Logo Universiteit Leiden.

nl en

Entr'actes door de jaren heen

Ieder jaar wordt een bekende spreker uitgenodigd om alle deelnemers een voorbeeld te geven van een goede speech.

Interviews en lezingen

Lees Frits van Oostroms lezing Reynaerts rede tot de hoofden van het hof

Lees Piet Gebrandy's lezing Het verval van de welsprekendheid.

Jacqueline Bel

De lezing van Jacqueline Bel, leerstoelhouder van de Multatuli-leerstoel aan de Vrije Universiteit: Alle leerlingen hebben recht op de Max Havelaar! Waarom je dit boek gelezen moet hebben.

Bekijk de lezing van Jacqueline Bel

Deze video kan niet worden getoond omdat u geen cookies heeft geaccepteerd.

Verlaat onze website om deze video te bekijken.
Lex Boon

‘Durf aan alles te twijfelen, blijf nieuwsgierig en ga op avontuur’

Nee, gedachteloos een ananas eten zit er niet meer in voor Lex Boon na het schrijven van Ananas, een geschiedenis in opzienbarende verhalen en onverwachte ontmoetingen (2019). Op hilarische wijze vertelt hij de deelnemers van het Max Havelaar Toesprakentoernooi over zijn jarenlange zoektocht naar alle wetenswaardigheden rondom de vrucht die zijn vriendin hem cadeau deed vlak voordat ze hem verliet.  

‘Wil je een rijpe of onrijpe ananas?’ vroeg de marktkoopman vlak voordat Lex zich naar Leiden begaf om zijn lezing te houden. Even overwoog hij de man te vertellen dat je in Nederland nooit, maar dan ook nooit een rijpe ananas kunt kopen, maar hij besloot wijselijk zijn mond te houden voordat hij aan een lang verhaal zou beginnen. “Een ananas groeit een jaar en net voordat hij op zijn allerrijpst is, wordt hij geplukt en verscheept. De vrucht rijpt niet door, dus we eten ze hier altijd onrijp. En bijna niemand die dat weet.”

Het is slechts een van de vondsten die Lex deed op zijn zoektocht naar de wereld van de ananas die hem van verwoede ananasspullenverzamelaar ‘Ruudje Ananas’ in Amsterdam-Noord naar ananasboeren op een groot ananascongres in Zuid-Amerika leidde. Alle ontmoetingen zorgden ervoor dat hij zich even onderdeel voelde uitmaken van de ‘pineapple people’.

Al wordt van muzikanten wel eens gezegd dat ze hun beste liedjes schrijven op momenten van hartverscheurend liefdesverdriet, bij Lex Boon zorgde de relatiebreuk niet direct tot schrijven van het goed ontvangen reisboek zoals hij het genre zelf duidt. “Er kwam geen volwaardige zin meer op papier, dus nee, bij mij leidde dat niet tot hele goede teksten. Helaas, er kwam juist even niets meer uit mijn handen, zo slecht voelde ik me toen.”

‘Hobby: ananas’

Naarmate de tijd verstrijkt gaat Lex tussen alle ananasbevindingen volop daten. Ik maak een online datingprofiel aan. Werkt het intrigerend of is het een afknapper dat ik bij hobby’s ‘ananas’ invul? In ieder geval: een reeks aan vrij kansloze dates volgt. Een date vraagt me zelfs mee naar een crematie, waar ik tot mijn eigen verbazing enthousiast ‘ja’ op zeg. Het lijkt me een mooie gelegenheid om mijn Thaise maatpak aan te kunnen trekken. “Alles in het boek is echt gebeurd”, antwoordt Lex lachend op de vraag in hoeverre het boek autobiografisch is. “En dan heb ik niet eens alles gedeeld. Eigenlijk is het boek persoonlijker geworden dan ik van tevoren dacht”, overpeinst hij. “Lezers hebben namelijk niet per se een specifieke interesse voor ananassen, dus ik moest mensen door die ananashistorie heen slepen en daarvoor gebruikte ik heel erg mijn eigen verhaal.”

Dit is het, besluit ik, als ik in mijn slaapzak kruip. De exotische wereld waar ik naar heb verlangd: ik verlang er niet meer naar. De ananas heeft me de wereld over gebracht, maar het avontuur en de magie zijn er wel vanaf. Is het verhaal nu echt af voor de ananasexpert? “Ik wil door met andere onderwerpen en schrijf er momenteel niet meer over. Maar of het echt af is? Ik spreek de mensen nog die ik heb ontmoet, het boek wordt misschien vertaald naar het Engels, en ik heb het er nog steeds best veel over zoals vandaag hier op jullie toesprakentoernooi.”

‘Geen moralistisch boek’

Schuilt er een Max Havelaar in Lex die in het boek de vraag stelt of je je schuldig zou moeten voelen wanneer je een ananas koopt, voor vaak ook nog eens een prijs waarbij minstens één iemand in de keten verlies moet lijden. “Ik wilde geen moralistisch boek schrijven, niet met een vinger gaan wijzen. Ik weet niet of ik me schuldig moet voelen wanneer ik een ananas koop, maar ben me wel gaan beseffen hoe totaal oneerlijk de wereld verdeeld is en dat ik ontzettend mazzel heb dat fruit dat aan de andere kant van de wereld groeit, hier gewoon in de supermarkt ligt. En dat daar bovendien heel veel mensen voor moeten werken voor heel weinig geld. Ik kan me er wel schuldig over voelen dat ik daar lang het besef niet van heb gehad.”

Wat wilde hij de aanstormende Havelaars van het toernooi meegeven? “Durf aan alles te twijfelen, blijf nieuwsgierig. Ga op avontuur. Blijf vragen stellen en blijf je verwonderen. Iedereen gaat op reis met de Lonely Planet in de hand naar dezelfde dingen toe, maar zoek daar je eigen weg in. Stel je eigen vragen om een land te leren kennen. Durf je eigen nieuwsgierigheid te volgen. Dat brengt je meer.”

© Evelien Engele

Franca Treur

‘Ik heb mijn hoop gevestigd op jullie’

Elk jaar worden de deelnemers aan het Max Havelaar Toesprakentoernooi getrakteerd op een entr’acte. Dit jaar werd deze verzorgd door schrijfster Franca Treur. Op Multatuliaanse wijze nam ze de zaal mee in een verhaal dat barstte van het engagement. Een Franca Treur zoals we haar nog niet vaak hebben gezien.

‘Ik ga kijken of ik het komende halfuur schrijvers van jullie kan maken’, begint Treur haar speech nadat de leerlingen die nét naast een finaleplaats grepen in de banken van het prachtige auditorium van het Kamerlingh Onnesgebouw hebben plaatsgenomen. Dat die leerlingen goed kunnen spreken werd eerder vandaag al duidelijk; Treur ziet meteen al nog meer ambities in deze toekomstige generatie studenten. Dat is wat de rode draad zou worden in haar verhaal: wat gaan de leerlingen van nu, de studenten van morgen, betekenen voor de wereld? Of dat nu is via het gesproken of het geschreven woord.

Nieuwe Havelaren

‘In mijn studententijd heb ik veel tijd gehad die ik zinvol heb besteed, maar toch zou ik één ding anders hebben gedaan’, vertelt Treur. In haar speech refereert ze aan haar jeugd in een streng-gereformeerde omgeving, waarna haar studententijd als een ware bevrijding voelde. ‘Ik was toen vooral met mezelf bezig, blij met wat er ineens allemaal kon. Maar als ik er nu op terugkijk, heb ik me te weinig beziggehouden met de wereld om me heen.’ Treur toont zich inmiddels wel degelijk zeer betrokken bij de wereld om haar heen. Het lot van vluchtelingen ligt haar bijvoorbeeld zeer na aan het hart. Ze eindigt haar speech dan ook met een oproep aan de leerlingen om hier al in hun studiejaren mee te beginnen: ‘Ik heb mijn hoop gevestigd op jullie, de nieuwe Havelaren.’

Engagement

Na afloop praat ik met Treur in het restaurant van het Kamerlingh Onnesgebouw, omringd door uitgelaten leerlingen die trots zijn op hun prestaties. ‘Was mijn verhaal niet een beetje te zwaar voor die leerlingen?’, vraagt ze. Het is duidelijk dat ook ervaren sprekers – Treur heeft al vaak voor afgeladen zalen gesproken over haar roman Dorsvloer vol confetti – toch ook weer de spanning ervaren die de leerlingen vandaag hebben gevoeld. Niet zo gek, want zo vaak houdt Treur geen verhalen die zó maatschappelijk betrokken zijn. ‘In mijn romans probeer ik dat engagement juist te vermijden, daarin gaat het om het verhaal.’ Maar waar komt dat engagement van vanmiddag dan ineens vandaan? Treur: ‘In mijn jeugd had ik allerlei voorrechten niet die ik nu wel heb. Ik wil dat de nieuwe generatie zich realiseert hoe bijzonder het is dat ze straks aan een studie kan beginnen, dat er zo veel mogelijk is, maar dat dit niet voor iedereen vanzelfsprekend is.’

De middelbare school als bevrijding

De speeches van vandaag gingen over de vraag hoe de leerlingen van nu het onderwijs van de toekomst zien. ‘Dat vroeg keuzes moeten maken dat in de winnende speech genoemd werd, is inderdaad ontzettend lastig, daar herken ik me wel in. Ik heb ook eerst psychologie gestudeerd voordat ik erachter kwam dat ik eigenlijk Nederlands wilde studeren. Ik was toch liever individueel bezig; verdwijnen in een roman, dat deed ik het liefst.’ Waar de leerlingen die vandaag speechten de huidige vorm van onderwijs vooral neerzetten als beklemmend en te weinig gericht op het individu, heeft Treur dat vroeger
heel anders ervaren: ‘Als je weet hoe het bij mij thuis was, kun je je voorstellen dat de middelbare school voor mij juist een baken van vrijheid en mogelijkheden was.’

Woutertje Pieterse

En hoe zit het met Max Havelaar? ‘Ik heb het gelezen, lang geleden al, en ik vond het goed.’ Toch heeft Multatuli haar als schrijver meer geïnspireerd met zijn roman Woutertje Pieterse. ‘In Max Havelaar gaat het om grote idealen; mensen hebben vaak de neiging om groot te denken. Maar als je als schrijver echt iets wilt weten over iemands karakter, zeggen kleine gewoontes en gedragingen eigenlijk veel meer. Dat laat Multatuli in Woutertje Pieterse prachtig zien.’ Toch stonden in haar toespraak van vandaag juist grote idealen centraal. Smaakt dat naar meer? ‘Ja, het was wel heftig hè. Behoorlijk links ook. Maar het was leuk om te doen. Ik geef nu vooral lezingen in bibliotheken en boekhandels. Misschien moet ik toch eens wat vaker naar middelbare scholen gaan. Het was een prettig publiek.’

© Frank Mijnders

Christiaan Weijts

‘Vergeet alle regels van het speechen’

Het is een traditie op het Max Havelaar Toesprakentoernooi dat op het moment dat de finalisten zich klaarmaken voor de retorische eindstrijd, de overige deelnemers worden verrast met een entr’acte. Auteur Christiaan Weijts durfde het dit jaar aan, ook na zijn column ‘Fuck de canon’ in NRC Handelsblad waarin hij Max Havelaar een ‘afgrijselijke monumentale baksteen’ noemt en een ‘effectief moordwapen voor elk sluimerend vonkje literaire interesse’. Dat belooft wat.

,,Vergeet wat je vandaag allemaal is aangepraat”, leest Weijts van zijn papier voor aan de zaal vol deelnemers die er zojuist een dag vol speechkunst op heeft zitten. ,,Fuck de retorica, want zo gaan we het dus helemaal niet doen”, en hij verscheurt zijn speech in duizend flarden en gooit zijn colbertjasje op de grond want hij wantrouwt ‘die mannetjes in smoezelige jasjes achter het spreekgestoelte’. ,,Eén keer heb ik dus een meisje met een toespraak versierd, nou daar heb je dus wat aan”, waarop de leerlingen lachen en hun rug nog eens rechten voor wat komen gaat.

Kampvuurverhaal

,,Regel nummer 1 van het speechen: vergeet alle regels. Jij kent de regels allang, zelfs als je dat nog niet weet”, verzekert Weijts de scholieren. In een tijd van social media gaat het volgens de schrijver om het weer gewoon kunnen vertellen van een verhaal. Zo één ‘alsof het is dat je met z’n allen om een kampvuur zit’. ,,Gooi er met de pet naar, maar wel raak”, en hij doet zijn versierpogingen van het meisje uit zijn jeugd – ‘laten we haar Ybeltje noemen’ – uit de doeken.

Verspreken maakt authentiek

,,Het publiek zat er wel in”, blikt Weijts tevreden terug als zijn optreden erop zit en hij aan een drankje nipt vlakbij de vleugel in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Het is de vleugel waaraan hij als student vaak genoeg te vinden was. Met aandacht heeft hij na zijn eigen optreden de toespraken van de finalisten beluisterd en hij becommentarieert: ,,De angst om te verspreken zie ik bij de jongeren terug. Ik heb me misschien wel twintig keer versproken en dat is niet erg. Het maakt je zelfs authentieker. Niemand die in spreektaal een woord als ‘echter’ gebruikt.” Hij vergelijkt het met muziek maken. ,,Pas op het moment dat je de bladmuziek weglegt, maak je de muziek eigen. Schrijf je een tekst, schrijf het dan niet voor de grote literatuur, maar alsof je het verhaal in een café vertelt. Je hebt de regels wel nodig, maar ze moeten naar de achtergrond verdwijnen door er creatief mee om te gaan.”

Max Havelaar als Mont Ventoux

Eerlijk toegegeven, hij heeft Max Havelaar nooit van A tot Z gelezen. ,,Maar wie wel? Zelf als iemand zegt van wel, dan klinkt het alsof je zegt dat je de Mont Ventoux hebt beklommen. Nou fijn, wat heb je eraan?” Nee, hij ziet zichzelf niet als een schrijver die middels zijn pen het onrecht in de wereld moet bestrijden. ,,Een roman is niet bedoeld voor stellingname, slechts om dingen ter discussie te stellen. Ik vind het interessanter als karakters botsen. Van veel columnisten weet ik vooraf welke positie ze innemen, dat hoop ik zelf te voorkomen.” Wat betreft vorm, heeft hij zich wel door Multatuli laten inspireren. Neem bijvoorbeeld het fragment in Weijts boek Art.285b ‘Ik, Sebastiaan Steijn, neem de pen op en schrijf u een bekentenis’. ,,Die stijlfiguur spreekt me aan”, motiveert Weijts. ,,Ook al heb ik het boek niet helemaal gelezen, ik vind het mooi om van het ene werkelijkheidsniveau naar het andere te stappen. Het doel van een literaire tekst is voor mij de lezer zoveel mogelijk in een droomwereld meenemen zodat hij het boek niet meer wil wegleggen. Dát wil ik bereiken.”

Compositie

Minstens zo belangrijk als taal, vindt Weijts de muzikaliteit in een tekst. Niet alleen moet een tekst lekker klinken – zo leest hij regelmatig fragmenten hardop voor – maar zit de muzikaliteit ook in de compositie van het boek. ,, Moet de toonsoort anders, bijvoorbeeld melancholisch, dan verander ik de tekst naar verleden tijd. Een snel deel volgt op een langzamer deel. Ik krabbel er wel eens ‘allegro’ of ‘andante’ bij. Versnellen doe ik met korte zinnen, vertragen door er een andere verhaalscéne in te bouwen. Zo stel je het spannendste moment uit.” Zoals bij Ybeltje. Niemand van de toernooideelnemers die ooit te weten komt hoe het tussen Weijts en jeugdliefde ‘laten we haar Ybeltje noemen’ is afgelopen.

© Evelien Engele

Abdelkader Benali

‘De beste speeches gaan nergens over’

Een jaarlijks terugkerende traditie op het Max Havelaar Toesprakentoernooi is de entr’acte. Dit jaar nam niemand minder dan schrijver en presentator Abdelkader Benali het woord. Geheel toepasselijk gaf hij een les in speechen waarin hij op eigen wijze ‘alles wat je altijd al wilde weten over een goede speech, maar nooit durfde te vragen’ uit de doeken doet.

Écht waar: Benali (1975) kende vroeger een enorme podiumangst. Wie hem achter het spreekgestoelte in het Kamerlingh Onnes Gebouw hoort vertellen, zal het misschien niet zo snel geloven, maar deze vlotte spreker heeft toch echt een strijd moeten leveren om hier vandaag quasi nonchalant de sprekers van de toekomst van tips te voorzien. ,,Er zijn genoeg momenten geweest dat mijn zelfvertrouwen me in de steek liet. Ik nam me voor dat ik mijn klassieke manier van spreken waarbij mensen indutten radicaal moest veranderen. Ik vroeg me af wat ik nu écht goed aan een lezing vond. Ik kwam uit dat een goede spreker een goede verteller is die ook op het podium dicht bij zichzelf blijft. Iemand die met humor en relativering zijn publiek meeneemt.”

Empathie

Leren spreken zoals hij schrijft, zo omschrijft hij zijn vernieuwde manier van spreken in het openbaar. ,,Het gaat om storytelling. Een verhaal moet je geloven. Ook bij fictie, want de waarden die eronder liggen zijn serieuze zaken. Een cynicus heeft maar een beperkte houdbaarheidsdatum. Mensen zijn tegenwoordig zo gewend aan retoriek dat authenticiteit en empathie steeds belangrijker zijn geworden.” Met verbazing horen de leerlingen aan dat de beste speeches nergens over gaan. Benali maakt geen grapje. ,,Een spreker die niet alles vertelt, maakt hongerig. Sprekers zouden honderdduizend keer meer kunnen vertellen dan ze doen, maar het gaat om het gevoel dat ze overbrengen. De grootste beginnersfout is om alles in je speech te willen vertellen. Vroeger wilden mensen geïnformeerd worden, tegenwoordig geïnspireerd of gerustgesteld.”

Onvoorspelbaarheid

Wanneer Benali schrijft gaat hij ‘heel retorisch’ te werk. ,,De hyperbool, ironie, stilte: ik gebruik het allemaal. Zinnen moeten muzikaal kloppen. Elke zin moet voldoende spankracht hebben. De grammatica hoeft niet eens te kloppen, staat vaak zelfs in de weg. Emotie heeft geen grammatica nodig. In de literatuur begin je daar waar we het niet meer weten, waar de wetenschap en media stoppen. In de literatuur vraag je je af hoe mensen reageren in complexe situaties. Literatuur gaat om onvoorspelbaarheid. Precies dat wat ook in een speech terugkomt. Als spreker moet je die onvoorspelbaarheid omarmen.”

In hoeverre voelt de Nederlandse schrijver met Marokkaanse roots zich een Havelaar? ,,Doordat ik schrijf, ben ik al in verzet. Het grootste onrecht vind ik dat niet alle stemmen gehoord worden. Aan mij om de woorden te geven aan mensen die dat zelf niet kunnen. Een personage in mijn boek moet staan voor een groep ongehoorden.” Die taak zit er nog lang niet op. Gelukkig, na dit Max Havelaar Toesprakentoernooi staat hij er zeker niet alleen voor.

© Evelien Engele

Deze website maakt gebruik van cookies.