Logo Universiteit Leiden.

nl en

Fascisme in Europa, 1919-1945

U kunt nog niet inschrijven

Elke dag is er wel iemand die, zonder veel historische toelichting, waarschuwt voor een terugkeer van het fascisme. In dit college wordt geanalyseerd wat fascisme in theorie en praktijk betekende in het Interbellum, een periode die vaak is aangeduid als 'het tijdperk van het fascisme'.

Onder fascisme wordt hier verstaan een ultranationalistische, revolutionaire ideologie of politieke religie, die een nieuwe maatschappelijke orde en een nieuwe mens wil creëren en daarbij geweld allerminst schuwt. Die nieuwe orde is totalitair d.w.z. tegenstellingen tussen individuen, partijen of klassen worden opgeheven en alle belangen ondergeschikt gemaakt aan het belang van de staat of natie.

Waarin bestond de aantrekkingskrachtvan het fascisme? Hoe verhield het zich tot andere ideologieën? Is het überhaupt een coherente ideologie of bestaan fascistische denkbeelden primair uit het verwerpen van andere ideeën en de bestaande orde? Hoe kunnen we verklaren dat fascisten in Italië en Duitsland zonder buitenlandse steun de macht konden grijpen, terwijl zij in de rest van Europa relatief marginaal bleven tot zij gesteund, en gecontroleerd, door Italië en /of Duitsland deel konden nemen aan regeringen? Welke rol speelden de traditionele elites (traditionele partijen, ambtenarij, leger en politie) en andere politieke bewegingen in zijn succes of falen? Fascisten beloofden graag een nieuwe orde en een nieuwe mens. In hoeverre kwamen die? En tenslotte: Hoe kunnen we verklaren dat nu net in het Interbellum het fascisme (relatief) populair werd? Is dat een consequentie van de Eerste Wereldoorlog en zijn nasleep, van de Grote Depressie of van een falen van de parlementaire democratie?

Allessandro Bruschetti, Facistische synthese, 1935 (bron: Florida international University)
  1. Het fascistische denken: ontstaan en ontwikkeling
  2. Het fascistisch denken en andere grote ideologieën
  3. Fascistische bewegingen en partijen: woorden, daden en aanhangers
  4. Verklaringen voor het ontstaan en de specifieke ontwikkeling van fascistische ideeën en bewegingen in diverse landen
  5. Het (niet) veroveren van de macht, met aandacht voor zowel binnenlandse als buitenlandse factoren en eventuele veranderingen die optreden als gevolg van het al dan niet veroveren van de macht.  
  6. Een poging het fascisme te plaatsen in zijn tijd en in de Europese geschiedenis. Alle thema’s worden steeds in een breed Europees kader geplaatst met verwijzingen naar ontwikkelingen in met name Italië, Duitsland, Spanje, Oostenrijk, Hongarije en Roemenië.

Docent

Prof. dr. Peer Vries was van 2007 tot 2016 hoogleraar economische geschiedenis aan de Universiteit Wenen en van 2016 tot 2021 Fellow aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam. In zijn vrije tijd bestudeert hij de geschiedenis van Europa in het Interbellum.

Deelnemers van HOVO over deze docent

Aansprekend, uit het hoofd zonder PowerPoint, heel knap en prettig om naar te luisteren.

Praktische informatie

6 bijeenkomsten
Leiden, in een collegezaal

Hoorcollege met tijdens elk college de gelegenheid tot vragen en eventueel discussie. De docent maakt geen gebruik van powerpoint.

Thuis 2 tot 4 uur studeren/lezen per bijeenkomst.
Van de deelnemers wordt verwacht dat ze Engels kunnen lezen en basiskennis hebben van de geschiedenis van Europa in de betreffende periode.

Achtergrondliteratuur bij de colleges:
Robert Paxton, The anatomy of fascism, London 2004

of: Stanley Payne, A history of fascism, 1914-1945, Madison 1995.
Payne’s tekst is meer geschikt maar het boek is niet-antiquarisch eigenlijk alleen nog maar op kindle te verkrijgen maar dan wel zeer goedkoop.


Er wordt veel documentatie toegestuurd die het college ondersteunt en die moet worden bestudeerd.

Uitgebreide literatuurlijst voor wie verder wil lezen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.