In memoriam professor dr. André J.F. Köbben (1925-2019)
Met grote droefheid hebben wij kennis genomen van het overlijden op dinsdag 13 augustus jl. van cultureel antropoloog prof.dr. André J.F. Köbben op 94-jarige leeftijd.
Weinigen binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen zullen hem nog herinneren. Hij heeft veel van zijn studenten en promovendi overleefd. Dat is het lot als je zo’n hoge leeftijd weet te bereiken. Zijn academische carrière startte op zeer jeugdige leeftijd. Hij werd op zijn 30ste, in 1955, benoemd tot hoogleraar Volkenkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft zich er van meet af aan ingespannen om het vakgebied de moderniseren. Hij zorgde ervoor dat het antropologisch veldonderzoek een standaardonderdeel van de doctoraalstudie werd en gaf zelf het goede voorbeeld met onderzoek in Ivoorkust, Suriname en Nederland. Hij introduceerde de methode van de interculturele vergelijking. Een van de kwesties waarover hij boeiend doceerde en schreef was die van de uitzonderingen op sociale regels en hoe daar als onderzoeker mee om te gaan. Hij maakte zijn studenten ervan bewust dat zij moesten nadenken over hun eigen rol tegenover de onderzochten en dat zij daarvan verslag moesten doen. Enkele jaren later werd zijn leeropdracht veranderd in Culturele Antropologie en Sociologie der Niet-Westerse volken. André Köbben zorgde ervoor dat de culturele antropologie in Nederland aansluiting vond bij het Angelsaksische discours over het vak.
André hield het na ruim 20 jaar hoogleraarschap aan de UvA voor gezien. Hij wilde alle tijd om met anderen onderzoek te doen naar maatschappelijke tegenstellingen en conflicten in Nederland en de Centrale Interfaculteit van de Universiteit Leiden bood hem in 1976 daartoe de gelegenheid. Het was een moedige stap. Niet alleen betekende het dat hij afstand deed van zijn riante salaris als hoogleraar - in Leiden ging hij terug in rang: hij werd er wetenschappelijk hoofdmedewerker - het betekende ook dat hij een vaste aanstelling inruilde voor een aanstelling van vier jaar, zonder enige zekerheid van verlenging. Het tekent zijn toewijding aan de wetenschap. Weten is belangrijker dan status, weten is belangrijker dan hebben. In 1980 werd hij Cleveringa hoogleraar en zijn rede Het heilig vuur: over moeilijkheden en mogelijkheden bij onderzoek inzake minderheden getuigde van zijn overtuiging dat de antropologische veldwerkmethoden die hun waarde hadden bewezen onder ‘verre en vreemde volken’, ook met succes konden worden gebruikt in Nederland. Het door hem opgerichte Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen (COMT) werd in 1980 onderdeel van de Faculteit der Sociale Wetenschappen In het COMT werkten onderzoekers uit verschillende disciplines: cultureel antropologen, sociologen, sociaal-psychologen en historici. Het centrum wist hij draaiende te houden met geld van ministeries, gemeenten en NWO. Het was in de jaren 80 niet gebruikelijk dat een universitair instituut zijn onderzoek voor zo’n 90% financierde met extern geld en het was even ongebruikelijk dat zogenaamd beleidsgericht onderzoek, uitmondde in wetenschappelijke publicaties en promoties. Hij heeft dit menigmaal tegenover ambtenaren en politici verdedigd. Zonder die wetenschappelijke lading had beleidsonderzoek aan de universiteit volgens hem geen zin. Hij ontwierp met anderen in de Adviescommissie Onderzoek Minderheden een onderzoeksprogramma. Het leidde ertoe dat de sociale wetenschappen in Nederland meer aandacht gingen besteden aan etnische minderheden. Veel onderzoekers hebben hun carrière op dit gebied te danken aan André Köbben. Het zegt wel iets over de organisatorische en wetenschappelijke kwaliteiten van André dat 1 op de 3 van zijn promovendi, waaronder die uit zijn ruim 20 jarige aanstelling bij de Universiteit Leiden, zelf hoogleraar is geworden. Het COMT ontpopte zich al snel tot een centrum waar vooral veel onderzoek werd gedaan naar de komst van migranten naar Nederland en de reacties daarop. Dat was indertijd een novum. Onderzoek naar de komst van Indische Nederlanders, Zuid-Molukkers, Surinamers, Antillianen en migranten van rond de Middellandse Zee was dun gezaaid en dat terwijl de problemen rondom immigratie al volop zichtbaar waren. Politici hielden vast aan de fictie dat migranten wel zouden teruggaan naar de landen van herkomst, maar André had begin jaren 70 al uit het weinige onderzoek erover een andere conclusie getrokken: Nederland is een immigratieland. Hij richtte trouwens als een ware antropoloog niet alleen het oog op de migranten, maar ook op de reacties in Nederland en stimuleerde onderzoek naar links en rechts extremisme en terrorisme en naar de effecten van het overheidsbeleid op de Nederlandse overheid zelf. André wist politici en ambtenaren ervan te overtuigen dat meer wetenschappelijke kennis noodzakelijk was om een verstandig minderhedenbeleid te kunnen voeren.
Hij was zich goed bewust van de gevaren die het beleidsonderzoek – en dan niet alleen dat over etnische minderheden - bedreigden. Een te grote vereenzelviging met de belangen van een etnische groep of het beleid kon leidden tot gekleurde, eenzijdige resultaten. Er was hem veel aan gelegen om de onafhankelijkheid van de onderzoeker tegenover de grillen van politiek, de belangen van de overheid en onderzochten te bewaren. Het paste bij zijn publicaties over ethiek van de sociale wetenschappen en over de verheven en minder verheven aspecten van de wetenschap. In 1999 publiceerde André Köbben met Henk Tromp De onwelkome boodschap of hoe de vrijheid van wetenschap bedreigd wordt over onderzoekers die door opdrachtgevers onder druk worden gezet als onderzoeksresultaten hun slecht uitkomen. Het boek is inmiddels 20 jaar oud en is dus volgens huidige, wetenschappelijke maatstaven sterk verouderd. Wetenschappers en journalisten blijven het echter jaar in jaar uit noemen als er weer eens een affaire opduikt over aangepaste of verzwegen onderzoeksresultaten.
Met het overlijden van André J.F. Köbben verliest de culturele antropologie een eigenzinnige en onafhankelijke geest. Zijn inbreng heeft de culturele antropologie in Nederland ontegenzeggelijk verrijkt.
Henk Tromp