Universiteit Leiden

nl en

Antropologen Erik de Maaker, Tessa Minter and Gerard Persoon over Sentinel Island

Ondanks herhaaldelijke waarschuwingen bezocht John Chau het afgelegen Indiase eiland Noord-Sentinel. Met een bijbel in zijn hand wilde hij de eilanders bekeren. De Noord-Sentinelezen zitten echter niet op buitenstanders te wachten. Antropologen Erik de Maaker, Tessa Minter, en emeritus hoogleraar milieu en ontwikkeling Gerard Persoon waren herhaaldelijk in de media over deze botsing van culturen.

Weinig contact met de buitenwereld

"De relatie tussen Noord-Sentinelezen en buitenstaanders is in het verleden niet altijd zo gespannen geweest", vertelt cultureel antropoloog Erik de Maaker die net terug is uit India. "In de jaren zeventig en de jaren negentig hebben Indiase overheidsfunctionarissen het eiland Noord-Sentinel verschillende keren bezocht. Door middel van giften werd er contact met deze groep mensen gezocht".

Volgens de Maaker is het moeilijk te achterhalen waarom de Sentinelezen geen contact met de buitenwereld willen. Een mogelijke reden zou de economische en maatschappelijke stereotypering kunnen zijn. “Volgens de categorisering van de Indiase overheid vallen de Sentinelezen onder de categorie particularly vulnerable group (hiervoor primitive tribal group). In evolutionair opzicht wordt deze groep op een lage ladder van ontwikkeling geplaatst. In het dagelijks leven hebben zij veel te maken met uitsluiting, discriminatie en racisme.”

Wat ook een rol kan spelen is dat de Indiase overheid deze mensen en hun “niet veranderende levenswijze” als een culturele schat beschouwd. “De Indiase overheid wordt dan een soort schatbewaker, die als taak heeft dit erfgoed te laten voortbestaan. Het ontoegankelijk maken van dit eiland draagt aan dit behoud bij”, aldus de Maaker.

Jagers, vissers en verzamelaars

Cultureel antropoloog Tessa Minter heeft veel onderzoek gedaan naar jagers en verzamelaars. Het blijft echter een schatting hoeveel mensen op het eiland Noord-Sentinel leven: "De schattingen verschillen van 15 mensen tot 100 mensen. Maar op basis van beschikbaar filmmateriaal lijkt het mij waarschijnlijk dat het om veel meer mensen gaat. Ze hebben productieve koraalriffen, een prachtig stuk laagland bos en wellicht een beetje landbouw."

"Dankzij linguïstische-, archeologische-, en antropologische kennis weten wij dat de Andaman eilanden al 2000 jaar bewoond zijn. Wij weten ook dat deze groep een andere taal spreekt dan de omringende groeperingen". Minter betwijfelt in hoeverre de Noord-Sentinelezen een geïsoleerde groep zijn. "Het is waarschijnlijk dat de Noord-Sentinelezen net als naburige groepen een zogenoemde gift giving society zijn, waarschijnlijk wisselen zij geschenken in de vorm van voedsel en/of kostbare schelpen uit. Ik denk dat er ook sociale relaties zoals huwelijken met naburige groepen zijn."

Het overbrengen van ziektes

Emeritus hoogleraar milieu en ontwikkeling Gerard Persoon noemt het overbrengen van ziektes het grootste gevaar voor de inheemse bevolking. Door hun isolatie zijn ze waarschijnlijk niet resistent tegen simpele kwaaltjes als een verkoudheid. Dat brengt het risico van een epidemie met zich mee.

"Het is een bekend verschijnsel, wat begon met de kolonisatie", aldus Persoon. "Er zijn genoeg verhalen van stammen die door een nieuwe ziekte behoorlijk gedecimeerd werden."

Dat lot trof onder meer een andere stam van de Andaman-eilanden. De Sentinelezen vormen samen met de Jarawa, de Onge en de Groot- Andamanezen de inheemse bevolking van de archipel. De laatstgenoemde groep telde ooit ruim vijfduizend mensen, tegenwoordig ligt dat rond de vijftig.

Ziektes verspreidden zich snel over hun eiland en leidden tot massale sterfte. Ook doodden Europeaanse kolonisten honderden mensen die hun grondgebied probeerden te verdedigen"

(Excerpt van het orginele artikel via NU.nl)

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.