Studentenorkest: ‘Ik houd wel van wat geweld’
Het Nederlands Studentenorkest (NSO) treedt op 11 februari op in de Stadsgehoorzaal in Leiden. Ook verschillende Leidse studenten offeren heel wat vrije uurtjes op voor de repetities. Daags voor het grote optreden legden we hen drie duivelse dillema’s voor.
Wagner, Stravinsky of Van Veldhuizen?
Sanne Pouw (Fagot, Academische pabo): ‘Dat is lastig, want de drie stukken zijn op hun eigen manier heel mooi. Maar als ik echt moet kiezen, zeg ik Le Sacre du Printemps van Igor Stravinsky. Dat is echt een knalstuk, en daardoor supergaaf om te spelen. Bovendien heeft dit stuk een mooie hoge fagotsolo aan het begin.’
Sonja Schravesande (Eerste viool, Linguistics): ‘Ik vind Stravinsky ook het leukst om te spelen, maar Vorspiel und Liebestod van Richard Wagner vind ik het mooist. De muzieklijnen gaan altijd weer ergens heen, ze lossen nooit echt op aan het eind. Als je denkt dat het klaar is, begint altijd wel weer ergens een nieuwe melodie. Dat is gewoon prachtig.’
Sebastiaan ten Kate (Pauken, Rechtsgeleerdheid): ‘Ook ik vind de drie stukken allemaal enorm leuk om te spelen. Maar het stuk van Rick van Veldhuizen is extra bijzonder omdat hij dit speciaal gecomponeerd heeft voor het Nederlands Studentenorkest. Bovendien is hij een leeftijdsgenoot van ons, dus dat is inspirerend. Hij is altijd op zoek naar nieuwe klanken, en gebruikt instrumenten op experimentele manieren. Lastig voor ons, maar zo weet hij wel veel sfeer neer te zetten.’
Een beroemde muzikant of een beroemd wetenschapper?
Sonja: ‘Die keuze hebben we eigenlijk allemaal al gemaakt door naar de universiteit te gaan. Als we echt in de muziek wilden doorbreken, waren we wel naar het Conservatorium gegaan. Dus ik zal eerder in de wetenschap terechtkomen, al weet ik nog niet precies waar.’
Sebastiaan: ‘Ik zou ook het liefst een beroemd wetenschapper worden. Muziek maken vind ik erg leuk, maar toch meer als liefhebberij. Wel hoop ik later mijn rechtenstudie te combineren met mijn liefde voor de muziek. Zo ben ik erg geïnteresseerd in intellectueel eigendomsrecht, en dat gaat natuurlijk vooral over creatieve scheppingen zoals muziek.’
Sanne: ‘Toch zou ík wel muzikant willen worden. Ik merk het bij mijn studie: er wordt op basisscholen veel minder muziek gemaakt dan vroeger toen ik zelf klein was. Dat vind ik jammer, want muziek geeft extra kleur aan het leven. Als je alleen aan kennisoverdracht doet, wordt het wel erg saai.’
In groot gezelschap of liever een intieme kwartet?
Sebastiaan: ‘Als ik moet kiezen, dan ga ik toch voor een groot orkest. Hoe meer instrumenten je hebt, hoe mooier de klankcombinaties die je kunt maken. En uitgerekend slagwerk is dan de kers op de taart. Je kunt er een intiem gouden laagje overheen leggen en extra sfeer creëren, maar aan de andere kant kun je met de pauken ook een geweldige climax geven. Slagwerk kan iets grootser of intiemer maken, dat vind ik mooi.’
Sanne: ‘Ik houd ook wel van wat geweld, dus kies ook voor het grote gezelschap. Het slagwerk, de beat, en dan de melodische lijnen er doorheen, dat is geweldig. Bovendien kun je er als muzikant ook je ei in kwijt.’
Sonja: ‘Ik kan echt niet kiezen. Een intiem gezelschap kent elkaar door en door, maar een uitvoering van een orkest is weer een geweldige teamprestatie. Het heeft allebei zijn charmes.’
Tekst: Merijn van Nuland
Beeld: Veerle Bastiaanssen
Mail de redactie