Universiteit Leiden

nl en

Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN kunnen elkaar tegenwerken

Het uitbannen van extreme armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid leiden vaak tot meer druk op het milieu. Integratieve beleidsmaatregelen zijn nodig om het milieu te sparen bij gelijktijdige verbetering van sociale en economische omstandigheden.

Drie in één

De doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties zijn erop gericht om sociale, economische en milieucondities in één slag te verbeteren. Een nieuwe Leidse studie toont echter aan dat het uitbannen van extreme armoede en het verminderen van inkomensongelijkheid vaak leidt tot meer druk op het milieu.

Extra inspanningen zijn nodig om integratieve beleidsmaatregelen te ontwikkelen, zodat de milieuvoetafdruk van de mensheid (uitstoot van koolstof, invloed van het land- en watergebruik) kleiner kan worden bij gelijktijdige verbetering van de sociale en economische omstandigheden.

Waterschaarste, klimaatverandering en landgebruik

Onderzoekers van het Instituut voor Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden onderzochten hoe het nastreven van twee sociale doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, namelijk geen armoede meer (doelstelling 1) en minder ongelijkheid (doelstelling 10), van invloed zijn op de drie ecologische doelstellingen 6, 13 en 15. Deze betreffen de beschikbaarheid van water en duurzaam waterbeheer, het bestrijden van klimaatverandering, en eventueel herstel van ecosystemen en duurzaam gebruik van land.

Specifieke oplossingen

Het verhogen van de inkomens tot een minimum van $1,90 per hoofd van de bevolking per dag, wat nog steeds erg laag is, verhoogt de koolstof-, land- en watervoetafdruk met respectievelijk 1,9, 3,3 en 5,6%. De interactie is echter afhankelijk van het specifieke land en de doelstellingen. Elke beleidsopzet moet daarom integratief zijn en contextspecifieke oplossingen bevatten. Dit onderstreept de enorme uitdaging die er ligt op weg naar duurzaamheid.

De onderzoekers analyseerden de milieueffecten in 166 landen, waarbij de consumenten werden onderverdeeld in vier inkomensgroepen. Dit was belangrijk omdat de milieueffecten per persoon en per inkomensgroep verschillen. Door de scenario’s te veranderen is te zien wat de algemene milieueffecten zijn van herverdeling van de bevolking over de verschillende inkomensgroepen. Deze uitkomsten kunnen vervolgens worden gerelateerd aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van de VN.

Veilige en rechtvaardige planeet

De VN-duurzaamheidsdoelstellingen domineren de internationale politieke agenda tot 2030. Hoewel er aanvankelijk enige vooruitgang werd geboekt, werd ook kritiek geuit op het beleidskader. Daarbij worden de diverse interacties tussen de vele doelstellingen en streefdoelen nog niet goed begrepen. Deze studie geeft inzicht in dergelijke interacties.

'Als we op een milieuveilige en sociaal rechtvaardige planeet willen leven, moeten zowel groepen met een laag als met een hoog inkomen zich meer inspannen voor milieuduurzaamheid', stelt hoofdonderzoeker Laura Scherer. 'Als we de sociale ontwikkeling van lage inkomensgroepen willen nastreven - ondanks de mogelijke druk op het milieu - dan is er voor de hoge inkomensgroepen een duidelijke verantwoordelijkheid weggelegd in het verkleinen van de milieuvoetafdruk van de mens.'

Het onderzoek van Laura Scherer en haar collega's wordt deze week online gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Science and Policy.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.