Universiteit Leiden

nl en

Even voorstellen: Anne van der Veer

Sinds 1 april 2014 is Anne van der Veer als promovenda verbonden aan het Instituut voor Geschiedenis. Ze doet onderzoek naar de Chinese minderheid in Indonesië tijdens de revolutie van 1945 tot 1949.

Ik ben opgegroeid in het pittoreske dorpje Ameide, gelegen in het Zuid-Hollandse rivierengebied, dat ik dagelijks met veel genoegen doorkruiste op weg naar de middelbare school in Gorinchem. Eenmaal gekozen voor het profiel Natuur & Gezondheid was ik van plan om een studie in de biologie te kiezen. Maar tegen de tijd van de eindexamens bleek ik toch niet zo’n bèta te zijn. Wat mij al die jaren eigenlijk het meest had geboeid waren maatschappijleer en letterkunde. Mijn studieplannen heroverwegend kwam ik uit bij journalistiek. Wat ik wilde was schrijven, onderzoek doen, en vooral, de wereld buiten bestuderen. Om een master Journalistiek te kunnen doen moest ik wel nog op zoek naar een bacheloropleiding ‘ter voorbereiding’ daarvan. Het werd Geschiedenis.

Omslag 

Het eerste jaar, aan de Universiteit Utrecht, was er een van tijdvakken, jaartallen, namen en blokken. Maar naarmate de eeuwen voorbijtrokken werd mijn interesse naar het verleden allengs gewekt. Het begon me te dagen dat het vak meer inhoudt dan kennis opdoen van dat wat geschied is. De omslag kwam met het alom gevreesde vak Grondslagen van de geschiedwetenschap. Toen realiseerde ik me pas echt dat het allemaal draaide om het verhaal dat over het verleden verteld wordt. Om het onderzoek dat daarvoor nodig is, en om hoe je daarover kunt discussiëren. Dat was precies wat ik eerder in de journalistiek had gezocht. Ik besloot te kiezen voor geschiedenis als beroep, schreef me in voor de onderzoeksmaster en stelde me erop in om te zijner tijd te promoveren.

Een vergeten geschiedenis 

Het werd tijd om terug te gaan naar het verleden zelf. Ondertussen had ik me toegelegd op staatsvorming en niet-westerse geschiedenis. Voor een onderzoeksseminar over modernisering en dekolonisatie in Zuidoost Azië ging ik voor het eerst de archieven in. Daar struikelde ik over de zogeheten Pao An Tui, een Chinees veiligheidskorps dat door Chinezen in Indonesië werd opgericht tijdens de onafhankelijkheidsstrijd om hun gemeenschap te beschermen tegen de chaos en het geweld van de revolutie. Daarmee had ik een vergeten geschiedenis gevonden om zelf te onderzoeken en te vertellen. Ik ben dan ook zeer verheugd dat ik in Leiden een promotieplaats kon bemachtigen om mijn onderzoek voort te zetten en bij te dragen aan onze kennis over de Indonesische revolutie, de positie van Chinezen in Indonesië en loyaliteitskwesties van Chinese migranten. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.