Logo Universiteit Leiden.

nl en

Werkconferenties lerarenopleiders

Archief conferenties

Hieronder staan de onderwerpen van de conferenties voor lerarenopleiders die hebben plaatsgevonden.

Implementatie van meertaligheid en taalbewustzijn in de dagelijkse lespraktijk: hoe kunnen leerlingen achtergrondtalen gebruiken in de MVT-lessen?

Rosalinde Stadt, Universiteit van Amsterdam

In het vreemdetalenonderwijs op middelbare scholen in Nederland worden de MVT als aparte eilandjes aangeboden. Schooltalen zouden vakoverstijgender aangeboden kunnen worden door aandacht te schenken aan overeenkomsten tussen de verschillende schooltalen. In de afgelopen twee decennia is er veel derdetaalverwervingsonderzoek gedaan, een onderzoeksgebied waar er een onderscheid gemaakt wordt tussen de invloed van de moedertaal en andere vreemde talen bij het leren van een volgende, ‘derde’ taal. Vreemde talen blijken elkaar te kunnen beïnvloeden als ze op elkaar lijken (Rothman, 2015), of als ze allebei vreemde talen zijn, omdat ze dan op een vergelijkbare ‘expliciete’ manier geleerd zijn (Bardel & Falk, 2012). Leerlingen op middelbare scholen gebruiken bij het leren van een vreemde taal ook andere talen die ze al kennen (Rutgers & Evans, 2018; Stadt et al. 2018). Worden leerlingen betere taalleerders als ze zich realiseren dat ze verschillende achtergrondtalen tot hun beschikking hebben bij het leren van een volgende vreemde taal? En hoe kunnen we als lerarenopleiders ruimte maken in ons curriculum voor taalbewustzijn en meertaligheid zodat studenten bewust worden van de klas als meertalige omgeving? Over deze vragen buigen we ons in deze workshop.

De hbo vakkennisbasis in herijking

Henriett Duijs Gerda, Hogeschool Rotterdam, en Linda Chaudron, Hogeschool van Amsterdam

De kennisbasis van de moderne vreemde talen, Nederlands en Fries wordt op dit moment herijkt. In dit proces is er veel afstemming tussen de mvt en ook tussen de mvt, Nederlands en Fries. In deze workshop presenteren we eerst het proces en  de huidige stand van zaken van de documenten. Vervolgens gaan we in groepen in op vragen als: zijn de inhoud en de voorstellen van de vakvernieuwingscommissie herkenbaar, vinden we de beschrijving passend bij het startbekwaamheidsniveau.

De vernieuwing van de eindexamens en kerndoelen mvt

Simone Groeneveld, Hogeschool Windesheim

Ook dit studiejaar zijn er periodieke rondes waarin de vakvernieuwingscommissies, voor de eindexamenprogramma’s en voor de kerndoelen, feedback verzamelen. In deze sessie worden eerst de aspecten gepresenteerd waarop feedback wordt gevraagd, we gaan vervolgens in kleine groepen over de voorstellen praten en feedback formuleren.

Ontwikkeling van een vakdidactisch observatie-instrument voor communicatief vreemdetalenonderwijs als brug tussen theorie en praktijk

Marleen IJzerman en Charline Rouffet (Hogeschool Utrecht)

Vakdidactiek vormt een essentieel onderdeel van het curriculum van lerarenopleidingen. Vakdidactici moderne vreemde talen (mvt) van de Hogeschool Utrecht constateerden echter dat de samenhang tussen de vakdidactische leerlijn en de (stage)praktijk vaak beperkt is. Dit komt mede doordat opleiders van de lerarenopleiding en de werkplekbegeleiders in de beroepspraktijk onvoldoende samenwerken vanuit eenzelfde vakdidactisch referentiekader. Hoewel de eindtermen voor het vreemdetalenonderwijs gericht zijn op communicatieve vaardigheden, zien we in de praktijk dat leerlingen nauwelijks (leren) communiceren in de vreemde taal. Om een brug te slaan tussen de vakdidactische theorie en de vakdidactische ontwikkeling van studenten in de (stage)praktijk is een observatie-instrument ontwikkeld dat gebaseerd is op de principes van communicatief taalonderwijs en dat het vakdidactisch handelen van mvt-docenten (in opleiding) observeerbaar en evalueerbaar maakt. Het instrument kan zowel door instituutsopleiders en werkplekbegeleiders als door studenten zelf gebruikt worden voor observeren, feedback geven of ontwerpen.
In deze workshop bespreken we hoe het instrument ingezet kan worden in de praktijk.

Implementatie van een communicatief toetsprogramma voor moderne vreemde talen: ervaringen van docenten en studenten op formatieve activiteiten

Charline Rouffet (Hogeschool Utrecht)

De manier waarop toetsing wordt opgevat, is de laatste jaren aanzienlijk veranderd. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van een focus op summatieve toetsing, gericht op het vaststellen van het niveau van leerlingen aan het einde van het leerproces, naar een focus op de formatieve functie van toetsing, gebaseerd op activiteiten die geen deel uitmaken van een formele beslissing waardoor leerlingen kunnen oefenen zonder dat er gevolgen zijn voor hun school of toekomstige academische carrière. Het hoofddoel van vreemdetalenonderwijs is om leerlingen te leren communiceren in een vreemde taal. Het is daarom van cruciaal belang om (toets)activiteiten (summatieve en formatieve) te ontwikkelen die deze vaardigheid meten. Dit is echter een complexe taak voor docenten. In ons onderzoeksproject hebben docenten moderne vreemde talen daarom een communicatief toetsprogramma ontwikkeld in co-design met een onderzoeker. In deze presentatie zullen we ons specifiek richten op hoe docenten en leerlingen de implementatie van formatieve activiteiten binnen het toetsprogramma ervaren.

Feedback op de selectie van de eindtermen (vakvernieuwingscommissie mvt)

Simone Groeneveld (Hogeschool Windesheim)

Afgelopen najaar hebben we de eerste tussenproducten van de vakvernieuwingscommissie mvt van SLO gelezen. Het ging om de eerste twee van vijf producten (een karakteristiek per taal en een raamwerk voor alle mvt's), waarop we ook feeback konden geven. Het derde tussenproduct is een uitwerking van een selectie eindtermen en zal worden opgeleverd en met jullie gedeeld in maart. Tijdens de werkconferentie wisselen we met elkaar van gedachten over deze eindtermen aan de hand van de vragen die de vakvernieuwingscommissie aan ons stelt en onze eigen vragen. De feedback die jullie geven wordt verzameld en doorgegeven.

Meertaligheid benutten ten behoeve van taalvaardigheid, taalbewustzijn en (inter)cultureel bewustzijn

Catherine van Beuningen, hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid, Hogeschool van Amsterdam
 
Steeds meer kinderen groeien op met een andere taal dan of naast het Nederlands. Bovendien kent ook het Nederlands zelf vele variëteiten (streektalen, sociolecten, et cetera). En natuurlijk leren alle leerlingen op school nieuwe registers (of ‘vaktalen’) én vreemde talen. Kortom: in feite is iedere leerling meertalig. Uit onderzoek weten we dat deze meertalige rijkdom momenteel nog onvoldoende erkend en benut wordt. Andere thuistalen dan het Nederlands worden vaak zoveel mogelijk buiten de schoolmuren gehouden en in (vreemde)taallessen wordt te weinig doelgericht voortgebouwd op al aanwezige kennis van andere (thuis- en/of vreemde) talen. En dat terwijl een meertalige benadering juist kansen biedt op het gebied van taalvaardigheid, taalbewustzijn en (inter)cultureel bewustzijn. Hier ligt een opdracht voor het vreemdetalenonderwijs, maar uiteraard ook voor onze opleidingen. In deze eerste bijdrage schetst Catherine van Beuningen kort de achtergrond van deze opdracht. 

Thuistalen benutten in het vreemdetalenonderwijs

Mirjam Günther, associate lector Meertaligheid & Geletterdheid, NHL Stenden

Meertaligheid op een natuurlijke wijze integreren in het onderwijs van een middelbare school, hoe doe je dat? Vanuit het lectoraat Meertaligheid & Geletterdheid van de NHL Stenden Hogeschool hebben we een aanpak ontwikkeld die zich richt op een brede aanpak meertaligheid in het voortgezet onderwijs. Uitgangspunt hierbij is een benadering waarin alle in de klas en de regio aanwezige talen bij het onderwijs worden betrokken. Hierbij worden verschillende didactische benaderingen gecombineerd om de meertaligheid van de leerlingen te benutten. Bijvoorbeeld door aandacht te schenken aan taalbewustzijn en taalhouding. In deze bijdrage geeft Mirjam Günther de achtergrond van deze aanpak en deelt ze praktische voorbeelden. In het tweede deel van de bijdrage gaat ze in op de werkwijze van de lerarenopleidingen van NHL Stenden Hogeschool en hoe Design Based Education helpt om studenten voor te bereiden op de dagelijkse meertalige onderwijspraktijk.

Meertalige competenties verstevigen: lessen uit het mbo

Eline van Batenburg, vakdidactica Engels en onderzoeker, HvA
 
In deze workshop staat de vraag centraal welke competenties er schuilgaan achter succesrijke meertalige communicatie en hoe meertalige competenties versterkt kunnen worden in de klas. Eline van Batenburg vliegt dit vraagstuk aan vanuit inzichten die zij opdeed in recent onderzoek onder mbo-docenten en mbo-studenten. Een aanzienlijk deel van de mbo-studenten spreekt thuis al dan niet naast het Nederlands een andere taal of taalvariëteit. Deze groep studenten wordt opgeleid voor een specifiek beroep, dat zij uiteindelijk in een meertalige omgeving zullen uitvoeren. Dit vraagt van hen dat zij effectief kunnen communiceren in situaties waar anderen (liever) geen of beperkt Nederlands spreken, bijvoorbeeld door flexibel te schakelen tussen en binnen talen en door specialistische informatie toegankelijk te maken voor anderen. Op basis van haar onderzoek laat Eline zien in welke mate (meertalige) mbo-studenten al over de competentie beschikken om hun meertalige repertoires kansrijk in te zetten in studie en beroep. Middels opdrachten zal zij vervolgens samen met deelnemers op zoek gaan naar manieren om deze meertalige competenties te ontwikkelen in de les.   

Grammatica houdt het curriculum in zijn greep

Leslie Piggott (NHL Stenden)

Grammatica-instructie en toetsing in de MVT-lessen heeft bij veel reguliere VO-scholen nog een prominente plek in het curriculum. Studenten die op stage gaan krijgen hiermee te maken. Ze zien hoe de lessen in veel gevallen om grammaticale structuren worden vorm gegeven en hoe de toetsing erop wordt afgestemd. Op de lerarenopleiding worden dezelfde studenten echter voorbereid op lessen waarin communicatieve effectiviteit en vaardigheden voorop staan, waar grammatica een deelvaardigheid is en niet in isolatie als leerdoel centraal staat. Er ontstaat frustratie bij studenten op het moment dat wat zij leren op de opleiding niet overeenkomt met de ervaringen in de praktijk. Tijdens deze workshop zal ik eerst stilstaan bij het fenomeen grammatica die bij veel scholen het curriculum in zijn greep houdt en gaan we in gesprek over onze rol als vakdidactici en lerarenopleiders om studenten hierop voor te bereiden. Welke vaardigheden geven we mee om toekomstgerichte taaldocenten op te leiden die beoogde curriculum veranderingen kunnen dragen?

Het ERK vernieuwd: de nieuwe Companion Volume en de lerarenopleidingen

Daniela Fasoglio en Marjon Tammenga (SLO)

In 2020 is de eerste ERK publicatie (uit 2001) aangepast  en vernieuwd, op initiatief van de Raad van Europa. De nieuwe publicatie heet (ingekort) Companion Volume en bevat nieuwe descriptoren, zoals voor mediation, meertalige en pluriculturele competentie en de aanvullingen voor gebarentaal. Velen onder ons weten het, maar de meesten hebben weinig tijd gehad om zich goed te verdiepen in de aanpassingen. Daarom nemen Daniela en Marjon ons mee in de belangrijkste veranderingen en we gaan vervolgens met elkaar uitwisselen wat de impact is op de modules van onze lerarenopleidingen en, voor de tweedegraads opleidingen, op de kennisbasis. 

Vrij lezen als vakinhoudelijke en vakdidactische invulling van het curriculum van de lerarenopleiding

Doris Abitzsch & Ewout van der Knaap (Universiteit Utrecht)

Het ERASMUS+-project Lehrkompetenzentwicklung für Extensiven Leseunterricht (LEELU, Developing Teaching Competencies for Extensive Reading Programs) behelsde het ontwerp van een internationaal lerarenopleidings- en nascholingsconcept met betrekking tot een vrij lezen-programma bij Duits cq. mvt. 

Beide aspecten zullen in het eerste deel worden gepresenteerd. Daarbij gaan wij in op de vakdidactische principes en onderzoeksresultaten met betrekking tot het lerarenopleidings-en nascholingsconcept én het vrije lezen.  
Daarna zullen we gezamenlijk aan de volgende vragen werken:

  • Hoe zou je extensief lezen in het hbo vorm kunnen geven (of in de taalvaardigheidslijn aan universitaire bacheloropleidingen)?
  • Hoe pas je het in, welke principes zijn daarbij van belang, waar zijn scheidslijnen met andere vakken vast te stellen?
  • Welke boeken zouden in de catalogus moeten worden opgenomen?
  • Hoe kun je ook de vertaalslag naar de (toekomstige) praktijk van de studenten vormgeven?

Meer informatie over het project: www.leelu.eu 

Interculturele competentie

Esther Schat (docente Spaans op het Spinoza Lyceum in Amsterdam/promovenda Dudoc Alfa bij de Universiteit Utrecht)

Interculturele competentie is een belangrijk doel van taalonderwijs. Interculturele competentie verwijst naar het vermogen om effectief en gepast te kunnen communiceren met mensen uit andere culturen gebaseerd op houding, kennis en vaardigheden. In de praktijk zien we echter  dat cultuur in de mvt-les op een statische manier wordt onderwezen waarbij er vooral kennis wordt overgedragen over de doeltaalcultuur.
In mijn onderzoek heb ik onderzocht hoe je jeugdliteratuur kunt inzetten om zowel aan interculturele als een talige doelen te werken. In deze lezing zal ik een aantal ontwerpprincipes presenteren waarmee mvt docenten zelf aan de slag kunnen in hun literatuurlessen. 

Formative assessment is booming

Bas Trimbos (SLO)

Formative assessment is booming. Maar wat is het eigenlijk? Gaat het om toetsen of leren? Wat betekent het voor jou als mvt-opleider maar ook voor de studenten die op school les moeten geven? Hoe kunnen we de studenten als docent op weg helpen om betere beslissingen te kunnen nemen? Samen een neus voor kwaliteit ontwikkelen!
 
Na deze workshop:

  1. Weet je hoe je formatief evalueren/toetsen/handelen moet presenteren aan je studenten: wat het wel en niet is, zoals een formatieve toets bestaat niet;
  2. Kun je je studenten inzicht geven in de begrippen rondom formatief toetsen, zoals het cyclisch proces van feed up-feedback-feed forward en de rollen daarbij (docent, leerling, medeleerling);
  3. Weet je hoe verschillende fasen in het formatieve proces eruit kunnen zien, zoals het verhelderen van leerdoelen en succescriteria, en kun je je studenten hierop laten reflecteren;
  4. Heb je ideeën verzameld om formatief evalueren vorm te geven in de lespraktijk van je studenten.

In deze online workshop zal Bas interactiviteit inbouwen, zodat de deelnemers ook inzicht krijgen in ervaringen en gedachten van collega’s. Bas heeft 12 jaar lesgegeven in het voortgezet onderwijs. Hij werkt al 20 jaar bij de SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) en houdt zich de laatste 10 jaar bezig met formatieve praktijken in binnen- en buitenland. Je kunt hem volgen op Twitter (@bastrimbos), waar hij twittert over formatief evalueren, feedback en zelfregulatie. 

Over-asked or under-used? Hoe docenten Engels in het tweetalig onderwijs lesgeven en samenwerken
Liz Dale (hoofddocent en vakdidactica Engels, HvA)

In scholen voor tweetalig onderwijs leren leerlingen Engels in vaklessen die parallel worden gegeven aan taallessen Engels. Vakdocenten zijn in de regel non-native speakers en/of hebben geen achtergrond als docent Engels naast hun vakspecialisme. In dit context zijn er voor docenten Engels kansen en uitdagingen, zowel wat betreft de didactiek als de samenwerking met de collega’s van andere vakken. Zijn docenten Engels overvraagd of onderbenut? Hoe zouden de lerarenopleidingen studenten Engels het beste kunnen voorbereiden op het lesgeven op tto scholen? In deze workshop zal ik een aantal resultaten uit mijn promotie-onderzoek presenteren en we zullen samen deze vragen beantwoorden.

Meertaligheid in talenonderwijs: een grote opdracht voor schoolpraktijk én lerarenopleiding
Catherine van Beuningen (senior onderzoeker lectoraat Didactiek van de de moderne vreemde talen, HU/ hoofdddocent Nederlands HvA) en Daniela Polisenska, (hoofddocent onderzoek masters, HvA)

Meertaligheid is een feit in de Nederlandse samenleving en daarmee in het onderwijs. Hoewel theorie en onderzoek wijzen op de voordelen van het erkennen en benutten van de meertalige repertoires van leerlingen, staan er in de onderwijspraktijk ‘hekjes’ om talen. Ten eerste worden andere thuistalen zoveel mogelijk buiten de schoolmuren gehouden, vanuit het idee dat ze eerder een belemmering voor schoolsucces vormen dan een verrijking. Ten tweede wordt in (vreemde)taallessen nauwelijks doelgericht voortgebouwd op al aanwezige kennis van andere (thuis- en/of vreemde) talen. Ook voor het ontwikkelen van een open houding ten aanzien van meertaligheid is geen systematische aandacht.
Dat hier voor het talenonderwijs een belangrijk aandachtspunt ligt, blijkt ook uit het feit dat de valorisatie van meertalige repertoires door de Curriculum.nu-ontwikkelteams Engels/Moderne vreemde talen én Nederlands aangemerkt is als kernthema of ‘grote opdracht’. Vanuit het idee dat lerarenopleiders een belangrijke schakel vormen in de benodigde praktijkontwikkeling, ontwerpen de tweedegraads opleidingen Nederlands, Engels, Frans en Duits van de HvA een gezamenlijke curriculumlijn waarin studenten de kansen die een meertalige onderwijssituatie biedt, leren waarderen en benutten. In deze workshop doen we verslag van dat ontwikkelproces, leggen we deelnemers concrete voorbeelden van ontwikkelde materialen voor en gaan we graag met collega’s in gesprek over de gewenste plek van meertaligheid in het mvt-opleidingscurriculum

Naar een perspectiefgerichte benadering van het modernevreemdetalenonderwijs
Nivja de Jong (universitair hoofdddocent tweedetaalverwerving en -onderwijs, Universiteit Leiden) en Janneke Geursen (vakdidactica Engels, ICLON, Universiteit Leiden)

Het vreemdetalenonderwijs is in beweging. In de voorstellen van het curriculum.nu ontwikkelteam en het meesterschapsteam Moderne Vreemde Talen gaat het niet alleen meer over het ontwikkelen van taalvaardigheid, maar ook over het bevorderen van taal- en cultuurbewustzijn.
in deze workshop bespreken we wat het inzetten van een meerperspectivische benadering (Janssen, Hulshof & Van Veen, 2018) voor het mvt-onderwijs zou kunnen betekenen. Daarbij zullen de volgende vragen centraal staan:

  • Zetten de perspectieven leerlingen aan tot het nadenken over taal, zodat zij niet alleen taalgebruikers worden, maar ook taal- en cultuurbeschouwers?
  • Hoe draagt deze benadering bij aan het ontwikkelen van interculturele communicatieve competentie?
  • En hoe kunnen we docenten-in de opleiding voorbereiden op hun (nieuwe?) taak?

Het ontwikkelen van lesmaterialen als professionaliseringsslag voor docenten én opleiders - Marina Bouckaert (vakdidactica Engels, Fontys Lerarenopleiding Tilburg & Universiteit Utrecht)

Het zelf maken, gebruiken en evalueren van lesmaterialen kan voor (mvt-)docenten een concrete en effectieve manier zijn om zich te professionaliseren. Voortgezette professionele ontwikkeling wordt bijvoorbeeld gestimuleerd wanneer docenten kritisch reflecteren op de door hen ontworpen materialen. In deze workshop gaan we als opleiders het gesprek aan over hoe we onze docenten-in-opleiding kunnen helpen bij deze kritische reflectie. De uitkomsten van Marina’s promotieonderzoek (University of Roehampton, Londen, 2017) zullen handvatten bieden voor dit gesprek. Daarnaast zullen we onze eigen materialen uitwisselen. Deelnemers wordt dan ook verzocht zelfontworpen materiaal – zoals een opdracht, hand-out, reader of Powerpoint-presentatie – mee te nemen. De workshop belooft hiermee een sterk staaltje double loop learning te worden.

Zelfstandig tekstkwaliteit verbeteren met behulp van gefocuste revisievragen - Camille Welie (Hoofddocent Talendidactiek, Hogeschool van Amsterdam), Mili Gabrovsek (lerarenopleider Engels, Hogeschool van Amsterdam)

Een effectieve manier om schrijvers te helpen hun teksten te verbeteren is het geven van feedback door de docent. Hoewel effectief gebleken, kost het geven van feedback docenten veel tijd. Een ander nadeel is dat feedback schrijvers het idee kan geven dat ze feedback (of de docent) persé nodig hebben om hun tekst te verbeteren en hierdoor kan feedback schrijvers het gevoel van eigenaarschap over de tekst ontnemen. Deze nadelen creëren de vraag naar een methode waarmee schrijvers zelfstandig hun eigen teksten kunnen verbeteren.
In deze workshop wordt een dergelijke methode, genaamd Docentonafhankelijke Gefocuste Revisie (DGR), gepresenteerd. DGR houdt in dat schrijvers hun eigen teksten reviseren met behulp van gefocuste vragen bij verschillende aspecten van schrijfvaardigheid (spelling, grammatica, samenhang, etc.). In de workshop zal DGR worden toegelicht en theoretisch worden gemotiveerd. Deelnemers krijgen voorbeelden van DGR aangereikt, zowel voor schrijven in de moedertaal als in de tweede taal. Bovendien gaan deelnemers zelf met DGR aan de slag door te oefenen met het formuleren van vragen bij voorbeeldteksten.

Literatuur in een toekomstbestendig mvt-curriculum - Jasmijn Bloemert (vakdidactica Engels, Rijksuniversiteit Groningen)

In 2014 heeft Jasmijn een Dudoc-Alfa-promotiebeurs gekregen om een exploratief vakdidactisch onderzoek uit te voeren naar het literatuuronderwijs bij het vak Engels. Een van de opbrengsten van haar onderzoek is de Meervoudige Benadering mvt literatuuronderwijs. Dit model heeft ze onder andere gebruikt om de huidige situatie te analyseren (huidige operationele curricula, leerlingen perspectief en mate van betrokkenheid) en om de bestaande curricula van 8 docenten te verrijken. Nu ze het laatste hoofdstuk van haar proefschrift aan het afronden is het tijd voor een kritische reflectie: Wat heeft dit onderzoek opgeleverd aan kennis die we kunnen inzetten in de ontwikkeling van een toekomstbestendig mvt-curriculum?
In deze bijdrage zal Jasmijn een overzicht geven van de resultaten van haar promotie-onderzoek. Op basis van deze resultaten zal ze een aantal stellingen en vragen presenteren die zullen dienen als input voor een goed gesprek over de rol en positie van literatuur in een toekomstbestendig mvt-curriculum. 

 

Ontwikkelingen in curriculum.nu (Monica Sienders, vakdidactica Engels HvA/lid ontwikkelteam mvt curriculum.nu)

De afgelopen maanden heeft het ontwikkelteam mvt gewerkt aan een document met de grote lijnen voor het curriculum. In dit document is ook de feedback verwerkt van docenten, organisaties en opleiders. In de huidige fase zoeken de ontwikkelteams naar mogelijke overlap in deze grote lijnen (bij mvt bijvoorbeeld met het curriculum Nederlands en met burgerschap) en identificeren ze bouwstenen voor het curriculum. Deze workshop gaat over enkele interessante thematische ontwikkelingen in het curriculum mvt. Na een korte inleiding bespreken we met elkaar hoe wenselijk en haalbaar deze ontwikkelingen zijn en delen we de opbrengsten. De workshop heeft als concreet resultaat feedback van de aanwezige mvt-opleiders aan het ontwikkelteam – tevens kan deze werkvorm ook met de eigen studenten worden ingezet.

Vakdidactiek in de opleiding en de schoolpraktijk: een observatie-instrument voor inventarisatie, reflectie en feedback (Rick de Graaff, lector Didactiek van de Moderne Vreemde Talen, Hogeschool Utrecht/ hoogleraar Didactiek van de Vreemde Talen en Tweetalig Onderwijs, Universiteit Utrecht, en leden van de lectoraatsgroep Didactiek van de Moderne Vreemde Talen)

Vakdidactiek vormt de brug tussen vakinhoudelijke kennis, kennis over vakspecifieke leerprocessen, kennis van het schoolvakcurriculum en het functioneren van een vakdocent in de praktijk. Het lectoraat Didactiek van de Moderne Vreemde Talen ontwikkelt en valideert een observatie-instrument dat het vakdidactisch handelen van mvt-docenten observeerbaar en evalueerbaar maakt. Met inzet van dit instrument  beogen we de congruentie tussen vakdidactische theorie, opleiding en mvt-praktijk te verbeteren. In deze workshop doen we verslag van bevindingen uit onze praktijkverkenning en validering, werken de deelnemers met het instrument en gaan we in discussie over de bruikbaarheid van het instrument in de opleidingspraktijk.

De interactieve spreektaak als meetinstrument van gespreksvaardigheid Engels in het vmbo (Eline Batenburg, vakdidactica Engels, Hogeschool van Amsterdam)

Eline deed in de afgelopen vier jaar promotieonderzoek naar het ontwikkelen van de gespreksvaardigheid Engels voor vmbo-kaderleerlingen. Tijdens deze workshop zal zij ingaan op opzet en resultaten van haar eerste studie, die zich richtte op het toetsbaar maken van interactievaardigheden. Ontwerpcriteria en praktische voorbeelden komen aan bod. Tevens wordt er een koppeling gemaakt met de vormgeving van gespreksvaardigheidsonderwijs. Deelnemers zullen m.b.v. een voor de studie ontwikkeld beoordelingsinstrument video-opnames van spreektaken beoordelen, en feedback geven op dit instrument.  Daarnaast gaan zij in discussie over de toepasbaarheid van dit taaktype in het onderwijs.

Doeltaal Leertaal - Sebastiaan Dönszelmann (vakdidacticus Frans, VU) 

De doeltaal in de MVT-les gebruiken, daardoor leren de leerlingen de taal beter, toch? We denken het allemaal, maar vier decennia onderzoek laten zien dat alleen van de inzet van de doeltaal als instructietaal niet veel geleerd wordt, zelfs niet als de leerlingen hun docent prima begrijpen. Wat is er dan precies nodig opdat onze leerlingen wel leren van de doeltaalinzet van hun docent? Het ‘Doeltaal-Leertaal’-onderzoek waarop Sebastiaan Dönszelmann na de zomer verwacht te gaan promoveren laat zien dat het van groot belang is de doeltaal niet te zien als communicatiemiddel maar als leermiddel. En leermiddelen gaan niet zonder didactiek. De doeltaaldidactiek die uit het onderzoek voortkwam werd aangeleerd aan 35 docenten en vervolgens een jaar lang ingezet in evenveel 1hv-klassen. 

In deze workshop wordt aan de hand van zeer concrete handreikingen geschetst hoe doeltaaldidactiek eruit kan zien en welke bijzondere effecten de inzet van deze didactiek op de leerprestaties van de leerlingen blijkt te hebben. Bovendien staan we erbij stil wat het aanleren van de didactiek heeft gedaan met de werkbeleving van docenten. En natuurlijk gaat u ook zelf aan de slag met de doeltaal!

Helpen of hinderen? Het gebruik van de moedertaal (L1) in de taallesJeanine Mysliwiec (Docente Engels en Lerarenopleider Talen, NHL Hogeschool)

 Als lerarenopleiders promoten wij het maximale gebruik van de doeltaal, maar we zien dat studenten in de praktijk met de uitvoer hiervan worstelen. Zij hebben de neiging terug te grijpen op het gebruik van de L1 (Nederlands), mede door een gering bewustzijn van hun gebruik van zowel doel- als voertaal. Uit onderzoek blijkt dat een beperkt maar principieel gebruik van de L1 een middel kan zijn om het doeltaalgebruik juist te maximaliseren en niet slechts te beletten. In deze workshop maakt u kennis met hoe wij deze conclusie inzetten in onze English Language Teaching (ELT) lessen op NHLStenden. Hierbij analyseren studenten hun eigen taalgebruik (moedertaal en doeltaal) in een vooraf gefilmde les en stellen een advies op voor zichzelf om tot een L1 gebruik te komen dat de doeltaalverwerving niet hindert, maar juist helpt.

Doeltaal-voertaal in de lerarenopleiding. Waar staan we en waar gaan we naartoe? Irene van Adrighem (oud vakdidactica Duits, Inholland), Susanne Görlich (vakdidactica Duits, Inholland)

Het gebruik van de doeltaal in de mvt-les is een bekend didactisch principe. Niet alleen in de Nederlandse context, maar ook in andere Europese landen. Elke docent kent het en is ervan overtuigd dat het een boost kan geven aan het taalonderwijs. Ook al wordt de doeltaal in de praktijk gebruikt, het kan nog kwalitatief beter en op grotere schaal. Wat doen we goed in de lerarenopleiding, wat kan beter?

Centraal in deze workshop staat het onderzoek van de Pädagogische Hochschule van St. Gallen in Zwitserland. Zij stelden vast dat de studenten van de lerarenopleiding een bepaald ERK niveau moeten behalen, maar dat zij daarmee in hun beroep niet goed uit de voeten konden. De onderzoekers voerden een behoefte-onderzoek uit onder zittende mvt-docenten en vroegen hun wat een mvt-leraar in welke situaties in de vreemde taal moet kunnen zeggen.  Zij kwamen tot ‘beroepsspecifieke taalprofielen’, ondergebracht in een vijftal domeinen, elk geconcretiseerd  in descriptoren.

In deze workshop willen we met de praktijkervaring van de opleiders en de uitkomsten van (de gepresenteerde) onderzoeken over dit thema gaan kijken wat we kunnen verbeteren in onze opleidingspraktijk.

WhatsApp in de MVT-les, Marrit van der Guchte (vakdidactica Duits, Universiteit van Amsterdam)

Tijdens de voorbereiding van een taaltaak in de MVT les overleggen de leerlingen nauwelijks met elkaar in de doeltaal. Wat zou er gebeuren wanneer dit overleg, voorafgaand aan de uitvoering van een taaltaak, niet face-to-face zou gebeuren maar via WhatsApp? Zouden leerlingen dan wel met elkaar in de doeltaal communiceren? En wat zou dit voor effect hebben op de daaropvolgende taakuitvoering? In deze bijeenkomst doe ik verslag van mijn onderzoek naar de effecten van het gebruik van WhatsApp in de Duitse les. Daarnaast komen andere voorbeelden aan bod waarbij leerlingen online met elkaar kunnen communiceren in de MVT-les.  

Differentiëren: ook in de opleiding! Maartje Visser (vakdidactica Engels, Hogeschool van Amsterdam) en Annika Groeneveld (vakdidactica Frans, Hogeschool van Amsterdam)

Differentiëren is een verplicht onderdeel van het Toezichtkader Voortgezet Onderwijs. De onderwijsinspectie concludeerde in het Onderwijsverslag 2015 dat differentiëren onvoldoende aan bod komt op de lerarenopleidingen. De HvA biedt daarom sinds 2015-2016 de module “Differentiëren: omgaan met verschillen” aan in leerjaar 3 van lerarenopleidingen talen. In deze workshop maakt u kennis met de module-onderdelen, verkent u welke kennis en vaardigheden studenten leren en ondervindt u praktische werkvormen voor differentiëren in de talenles. We tonen ook producten van studenten. Tot slot verkennen we welke aanpakken u meeneemt naar uw eigen opleiding.

Taalbewustzijn in het onderwijs: op naar taalbewust burgerschap Anna Kaal (vakdidactica Engels, Vrije Universiteit)

Taal is een wonderlijk fenomeen: door de eeuwen heen gebruiken mensen dag in dag uit taal om met elkaar te praten, te lachen, te discussiëren, om elkaar de liefde te verklaren of een opiniestuk te schrijven, om elkaar te leren kennen en te begrijpen. Je zou kunnen zeggen dat taal het ‘smeermiddel’ is van de maatschappij; wat een leerling na school ook gaat doen, inzicht in de werking van dit smeermiddel, in de mooie en grappige, maar ook manipulatieve en gecompliceerde kanten van taal, lijkt essentieel om als volwaardig burger in de samenleving te kunnen functioneren.

Het is de vraag of ons huidige curriculum leerlingen genoeg bewust maakt van deze belangrijke rol. Taalbewustzijn wordt dan ook vaak genoemd als het gaat om de vernieuwing en het meer betekenisvol maken van taalonderwijs. Maar wat is taalbewustzijn precies? En hoe geven we daar vorm aan in ons onderwijs? In deze workshop staan we stil bij onderzoek naar en ervaringen met taalbewust onderwijs. Daarnaast bespreken we meningen van docenten en vakdidactici over de toekomst van taalonderwijs (enquête Meesterschapsteam MVT eind 2016). Tot slot gaan we aan de slag met manieren om taalbewustzijn een plek te geven in het scholen van leraren.

Begeleiding van LiO-praktijkonderzoek in thematische werkgroepen (deel 1) Catherine van Beuningen (vakdidactica en hoofddocent Talen, Hogeschool van Amsterdam) en Dubravka Knezic (vakdidactica Engels, Hogeschool van Amsterdam) 

Uitgangspunt van de onderzoekslijn in de tweedegraadslerarenopleidingen is studenten op te leiden tot reflectieve professionals, die beschikken over instrumentele onderzoekskennis en -vaardigheden (Enthoven & Oostdam, 2014); onderzoek doen is geen doel op zich, maar een middel om studenten hun eigen onderwijspraktijk beter te leren begrijpen. Het LiO-praktijkonderzoek (LPO) is het sluitstuk van de bacahelor-onderzoekslijn. In de lerarenopleidingen talen wordt het LPO begeleid in thematische onderzoeksgroepen; studenten binnen zo’n groep doen samen onderzoek naar een gemeenschappelijk thema dat aansluit bij de expertise van de begeleider. Deze aanpak sluit goed aan bij het instrumentele doel van het LPO en kent bovendien verschillende voordelen voor zowel studenten als docenten. Zo verhoogt het de studeerbaarheid van het curriculum en de kwaliteit van het afstudeeronderzoek. Ook draagt deze werkwijze bij aan de expertiseontwikkeling van begeleiders en verlaagt het de begeleidingslast. Bovendien biedt de aanpak mogelijkheden voor een vruchtbare kruisbestuiving tussen onderwijs en onderzoek. In deze workshop zetten we aan de hand van een concreet voorbeeld uiteen hoe zo'n thematische onderzoeksgroep vormgegeven kan worden. Met de deelnemers willen we graag van gedachten wisselen over zowel de potentiële voordelen en opbrengsten als de mogelijke nadelen en belemmeringen van de gepresenteerde aanpak.

Vraag maar raak: Interactie analyseren vanuit een dynamisch perspectief (deel 1) Nienke Smit (vakdidactica Engels, Rijksuniversiteit Groningen)

 Scaffolding kunnen we definiëren als het geven van de juiste hulp op het juiste moment, maar in de praktijk is het voor docenten niet altijd eenvoudig om dit te doen. Een manier voor docenten om goede hulp te bieden is het stellen van rake vragen en adequaat te reageren op antwoorden van leerlingen. Rake vragen gericht op betekenisvolle interactie zijn een belangrijk middel om leerlingen te laten denken, leren en communiceren. Lyster (2007) pleit daarom voor “counterbalanced instruction” met aandacht voor inhoud (content) en vorm, voor nadenken en betekenis, maar ook voor communicatie binnen de grenzen van wat redelijkerwijs van leerlingen verwacht kan worden. Interactiepatronen tussen docent en klas zijn echter complex en dynamisch: veel factoren zijn van invloed en de patronen veranderen over tijd. Ik presenteer een codeersysteem voor vragen, samengesteld op basis van concepten uit de content-based instructie en literatuur over scaffolding waarmee de ontwikkeling van interactie tussen docent en leerlingen over tijd in kaart gebracht kan worden. Dit codeersysteem is gebruikt voor het coderen van video-opnames van lessen Engels van vier verschillende docenten Engels. Vervolgens laat ik zien hoe je State Space Grids (Lewis, Lamey & Douglas, 1999 & Hollenstein, 2007), een techniek om dynamische systemen te analyseren, kan toepassen op interactiepatronen in de les Engels.  Na het presenteren van de data ga ik graag met jullie in gesprek over wat we zouden kunnen beschouwen als wenselijke en minder wenselijke interactiepatronen. Verder leg ik jullie graag de vraag voor hoe we MVT docenten kunnen scholen in het duurzaam verbeteren van de kwaliteit van de interactie in hun lessen. Deze multiple-case study is de tweede studie van mijn promotietraject naar interactional scaffolding in the EFL classroom. 

Differentiëren in het moderne vreemde talenonderwijs Ton de Kraay (vakdidacticus Engels en algemeen lerarenopleider Pabo, Hogeschool Rotterdam) 

De verschillen in taalvaardigheid Engels waarmee de leerlingen het voortgezet onderwijs instromen zijn enorm. Brugklasdocenten ontvangen leerlingen die geen Engels hebben gehad, leerlingen die acht jaar Engels hebben gehad en alles daartussen. Differentiatie van het onderwijs (Engels) kan hier een oplossing bieden. In het promotieonderzoek waar deze workshop op gebaseerd is, zijn positieve effecten gevonden voor een gedifferentieerde aanpak. De brugklasleerlingen in de experimentele groep waren na een jaar taalvaardiger voor Engels en stonden positiever tegenover het leren van de Engelse taal dan de controle groep. Naast het experiment zelf, speelden de deelnemende docenten ook een belangrijke rol in dit onderzoek. De docenten hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de treatment voor het experiment en zijn als panel in een Delphi studie bevraagd over de implementatie van een gedifferentieerde aanpak. In deze workshop zal vooral worden ingegaan op de gebruikte didactiek. Na een korte beschrijving van het promotieonderzoek, met gelegenheid voor  vragen en gedachtewisseling, gaan we aan de slag met het ontwerpen van gedifferentieerd talenonderwijs.

De studiedag werd mede georganiseerd en gefinancierd door het Meesterschapsteam mvt.

Bereikte ERK-niveaus in het VO: hoe presteren leerlingen in Nederland?, Daniela Fasoglio, SLO leerplanontwikkelaar 

Voor alle schooltalen zijn in 2007 ERK-streefniveaus geformuleerd: een indicatie van realistisch haalbare eindniveaus aan het eind van het VO voor de gemiddelde leerling bij goede onderwijscondities. Bij het vaststellen van de streefniveaus voor de productieve vaardigheden was echter geen empirische informatie voorhanden; daardoor waren geen uitspraken mogelijk over de aansluiting van de vastgestelde streefniveaus bij de schoolpraktijk. 
In de aflopen jaren is onderzoek gedaan naar, aan de ene kant, het ERK-niveau van de examens lees- en luistervaardigheid ontwikkeld door Cito; aan de andere kant, het ERK-niveau dat leerlingen bij schrijfvaardigheid daadwerkelijk bereiken aan het eind van havo en vwo voor Engels, Duits en Frans. Een vergelijkbaar onderzoek is dit jaar voor gespreksvaardigheid Engels gestart. Bij alle onderzoeken zijn internationale vakexperts geraadpleegd. In deze interactieve presentatie worden de (soms verrassende) resultaten kort samengevat en worden de implicaties voor het curriculum op school en op de lerarenopleiding besproken.

Versterkte inzet van literaire teksten in de onderbouw Duits, Elisabeth Lehrner, vakdidactica Duits, Hogeschool Windesheim 

Kan literatuur sterker worden verankerd in het vreemdetalenonderwijs en daarbij zowel bijdragen aan een betere leesvaardigheid als aan het aanleren van literaire competenties? En bovenal: kan samenhangend nastreven van deze twee doelen het bereiken ervan verbeteren? Welke rol spelen literaire teksten in de onderbouwlessen Duits? Hoe ervaren docenten Duits het gebruik van literaire teksten? In deze workshop worden de opvattingen van docenten over het gebruik van literaire teksten in hun les verkend en worden de eerste bevindingen uit een interventie op zes scholen met jullie gedeeld. De interventie maakt deel uit van een promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht, in het kader van het Dudoc-Alfa programma. Vervolgens is het aan de workshopdeelnemers om deze opvattingen te vergelijken met wat zij als lerarenopleiders en vakdidactici met literaire teksten hopen te bereiken in de opleiding van hun studenten. Graag wissel ik met jullie van gedachten over de vraag welke bijdrage de lerarenopleidingen kunnen leveren aan een grotere aandacht voor literaire teksten in de mvt-lessen.

TTO op het vmbo: Yes, we can... but how well? Jenny Denman, vakdidactica Engels, Hogeschool Rotterdam 

Terwijl TTO op vwo- en havo-niveau een redelijk bekende onderwijsvernieuwing is, weten veel mensen niet dat er ook ca. 27 scholen in Nederland zijn die TTO op vmbo-niveau aanbieden; niet alleen voor mavo maar ook (in mindere mate) op de andere vmbo-niveaus. Deze workshop biedt een overzicht van het promotie-onderzoek van Jenny, waarin de taalontwikkeling (Engels) en leerlingattitudes van TTO-vmbo leerlingen longitudinal werden gevolgd en vergeleken met een controlegroep van niet-TTO vmbo leerlingen. Een aantal docentkenmerken en attitudes wordt ook gepresenteerd. Aan de hand van authentieke leerlingteksten en andere taaltoetsen uit het onderzoek worden de deelnemers uitgenodigd om de taalontwikkeling van leerlingen zelf onder de loep te nemen en analyseren.

Duurzame doeltaal in regulier voortgezet MVT-onderwijs (Sebastiaan Dönszelmann, vakdidacticus mvt/Frans en docent algemene didactiek, Vrije Universiteit)

 Doeltaalgebruik. Anders gezegd: het inzetten van de doeltaal tijdens de moderne-vreemdetalenles. Je kunt de hele tijd de vreemde taal spreken tijdens de les, maar het is maar de vraag of leerlingen daarvan zoveel leren. Tot nu toe is er weinig geschreven over de didactiek van doeltaalinzet. In het lopende promotie-onderzoek waarover deze workshop gaat zitten 4 elementen: een doeltaaldidactiek formuleren (gebaseerd op een literatuurstudie), docenten professionaliseren en een jaar lang laten werken met de aangeleerde didactiek, docenten observeren op het duurzaam inzetten van de didactiek en ten slotte leerlingen bevragen op hun ervaringen en toetsen op hun presteren (afgezet tegen een controlegroep). In deze workshop zal vooral worden ingegaan op didactiek en professionalisering. Daarbij zal eenieders deelname worden gevraagd bij het observeren van doeltaaldidactiek in gefilmde lesfragmenten. Hiermee staven we het tijdens het onderzoek ontworpen observatie-instrument (feedback is zeer welkom!) en krijgen deelnemers actief inzage in veronderstelde kenmerken van doeltaaldidactiek.

Workshop: een instrument voor het begeleiden van de vakdidactische competentie in de stage - deel I (Femke Kitslaar, vakdidactica Engels, Hogeschool van Amsterdam) 

Idealiter zouden studenten door vakdidactici op de opleidingen en stagebegeleiders in de scholen op dezelfde manier vakdidactische begeleiding moeten krijgen. Maar we weten dat dit heel moeilijk te realiseren is. Daarnaast vragen stagebegeleiders om een instrument dat praktisch hanteerbaar is. Daarom zijn we op de HvA dit jaar gestart met de ontwikkeling van een feedbackinstrument dat het werkveld en de lerarenopleiding op vakdidactisch gebied dichter bij elkaar zou kunnen brengen. Tijdens het eerste deel van deze workshop gaan wij na een korte introductie gezamenlijk een video-observatie doen met behulp van dit instrument.

Workshop: het begeleiden en beoordelen van de vakdidactische competentie in de stages - deel II 

Na de lunch gaan we in groepen het instrument onder de loep nemen, formuleren we suggesties voor verbetering en wisselen we met elkaar uit hoe we feedback op de vakdidactische competentie geven. Vanzelfsprekend stellen we het instrument digitaal beschikbaar aan alle geïnteresseerde collega’s.

Adaptieve feedback en support bij gespreksvaardigheid MVT in klassen van 30? Hoe is dat nu mogelijk? (Esther de Vrind, vakdidactica Frans, ICLON, Universiteit Leiden) 

We weten al geruime tijd dat feedback een krachtig middel is om de taalvaardigheid te verbeteren. De beste feedback is feedback die is afgestemd op de feitelijke prestatie en op achterliggende gedachten, opvattingen en affectieve factoren van leerlingen. Maar hoe geef je zulke feedback in klassen van 30 leerlingen met beperkte tijd en middelen? Hoe kun je feedback en support (in de vorm van uitleg en oefeningen, Janssen, 2014) afstemmen op de individuele leerling om zijn gespreksvaardigheid te verbeteren in reguliere klassen in het v.o. havo/vwo? Op deze vraag zoek ik antwoord in een vierjarig promotietraject in het kader van Dudoc-Alfa. Tijdens deze presentatie wissel ik graag met jullie als experts van gedachten over deze vraag en zal ik met jullie resultaten delen uit een eerste substudie waarin een deel van de praktische didactische aanpak voor adaptieve feedback en gedifferentieerde support is uitgeprobeerd in de lespraktijk.

Opvattingen van aanstaande docenten over onderwijs, Siebrich de Vries, lerarenopleider Rijksuniversiteit Groningen

Siebrich, van oorsprong vakdidactica Frans,  heeft  de ontwikkeling van onderwijsopvattingen van aanstaande docenten onderzocht. Studenten die leraar willen worden komen al met veel onderwijservaring de lerarenopleiding binnen. Gedurende hun schoolcarrière hebben ze gemiddeld zo’n 15.000 uur docenten zitten observeren (Lortie, 1975). Daarmee is er geen enkel ander beroep waarmee studenten al zoveel ervaring mee hebben opgedaan als het docentschap. Ze hebben dan ook alle tijd gehad om opvattingen over onderwijs te vormen. Met welke opvattingen over onderwijs komen ze de lerarenopleiding binnen? Is er een relatie met hoe ze zelf aan het leren zijn, of met hoe ze lesgeven? Zijn opvattingen eventueel te veranderen? Hoe dan? In deze  workshop gaan deelnemers aan de hand van deze vragen ervaringen uitwisselen.

Docenten in opleiding en de positie van grammatica in het vreemdetalenonderwijs, Johan Graus, lerarenopleider Engels, Hogeschool Arnhem en Nijmegen

 De rol van grammatica in het modernevreemdetalenonderwijs is nog steeds controversieel: Is het geven van grammatica wel noodzakelijk? En zo ja, op welke manier kun je het dan in het curriculum verwerken? In deze workshop worden de opvattingen van docenten in opleiding over grammaticaonderwijs verkend aan de hand van een aantal bekende concepten uit de tweedetaalverwervingstheorie, zoals impliciete versus expliciete instructie en focus on form versus focus on formS. Vervolgens is het aan de workshopdeelnemers om deze opvattingen te vergelijken met wat zij als lerarenopleiders en vakdidactici hopen te bereiken met de leerlijn grammaticadidactiek in hun opleidingen.  

Vreemdetalenonderwijs geven, Linda Boersma (lerarenopleider Engels), Inge Elferink (lerarenopleider Frans), Matthias Mitzschke (lerarenopleider Duits), Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Deelnemers maken onder begeleiding van redactieleden en auteurs kennis met de opzet en achtergonden van het nieuwe vakdidactische handboek “Vreemdetalenonderwijs geven”. Vervolgens zullen zij via interactieve vormen met elkaar van gedachten wisselen over de opbouw van de leerlijn vakdidactiek en de wijze waarop je als opleider werkvormen in de lerarenopleiding introduceert en studenten kunt laten (in)zien dat er een link bestaat tussen werkvormen en theorie. Vragen die aan de orde zullen komen zijn:  Wat zijn opvattingen van studenten mbt nut en effectiviteit? Wat is de relatie tussen het gedrag dat opleiders tonen (teach as you preach), hun eigen opvattingen en onderliggende theorieën?

De interactieve spreektaak als meetinstrument van gespreksvaardigheid Engels in het Vmbo (Eline van Batenburg, vakdidactica Engels, Hogeschool van Amsterdam) 

Eline is in september 2013 gestart met haar promotieonderzoek naar het ontwikkelen van de gespreksvaardigheid Engels voor vmbo-kader leerlingen.  Tijdens deze workshop zal zij ingaan op de opzet en resultaten van haar eerste studie, die zich richtte op het toetsbaar maken van interactievaardigheden. Ontwerpcriteria en praktische voorbeelden komen aan bod. Tevens wordt er een koppeling gemaakt met de vormgeving van gespreksvaardigheidsonderwijs. Deelnemers zullen m.b.v. een nieuw ontwikkeld beoordelingsinstrument video-opnames van spreektaken beoordelen, en feedback geven op dit instrument.  Waar gewenst, wordt relevante literatuur besproken en wordt ingegaan op hoe Eline de rol van onderzoeker ervaart naast die van docent en opleider.

Vakdidactisch onderzoek dat je mvt-opleider wil (Marjon Tammenga-Helmantel, vakdidactica Duits, RUG) – deel I

Als opleiders begeleiden we studenten bij hun onderzoek en een deel van ons doet, al dan niet in het kader van promotieonderzoek, ook zelf vakdidactisch onderzoek. In Nederland is dit onderzoek vaak versnipperd: ieder werkt voor zich en we weten vaak niet waar anderen mee bezig zijn of wat LIO’s van andere opleiders aan onderzoek uitvoeren. In deze workshop zullen we starten met het in kaart brengen van onderzoek dat momenteel  wordt uitgevoerd. Maar vooral willen we komen tot een onderzoeksagenda: welke thema’s willen mvt-opleiders (laten) onderzoeken? Hierbij zullen we de mogelijkheid verkennen  om als opleiders gezamenlijk (replicatie)onderzoek op te zetten dat vervolgens met en door studenten op grote schaal kan worden uitgevoerd, onder het motto: samen staan we (veel) sterker!

Literatuurdidactiek binnen taalverwerving (Jasmijn Bloemaert, vakdidactica Engels, RUG).

Literatuuronderwijs binnen taalverwerving is de afgelopen jaren in de internationale wereld van taalverwervingsonderzoek, in tegenstelling tot de Nederlandse situatie, weer in toenemende mate onder de aandacht gekomen. In September 2014 ben ik begonnen met mijn promotieonderzoek  dat zich op de vraag richt of een meervoudige benadering van literatuuronderwijs een verhogend effect heeft op de betrokkenheid van leerlingen tijdens de literatuurlessen binnen het vak Engels. In deze workshop zal ik mijn onderzoek eerst kort toelichten en ingaan op mijn ervaringen als beginnende promovendus. Vervolgens gaan we samen in op de vraag die veel MVT docenten en leerlingen bezig houdt: wat is nu precies het nut van literatuuronderwijs binnen de talen? En als dit nut er is, hoe kunnen we dit vertalen naar praktische doelstellingen voor het talenonderwijs?

Differentiëren in de taalles met het Hele Taak Eerst principe: een onderdompeling, Liz Dale, vakdidactica Engels, Hogeschool van Amsterdam; Janneke Geursen, vakdidactica Engels, Universiteit Leiden (ICLON) 

Docenten en opleiders vinden het belangrijk om rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Maar hoe geef je vorm aan differentiatie? Vandaag besteden we twee workshoprondes aan dit onderwerp. Tijdens de eerste workshop ervaren deelnemers wat het betekent  om met het Hele Taak Eerst principe te werken en werken we in groepen aan een concreet eindproduct.  Om die ervaring zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de ervaring van een vreemdetaalleerder, zal deze workshop in het Engels worden uitgevoerd.

Differentiëren in de taalles met het Hele Taak Eerst principe: theorie en het ondersteunen van studenten-in-opleiding, Fred Janssen, universitair hoofddocent en opleider, Universiteit Leiden (ICLON); Wilma Kruithof, vakdidactica Duits, Universiteit Leiden (ICLON) 

In de tweede workshop zullen Fred Janssen en Wilma Kruithof verder gaan met dit thema. Zij richten zich op wat het kan betekenen binnen de lerarenopleiding. Hoe kun je studenten-in-opleiding ondersteunen bij het ontwerpen van lessen waarbij alle leerlingen worden uitgedaagd op hun niveau? De workshops vullen elkaar aan en kunnen achter elkaar gevolgd worden, maar beide workshops kunnen ook onafhankelijk van elkaar worden gevolgd.

European Profiling Grid (EPG) – Lerarencompetenties in kaart gebracht, Aad Sinke, docent Engels, Hogeschool van Amsterdam 

In deze workshop gaan de deelnemers aan de slag met het EPG, een  instrument voor (zelf)evaluatie van taaldocenten op scholen en studenten aan de lerarenopleidingen. Met de online versie kan direct gewerkt worden. We zullen bespreken hoe de ontwikkelingsniveaus gedefinieerd in het EPG overeenkomen met de ontwikkeling van de competenties tijdens de opleiding.

Workshop Folkert Kuiken (UvA), Beoordelen van schrijfvaardigheid.

In recent onderzoek naar schrijfvaardigheid  wordt veel aandacht besteed aan aspecten zoals complexiteit van schrijftaken, grammaticale correctheid en fluency. Deze aspecten, die ook in de ERK niveaus terugkomen, zijn niet eenvoudig te definiëren. Tegelijkertijd groeit de belangstelling voor het toetsen en beoordelen van schrijfvaardigheid in onderwijssituaties. In deze workshop zullen de resultaten van recent onderzoek worden gepresenteerd, met mogelijke implicaties voor onderwijs en toetsing.

Presentatie: Dennis vd Broek (toetsdeskundige Frans en inhoudelijk projectleider van het Kijk- en luistertoetsteam, Cito), Kijk- en luistertoetsen MVT.

40 jaar geleden bracht Cito de eerste luistertoetsen uit, op cassette. Inmiddels nemen vrijwel alle middelbare scholen jaarlijks de Kijk- en luistertoetsen af, van vmbo tot aan vwo. In deze presentatie zal allereerst verteld worden hoe deze Kijk- en luistertoetsen tot stand komen. Ter illustratie zullen een paar fragmenten uit de nieuwe digitale Kijk- en luistertoets Spaans getoond worden. Vervolgens zal er gesproken worden over onderzoek dat plaats vindt om de Kijk- en luistertoetsen wetenschappelijk scherp te houden. Zo heeft er afgelopen januari bijvoorbeeld een experiment plaatsgevonden op vwo Frans, waarin werd onderzocht of het wenselijker is de vragen daar in het Frans te stellen of in het Nederlands.

Workshop: Tecla Lampe (Cito),  Is een 6 wel een voldoende

Tecla is een ervaren toetsdeskundige bij het Cito en ondersteunt dagelijks docenten in het HBO bij het maken van toetsen en examens. Haar specialiteit is om dit op een onderzoeksmatige manier aan te pakken.  Omdat ze benieuwd was naar het antwoord in de titel, heeft ze onderzoek op een VO school gedaan. Voor alle schoolvakken (ook Frans, Duits, Engels)  heeft ze de rapportcijfers van leerlingen gerelateerd aan de scores die uit CITO Voortgangstoetsen kwamen. Uit het onderzoek komt naar voren dat leerlingen in Vwo-klassen, Havo-klassen en Havo-Vwo klassen een voldoende als rapportcijfer kregen, terwijl ze volgens hun scores op Voortgangstoetsen over dezelfde stof op een (veel) lager niveau bleken te presteren. Dit roept allerlei vragen op. Ondermeer de vraag uit de titel:  representeert het rapportcijfer dat een leraar geeft voor een leerling prestatie wel het niveau waarop de leerlingen zouden moeten functioneren?

Tecla legt de deelnemers een aantal leerlingprestaties voor, laat ze door de deelnemers beoordelen, en zal de oordelen en de discussie hierover gebruiken als handvat om haar onderzoeksresultaten aan u voor te leggen.

Workshop:  Sible Andringa (UvA) Luistervaardigheid: Wat is het en hoe toets je het?

Luisteren is de meest basale, maar misschien ook wel de minst onderzochte talige vaardigheid. Dat is deels omdat het moeilijk is om zichtbaar te maken wat er gebeurd in iemands hoofd als h/zij luistert. Duidelijk is dat luisteren een heel complex proces is waarin mensen onder grote tijdsdruk gebruik moeten maken van een breed scala aan kennis en vaardigheden. In deze bijdrage doe ik verslag van ons onderzoek naar luistervaardigheid, waarin we hebben geprobeerd vast te stellen wat maakt dat iemand een goede luisteraar is. We hebben ook onderzocht wat je precies toetst met een luistertoets. Ook dat komt aan de orde in deze workshop door gezamenlijk voorbeeldopgaven te beoordelen.

Focus on Form in Task-based Language Learning, door Marrit Guchte

Marrit is docente Duits bij het Roland Holst College in Hilversum en werkt aan een promotieonderzoek bij de UvA; in het verleden heeft ze als vakdidactica Duits bij het ILO (UvA) gewerkt. Grammatica en taakgericht taalonderwijs, kunnen ze samen gaan? Aan de hand van haar eigen promotie-onderzoek en andere studies zal Marrit bespeoken op welke manieren er binnen betekenisgericht talenonderwijs zoals 'task-based language learning' aandacht voor grammatica kan zijn. 

Studenten begeleiden bij (eigen) onderzoek, door Marion Tammenga-Helmantel (vakdidactica Duits, Rijksuniversiteit Groningen)

In de eerste helft zal ik vertellen over het uitvoeren van onderzoek als opleider, de rol die studenten daarin kunnen spelen en mijn begeleiding van de studenten. Daarna krijgen de deelnemers de mogelijkheid om in gesprek te gaan over ingebrachte dilemma's, die ten slotte plenair worden uitgewisseld.

CLIL-didactiek in vakdidactiek mvt: wat iedere opleider en docent mvt zou moeten weten, door Rick de Graaff (hoogleraar tweetalig onderwijs, Universiteit Utrecht)

Op steeds meer vwo's, havo's en vmbo's wordt tweetalig onderwijs (TTO) ingevoerd, waarbij een deel van de vakken in een vreemde taal (meestal Engels) wordt gegeven. Kan een vakdocent ook taaldocent zijn? Wat betekent het voor docenten mvt en Nederlands als een school TTO invoert? Wat kunnen TTO-docenten leren van mvt-docenten en andersom? Op basis van voorbeelden en video's bespreken we hoe de didactiek voor Content and Language Integrated Learning (CLIL) kan bijdragen aan het programma mvt-didactiek in de lerarenopleidingen. 

Presentatie: ERK, taalverwerving en toetsontwikkeling: stand van zaken internationaal onderzoek, door Jan Hulstijn (hoogleraar tweedetaalververwing, Universiteit van Amsterdam)

Er bestond en bestaat heel wat discussie rond het ERK (2001), zowel voordat het verscheen en door Europese regeringen erkend werd, als erna. De roep om aanpassing of zelfs afschaffing is nooit verstomd: “Time for a new framework?” is de titel van een conferentie die in mei 2013 in Antwerpen gehouden wordt. De discussie wordt op verschillende niveaus en in verschillende platforms gevoerd: in de onderwijspolitiek, in de onderwijskunde en vakdidactiek, en in de wetenschap. Ik zal voornamelijk ingaan op de wetenschappelijke kanttekeningen die bij het ERK geplaatst zijn (zie bijvoorbeeld een reeks korte artikelen over het ERK in The Modern Language Journal, jaargang 91/4, 2007) en met de aanwezigen een discussie voeren over wat die kanttekeningen kunnen betekenen voor de toetspraktijk. Ik zal niet betogen dat het ERK moet worden afgeschaft, maar zal wel wijzen op een aantal beperkingen ervan. Wat is eigenlijk ‘taalvaardigheid’ in een eerste en vreemde taal en kun je in taalvaardigheid niveaus aanwijzen? 

Workshop: Het beoordelen van schrijfvaardigheid MVT, door Erna Gille (CITO)  

In 2012 zijn de resultaten bekend geworden van een Europees onderzoek naar de taalvaardigheid MVT van scholieren aan het begin van de 2e fase van het VO. Het onderzoek “European Survey on Language Competences” (SurveyLang) geeft een goed beeld van de taalvaardigheid van leerlingen in diverse Europese landen waaronder Nederland. Bij ons hebben leerlingen uit havo/vwo 3 en vmbo 4 meegedaan voor Duits en voor Engels. In deze workshop bespreken we  kort de resultaten van het onderzoek. Vervolgens gaat u aan de slag met het beoordelen van schrijfproducten van enkele leerlingen. Binnen het project zijn taken ontwikkeld en ook is een bijzondere, nieuwe methodiek van beoordeling met ERK (o.a. met ‘ranking’) ontwikkeld die voor de lespraktijk zeer interessant kan zijn. Er zal stof zijn voor een levendige discussie over o.a. de taak, de verwachtingen rond het product, het niveau van een product en de beoordelingsmethodiek.

Workshop: Feedback op schrijfvaardigheid – Veranderingsprocessen in opvattingen en praktijk van docenten Frans, door Astrid Eelkema (vakdidactica Frans, Instituut voor Leraar en School, RU Nijmegen)

lk zal vertellen over mijn promotieonderzoek waarin de rol van feedback in de schrijfdidactiek en opvattingen van docenten samenkomen. Vijf docenten Frans van verschillende scholen gaan aan de slag met een stappenplan voor feedbackverwerking bij schrijftaken. Deze didactiek ontwikkelen en evalueren zij zowel met elkaar in een Learning Community, als met hun leerlingen in de klas. Het onderzoek beschrijft veranderingsprocessen in het leren van docenten, door te kijken naar de wederzijdse beïnvloeding van beliefs en lespraktijk. Tijdens de presentatie bespreken we de kenmerken van de praktijkkennis van de docenten, de contextuele factoren die daarop van invloed zijn en de instrumenten waarmee het denken en doen van de docenten in kaart zijn gebracht. Verder zal ik inzoomen op de kenmerken van de twee didactische ontwerpen in het onderzoek: de Learning Community en het feedbackstappenplan Prépablog.

Workshop: MVT-literatuurdidactiek, door Syb Hartog (voormalig vakdidacticus Engels, UOCG, Rijksuniversiteit Groningen).

Voor Nederlands zijn er leesniveaus gedefinieerd (zie www.lezenvoordelijst.nl), gekoppeld aan de referentieniveaus voor Nederlands. Is het mogelijk om ook voor de mvt literaire teksten aan ERK-niveaus te koppelen? Wat zijn de problemen die je dan tegen komt, wat weten we uit de literatuur en uit recent onderzoek? In deze workshop zullen de deelnemers zelf literaire teksten inschalen en dan met elkaar in gesprek gaan over de criteria die ze hanteren. Syb zal vervolgens de recente literatuur hierover presenteren en suggesties geven voor het behandelen van dit onderwerp met studenten.

Presentatie en discussie: Activiteiten voor mvt-opleiders, terugblik en vooruitblik.

Alessandra Corda (projectleider Expertisecentrum mvt, ICLON, Universiteit Leiden) zal kort ingaan op de resultaten van de projecten voor mvt-opleiders die het Expertisecentrum mvt de afgelopen jaren heeft uitgevoerd en de plannen voor de activiteiten voor mvt-opleiders vanaf 2013 presenteren.

Workshop: Grammaticaonderwijs en tweedetaalontwikkeling: inzichten uit recent onderzoek, door Wander Lowie (universitair docent bij de opleidingen Toegepaste Taalwetenschap en Engelse Taal en Cultuur, Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen)

Bij het grammaticaonderwijs kan de docent regels en feiten over taal uitleggen en vervolgens de kennis hierover objectief toetsen. Ook voor leerlingen is dit prettig; het is misschien saai, maar ze hebben na de cyclus van uitleg en reproductie wel aantoonbaar iets geleerd. Bovendien benadrukt grammaticaonderwijs het belang van het uitbannen van hinderlijke fouten en het correct gebruiken van de taal.’ Bent u het eens met deze stelling? Of juist niet? Kan het onderzoek naar tweedetaalverwerving hierover uitsluitsel geven? In deze workshop gaan we in op het nut van grammaticaonderwijs. Na een inventarisatie van de visies van praktijkexperts (de deelnemers aan de workshop), zal Wander een overzicht geven van inzichten uit de onderzoeksliteratuur, vanuit een procesgeoriënteerde visie op taalontwikkeling. Het doel van de workshop is een (betere) bewustwording van de aard van taalontwikkeling, waardoor de deelnemers beter in staat zullen zijn gemotiveerde afwegingen te maken over het relatieve belang van verschillende vormen van (grammatica-)onderwijs.

Workshop: Kennistoets vakdidactiek, ervaringen uit de praktijk, door Joost Ides (vakdidacticus Engels) en Chantal Weststrate (vakdidactica Frans)

De aandacht voor toetsen neemt overal toe, op  scholen en lerarenopleidingen. Joost en Chantal, beide werkzaam op de Interfacultaire Lerarenopleidingen (ILO) aan de UvA, gaan in deze workshop eerst heel kort in op de achtergronden van een kennistoets MVT-vakdidactiek die sinds 2009 op de ILO wordt gebruikt. Hoe ziet de toets eruit? Wat zijn plus- en minpunten? De deelnemers gaan vervolgens een aantal vragen beoordelen, door ze te maken natuurlijk, en formuleren suggesties voor verbeteringen en nieuwe vragen. Tenslotte bespreken we de resultaten plenair met elkaar.

Presentatie en discussie: Onderzoek in de school door talendocenten en studenten.  

Helma Oolbekkink (onderwijskundige, Instituut voor Leraar en School/Radbouduniversiteit Nijmegen) presenteert op een interactieve manier de resultaten van een onderzoek (zie ook LTT van december 2011) naar hoe ervaren talendocenten onderzoek doen en de opbrengsten van dit onderzoek. In de discussie trekken we deze ervaringen door naar het praktijkonderzoek dat studenten in de lerarenopleidingen doen. Aan de hand van voorbeelden van praktijkonderzoek van studenten gaan we met elkaar in gesprek over de opbrengsten van dit onderzoek. 

Workshop: 'Unterrichtssprache Deutsch',  het toetsen van doeltaal-voertaal

Esther Geerse (lerarenopleider Duits, Christelijke Hogeschool Windesheim) heeft met collega's van verschillende lerarenopleidingen en deskundigen van het Goethe-Institut het afgelopen jaar een assessmentprocedure ontwikkeld voor het beoordelen van het gebruik van de doeltaal als voertaal in de les Duits. De toetsing van dit onderdeel van de kennisbasis (uit de 2e-graads-opleiding MVT) wordt gecombineerd met het toetsen van beroepsspecifieke taalvaardigheid op C1-niveau. De studenten laten zien hoe zij omgaan met de doeltaal als communicatiemiddel in de klas en lichten in een gesprek het hoe en waarom van hun aanpak toe. De deelnemers zullen aan de hand van video-opnames van deze assessmentprocedure aan de slag gaan. Tenslotte wordt de bruikbaarheid van de assessment bij andere talen besproken.

Workshop: Toetsing van luistervaardigheid volgens de richtlijnen van het ERK: een kijkje in de keuken

Altijd al je kennis over taaltoetsconstructie in relatie tot het ERK willen opfrissen? In deze workshop geven Alma van Til en Esther Cremers, medewerkers van het Cito, eerst een inleiding in de taaltoetsconstructie en de psychometrie die erachter ligt. Vervolgens worden de deelnemers uitgedaagd om ERK-luisteritems van verschillende talen toe te wijzen naar ERK-niveaus. Wat zijn de criteria die jij zelf daarbij een rol laat spelen en waarom? Welke criteria wegen het zwaarst? Tenslotte bespreken we de resultaten plenair met elkaar. Aan het einde van de workshop proberen we deze vraag te beantwoorden: wat zouden studenten op de lerarenopleiding over taaltoetsen moeten weten?

Workshop: ERK en spreekvaardigheid

Janneke Geursen (vakdidactica Engels, Onderwijscentrum VU) presenteert in deze workshop, waarin de deelnemers zelf aan de slag zullen gaan, werkvormen om een dieper inzicht te krijgen in de spreekvaardigheidniveaus volgens het ERK, die lerarenopleiders vervolgens in de eigen colleges kunnen inzetten. Centrale vragen zijn onder andere: wat is de relatie tussen spreekvaardigheidsdidactiek en dit onderwerp? Hoe kunnen we studenten het beste helpen om de kennis over het ERK in de praktijk van hun lessen te brengen?

Presentatie en discussie: AIM nader bekeken, verslag van lopend onderzoek

Sebastiaan Dönszelmann (vakdidacticus Frans, Onderwijscentrum VU) en Evelien Bartman (docente Frans, Cygnus, Amsterdam) zijn vorig jaar begonnen met een onderzoek naar de effectiviteit van de methode AIM in de lessen Frans. AIM wordt door veel docenten en op veel scholen met enthousiasme ontvangen, maar een degelijke studie naar de resultaten van het werken met deze methode ontbrak tot op heden. De sturende vraag in dit onderzoek was evident maar lastig te beantwoorden: presteren leerlingen (op alle vaardigheden) beter na een jaar onderwijs Frans als ze met AIM hebben gewerkt dan vergelijkbare leerlingen die met een communicatieve leergang Frans hebben gewerkt? Sebastiaan en Evelien presenteren nu de eerste resultaten van het onderzoek. Sebastiaan zal ook ingaan op zijn ervaringen als lerarenopleider die een vakdidactisch onderzoek opzet en uitvoert.

Workshop: De beoordeling van video-opnames van studenten in de vakdidactiek mvt

Iedereen werkt met video-opnames van lessen, maar hoe gaan we om met de beoordeling daarvan?  Eric Kok (vakdidacticus Frans, Windesheim) en Judith Janssen (Cito en oud vakdidactica Russisch, ILO) laten de deelnemers een aantal videofragmenten zien van mvt-studenten uit eerste- en tweedegraadslerarenopleidingen aan het werk in de klas. Vervolgens gaan de deelnemers in groepjes aan het werk en stellen een gezamenlijke beoordeling op van ieder fragment, rond de vakdidactische aspecten. Thema’s die aan bod komen zijn: welke beoordelingscriteria passen we (impliciet en expliciet) toe? Waaraan zie je dat de student vakdidactisch competent handelt? Welke criteria wegen het meest? Tenslotte bespreken we de resultaten van het groepswerk plenair met elkaar.

Presentatie en discussie: Het afstudeeronderzoek in de lerarenopleiding: het perspectief van de student

Annika Groeneveld en Corina Pelgrim, die in 2010 de scriptieprijs voor de beste scriptie op vakdidactisch gebied hebben gewonnen, presenteren hun ervaringen met het uitvoeren van het afstudeeronderzoek. Naar aanleiding hiervan wordt gediscussieerd over de kennis van onderzoeksmethodologie en -instrumenten die mvt-studenten in opleidingen werverven, en de relatie met onderzoeksliteratuur voor een vakdidactische scriptie.

Workshop: Beoordeling van video: gebruiksaanwijzing nodig? 

Mirjam Bakker (Onderwijsraad) heeft in haar promotieonderzoek videodossiers geanalyseerd en zal aan de hand van voorbeelden een paar dilemma's presenteren die vaak ontstaan bij het gebruik van video voor beoordeling van docentcompetenties. Over deze dilemma's wordt vervolgens in groepjes gediscussieerd en aan het eind worden de bevindingen uitgewisseld.

Workshop: Vakdidactiek on the spot: de lerarenopleider als metaforische fakkel! 

Joke Rentrop  (vakdidactica Frans IVLOS, Universiteit Utrecht), heeft een zelfstudie gedaan naar ‘vakdidactiek on the spot’, dat wil zeggen naar het reilen en zeilen van een vakdidactische leergemeenschap op een school in het voortgezet onderwijs. De leergemeenschap bestond uit ervaren en minder ervaren mvt-docenten. Joke fungeerde hierin als docent Frans en als vakdidacticus vanuit de lerarenopleiding. Een aantal metaforen hielpen haar het concrete gedrag als facilitator te expliciteren.
Zij presenteert in deze workshop de resultaten uit haar onderzoek. Daarna zet zij de deelnemers in groepjes aan het werk. Thema’s die aan bod komen zijn: faciliterende acties van een vakdidacticus op school en vertaling hiervan naar het vakdidactische programma op het instituut, proces van groep naar leergemeenschap, praktijkkennis en formele kennis, werken met metaforen.

Presentatie: Het ERK, stand van zaken op school

Machteld Moonen en Rick de Graaff (onderzoekers Universiteit Utrecht) plaatsen de belangrijkste resultaten uit een onderzoek naar gebruik van het ERK door docenten Engels Duits en Frans. Wat betekent dit voor de initiële opleiding?

Workshop: Regie in de klas

Jan van Tartwijk (hoogleraar UU) analyseert op een interactieve manier, aan de hand van videovoorbeelden, de communicatie van docent en leerlingen van het perspectief van de docent als regisseur.

Workshop: Lesgeven in de multiculturele talenklas, Monica Sienders (vakdidactica Engels UvA) en Judith Janssen (CITO)

Acteurs van Corrie Broks Acteur en Theater Adviesbureau spelen enkele klassesituaties in de multiculturele talenklas – aan de aanwezigen in de zaal de taak om ze aanwijzingen te geven en zo het spel te sturen. Een unieke gelegenheid om drama te ervaren als instrument voor de lerarenopleiding. 

Workshop: Vakdidactiek voor vmbo-t: een ondergeschoven kindje? 

Monika Sienders (vakdidactica Engels, ILO-UvA en docente Engels in het vmbo), Eric Kok (vakdidacticus Frans, Christelijke Hogeschool Windesheim). Monika en Erik zullen eerst kort hun ervaringen als docent en opleider presenteren. Vervolgens zullen de deelnemers in groepjes kernpunten identificeren die naar hun mening in de lerarenopleiding (ook in de educatieve minor) beslist terug moet komen als je mvt-vakdidactiek voor vmbo-t behandelt en over mogelijke leeractiviteiten brainstormen waarmee deze kernpunten (doelstellingen) zouden kunnen worden bereikt. Tenslotte zullen de groepjes hun bevindingen plenair presenteren.  

Presentaties: Nieuws over het ERK 

Rick de Graaff (Universiteit Utrecht) zal de eerste resultaten van een onderzoek rond de bekendheid en het gebruik van het ERK onder docenten en lerarenopleiders presenteren. 
Daniela Fasoglio (SLO) zal een presentatie geven over nieuw materiaal op de site , en de eerste voorbeelden tonen van een project waarin video-opnames zijn gemaakt van docenten (ervaren ERK-gebruikers) die het ERK in de praktijk toepassen. Dit materiaal is zowel relevant voor de opleiding als voor nascholing.

Presentatie: AIM-didactiek, de Accelerative Integrated Method 

Sebastiaan Donszelmann (vakdidacticus Frans, Onderwijscentrum VU) zal vertellen over de specifieke kenmerken van AIM en onder andere ingaan op de volgende punten: wat betekent het voor docenten om over te stappen op AIM-didactiek? Welke rol kan AIM in de lerarenopleiding spelen? Is het een didactiek die geschikt is voor VMBO-t?  Wat zijn successen en wanneer kan het misgaan? En wat kunnen opleiders doen om meer over AIM te weten te komen? 

Bas Trimbos (SLO)

Donderdag 8 april 2021 van 10.00 tot 11.30 uur

Formative assessment is booming. Maar wat is het eigenlijk? Gaat het om toetsen of leren? Wat betekent het voor jou als mvt-opleider maar ook voor de studenten die op school les moeten geven? Hoe kunnen we de studenten als docent op weg helpen om betere beslissingen te kunnen nemen? Samen een neus voor kwaliteit ontwikkelen!
 
Na deze workshop:

  1. Weet je hoe je formatief evalueren/toetsen/handelen moet presenteren aan je studenten: wat het wel en niet is, zoals een formatieve toets bestaat niet;
  2. Kun je je studenten inzicht geven in de begrippen rondom formatief toetsen, zoals het cyclisch proces van feed up-feedback-feed forward en de rollen daarbij (docent, leerling, medeleerling);
  3. Weet je hoe verschillende fasen in het formatieve proces eruit kunnen zien, zoals het verhelderen van leerdoelen en succescriteria, en kun je je studenten hierop laten reflecteren;
  4. Heb je ideeën verzameld om formatief evalueren vorm te geven in de lespraktijk van je studenten.

In deze online workshop zal Bas interactiviteit inbouwen, zodat de deelnemers ook inzicht krijgen in ervaringen en gedachten van collega’s. Bas heeft 12 jaar lesgegeven in het voortgezet onderwijs. Hij werkt al 20 jaar bij de SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) en houdt zich de laatste 10 jaar bezig met formatieve praktijken in binnen- en buitenland. Je kunt hem volgen op Twitter (@bastrimbos), waar hij twittert over formatief evalueren, feedback en zelfregulatie. 

Workshop: Is jouw 6 ook mijn 6? Beoordeling van afstudeerproducten, Klaas van Veen  

Klaas van Veen is onderzoeker en lerarenopleider bij het ICLON (Universiteit Leiden) en projectleider van het Expertisecentrum Leren van docenten. Hij zal een overzicht bieden van overeenkomsten en verschillen tussen beoordelingscriteria die op eerste- en tweedegraadsopleidingen voor het afstudeerproduct worden gebruikt. Vervolgens zullen in groepjes geanonymiseerde scripties worden beoordeeld. Tenslotte zullen de groepjes hun beoordelingen presenteren en vergelijken.  

Presentatie: Taaltaken en het ERK

Twee studenten Engels van de NHL, Ferdinand Stol en Ninke van der Veen, hebben onder begeleiding van Magda Maarleveld (NHL, afdeling Talen) en Guus Perry (APS) taken voor leesvaardigheid (B1-B2) en luistervaardigheid Engels ontwikkeld en met leerlingen uitgeprobeerd. In deze presentatie vertellen ze over hun kennismaking met het ERK, over de constructie van de taaltaken en de ervaringen in de praktijk. In de discussie zullen vragen aan de orde komen zoals: hoe kun je in de opleiding studenten bekend maken met het ERK? Wat voor instrumenten kun je hierbij inzetten? Wat voor resultaten kun je verwachten? 

Workshop (voor tweedegraads opleiders): Luistervaardigheidstaken en het ERK. 

Ferdinand Stol en Ninke van der Veen hebben een programma ontwikkeld dat docenten helpt om nieuw materiaal voor luistervaardigheid te beoordelen op niveau. Ze zullen dit programma demonstreren. Vervolgens zullen de aanwezigen in groepjes ermee aan de slag gaan, door nieuw materiaal te zoeken en in te delen volgens de ERK-niveaus.

Thema: beoordelen met het ERK. In het ochtendgedeelte is gewerkt met materiaal dat door de werkgroep beoordeling is gemaakt. Judith Janssen (ILO, UvA) en Chantal Westsstrate (ILO, UvA) hebben een workshop rond het beoordelen van spreek- en gespreksopdrachten gepresenteerd en getest. Deelnemers hebben in kleine groepen spreekprestaties in het Engels, Duits en Frans (beschikbaar als digitale videofragmenten) eerst zonder en daarna met de hulp van een op het ERK gebaseerde matrix beoordeeld. Hannie Lucassen (Fontys) heeft vervolgens een workshop rond het beoordelen van schrijfproducten gehouden. 

Doelstellingen van de ochtend waren 

  • kennismaking met het materiaal van de werkgroep beoordeling (beschikbaar in OPLET, SURF-groepen platform voor lerarenopleiders mvt), 
  • het daadwerkelijk gezamenlijk proefbeoordelen, 
  • ewustwording van de subjectiviteit van beoordelen,  
  • bewustwording van de rol van het ERK en de waarde van criteria bij de beoordeling, 
  • vaststellen waarover beoordelaars het eens zijn en waarover nog discussie loopt, 
  • discussie over de inzet van het materiaal in de lerarenopleiding. 

Tijdens het middaggedeelte heeft Dirk Klein (SLO) een project van de SLO over doorlopende leerlijnen mvt gepresenteerd. Aansluitend hadden de aanwezigen de keuze uit drie groepsbijeenkomsten: Show&Tell voor 1e graders, Show&Tell voor 2e graders en een discussiegroep rond het thema doorlopende leerlijnen.

Doel van de dag was reflecteren op de vragen die gepaard gaan met de invoering van het ERK in het curriculum, feedback aan elkaar geven over de resultaten van het werk in groepen in de periode 2007-2008 en gelegenheid bieden om plannen voor de toekomst te formuleren.

Het centrale thema was: T2-verwerving: Onderzoek ontmoet onderwijspraktijk. Tijdens deze dag stond praktijkgerelateerd onderzoek naar tweedetaalverwerving centraal: onderzoek dat in de onderwijspraktijk is verricht of onderzoek waarvan de opbrengst direct relevant is voor de onderwijspraktijk:

  • Taakgericht onderwijs en onderzoek
  • Europees referentiekader
  • Taalgericht vakonderwijs en CLIL
  • Effectstudies
  • ICT toepassingen in het taalonderwijs
  • Toetsing en assessment

Keynote speech: Roger Gilabert Guerrero (Universitat Ramon Llull, Barcelona).

Een van de parallelle sessies van de dag bestond uit een internationaal symposium, dat door Ineke Vedder (Universiteit van Amsterdam) en Folkert Kuiken (Universiteit van Amsterdam) werd georganiseerd. Aan het symposium namen de volgende sprekers deel: Roger Gilabert Guerrero (Universitat Ramon Llull, Barcelona), Kris van den Branden (Katholieke Universiteit Leuven), Chris Bongartz (Universität zu Köln),  Alex Housen (Vrije Universiteit Brussel) en Marije Michel (Universiteit van Amsterdam).

Thema: Werken met het ERK. Tijdens deze conferentie zijn werkgroepen ontstaan die in de maanden daarna ideeën hebben uitgewisseld en materiaal voor de opleding of de nascholing hebben ontwikkeld rond vijf specifieke aspecten van het werken met het ERK: beoordeling, nascholing, voorbeeldmateriaal, invoering in het curriculum en differentiatie. De werkgroepen hebben minimaal één werksessie georganiseerd en hebben via e-mail contact gehad.

Deze website maakt gebruik van cookies.