Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Op woensdag 13 december om 16:15 uur verdedigt René Hage zijn proefschrift over ‘Handhaving van privaatrecht door toezichthouders’ in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden. Zijn promotors zijn hoogleraar Jaap Hijma en Iris Houben.
Het recht wordt wel onderscheiden in publiekrecht en privaatrecht. Het publiekrecht, waaronder bestuursrecht en strafrecht, ziet op de relatie overheid en burger en het privaatrecht regelt de relatie tussen burgers (dit kunnen ook rechtspersonen zijn) onderling. Publiekrecht en privaatrecht kennen elk verschillende doelstellingen. Kort gezegd dient het publiekrecht het algemeen belang en het privaatrecht de belangen van de betrokken partijen. Om die doelstellingen te bewerkstelligen worden verschillende handhavingsmiddelen gebruikt. Zo wordt in het publiekrecht onder meer de bestuurlijke boete gebruikt omdat deze preventief werkt. Deze bestuurlijke boete kan worden opgelegd aan (alle) overtreders van wettelijke regels. In het privaatrecht zal een partij bijvoorbeeld schadevergoeding kunnen vorderen van een andere partij. Een contractuele boete behoort ook tot de mogelijkheden, maar werkt slechts jegens de contractuele wederpartij.
Toezichthouders
In toenemende mate worden publiekrechtelijke toezichthouders echter belast met toezicht op belangrijke onderdelen van het privaatrecht. De in dit proefschrift onderzochte toezichthouders zijn ingesteld op grond van Europese regelgeving omdat de handhaving van privaatrecht tekortschiet in de verwezenlijking van de doelen van de Europese Unie. Zo is het privaatrecht niet in staat de consumenten volledig te beschermen omdat de privaatrechtelijke sancties geen preventief effect hebben. Ook zijn privaatrechtelijke sancties vaak niet geschikt om de oorspronkelijke situatie te herstellen en wordt niet beoogd het publieke belang te dienen met privaatrechtelijke handhaving.
De vraag is hoe bestuursrechtelijke toezichthouders privaatrecht toepassen. In het onderzoek is met name gekeken naar het contractenrecht. Vervolgens is de vraag of en in hoeverre het privaatrecht zich leent voor handhaving met bestuursrechtelijke middelen.
Aan de hand van uitspraken van de ACM en de AFM op het gebied van telecommunicatierecht, consumentenrecht en financieel recht is een analyse gemaakt en getracht een antwoord te vinden op deze onderzoeksvragen.
Algemeen belang
Naar aanleiding van de onderzochte besluiten en uitspraken valt op dat het privaatrecht door de toezichthouder niet altijd op dezelfde wijze wordt gehandhaafd als waarop de civiele rechter dat zou doen. De verklaring lijkt te zijn dat het bestuursrecht in tegenstelling tot het privaatrecht het algemeen belang beoogt te dienen. Individuele gevallen en omstandigheden worden dan niet meegewogen. Dit verschil in benadering kan tot gevolg hebben dat een bedrijf wel een boete opgelegd krijgt van de toezichthouder, maar bijvoorbeeld geen schade hoeft te vergoeden aan de gedupeerde. Ook blijkt dat open normen minder geschikt zijn om bestuursrechtelijk te handhaven. Voor het vaststellen van overtredingen en het opleggen van boetes zijn heldere en duidelijke regels vereist zodat men weet in welk geval men een regel overtreedt en wanneer men een boete kan verwachten (legaliteitbeginsel).
Verder lijkt het erop dat toezichthouders te actief zijn in het opsporen van overtredingen en het opleggen van hoge boetes. De hoogte van deze boetes worden door de hogere rechter daarom vaak gecorrigeerd. Ten slotte blijkt dat in bepaalde gevallen een rechtszoekende zowel privaatrechtelijke als bestuursrechtelijke procedures dient te volgen om zijn recht te halen.
Gereguleerd contractenrecht
De conclusie is dat er eigenlijk een gereguleerd contractenrecht ontstaat voor de door de toezichthouders bestreken specialistische gebieden en dat deze deelrechtsgebieden hun eigen regels kennen. Verder wordt geconcludeerd dat de vraag naar effectieve handhaving prioriteit verdient boven de twijfels over systeemcoherentie. Waar die coherentie niet haalbaar blijkt, kan beter naar efficiënte procedures worden gestreefd. Hierbij kan, naast het beter afstemmen van de handhaving door private en bestuursrechtelijke actoren, gedacht worden aan nieuwe typen van handhaving waarbij privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke handhavingsmethoden worden gecombineerd en in één hand worden gelegd (hybride handhaving).
Prof.mr. J. Hijma over René Hage
"Het onderzoek van René Hage speelt zich af op het intrigerende grensgebied van publiekrecht en privaatrecht. Om zijn boek te kunnen schrijven, heeft hij zich heel verschillende rechtsgebieden eigen moeten maken: het telecommunicatierecht, het consumentenrecht en het financiële recht. Dat heeft een proefschrift opgeleverd dat niet alleen een mooie breedte heeft, maar ook diepte biedt op de bezochte deelterreinen. Alle respect daarvoor!"