duur en schaars wordt. Grote groepen mensen leven geforceerd in kleine ruimtes, zonder stromend water. De maatregelen worden bruut gehandhaafd door paramilitaire politie, zoals gewelddadige video’s uit Zuid-Afrikaanse townships lieten zien.
De noodtoestand als politiek instrument
Het coronavirus legt niet alleen de zwakke plekken in het systeem op genadeloze wijze bloot, het brengt tegelijkertijd bestaande trends in een stroomversnelling. Het overgrote deel van de landen in zuidelijk Afrika verkeerde al voor de komst van het virus in een economische recessie, die nu op ongekende wijze wordt verergerd. De stroom aan buitenlandse toeristen, een belangrijke bron van inkomsten, droogt vrijwel volledig op. De gevolgen voor nationale overheden, die in feite blut zijn en moeilijk kunnen lenen op de internationale kapitaalmarkt, zijn groot. Verschillende landen, zoals Namibië en Zuid-Afrika, doen daarom een beroep op donaties van de rijke bovenlaag van hun bevolking.
Autoritaire regeringen versterken hun macht met het uitroepen van de noodtoestand, waarmee de oppositie buitenspel komt te staan. Namibië, een land dat sinds het uitroepen van de onafhankelijkheid wordt geregeerd door één partij, riep bijvoorbeeld direct de noodtoestand uit voor een periode van zes maanden. Juist in de afgelopen weken poogde de oppositie vermeende stembusfraude aan te vechten en stond de regering onder druk wegens een corruptieschandaal.
Fragiele zorgsector
Een grote zorg is de capaciteit van het gezondheidsstelsel in de regio. Sinds de jaren ’90 is de publieke sector uitgehold, vaak onder druk van externe financiers zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. In Namibië werkt daarom ruim zestig procent van de zorgprofessionals in de private sector. Een land als Malawi heeft zeven beademingsapparaten voor een bevolking van 18 miljoen mensen. In Zimbabwe leidde de uitbraak van het coronavirus tot een staking van dokters wegens een gebrek aan materialen.
"Een potentieel lichtpunt is dat, demografisch gezien, Afrikaanse landen zeer jonge bevolkingen hebben."
Bovendien heeft Zuidelijk Afrika in tegenstelling tot West-Afrika geen ervaring met een eerdere pandemie als ebola. Grote delen van de bevolking hebben een lage weerstand door ondervoeding en ziektes zoals HIV en malaria. En waar Europa de zomer verwelkomt begint in Afrika juist de winter, waardoor ook de normale varianten van de griep weer opkomen. Een potentieel lichtpunt is dat, demografisch gezien, Afrikaanse landen zeer jonge bevolkingen hebben.
Het idee dat een pandemie optreedt als ‘the great equalizer’, hiermee wordt bedoelt dat het virus geen onderscheid maakt tussen rijk en arm, is slechts gedeeltelijk waar. In zuidelijk Afrika, economisch gezien de meest ongelijke regio ter wereld, zijn er grote zorgen dat het arme deel van de bevolking buitenproportioneel wordt geraakt door het virus en de strenge maatregelen.
Tycho van der Hoog is promovendus aan het Afrika-Studiecentrum van de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar de geschiedenis van bevrijdingsbewegingen in zuidelijk Afrika en heeft gewerkt in Namibië, Zambia, Zimbabwe en Zuid-Afrika.
Header afbeelding: Ronny Gängler, On the road in Namibia. Vind de licentie hier.