Logo Universiteit Leiden.

nl en

EvoScope

SnailSnap

Zijn tuinslakken in de stad lichter of donkerder van kleur dan slakken die buiten de stad leven? Maak een foto met de SnailApp en help onderzoekers van Naturalis antwoord te vinden op deze vraag.

De warme stad

Zoals je wel weet kan het erg heet worden in een zwarte auto die in de zon staat. Een witte auto blijft veel koeler. Bij slakken is dat net zo. Lichtgekeurde slakken warmen minder snel op in de zon dan donkergekleurde slakken. Betekent dit dan ook dat er in de relatief warme stad meer lichtgekleurde slakken zijn dan buiten de stad?

Uitlaatgassen en vervuiling door industrie maken stenen en planten in de stad donkerder. Lichtgekleurde slakken vallen hierdoor juist extra goed op, waardoor ze makkelijk te vinden zijn voor dieren die slakken eten. Zijn lichtgekleurde slakken in de stad daardoor misschien juist in het nadeel?

Zijn tuinslakken in de stad lichter of donkerder van kleur dan slakken die buiten de stad leven?

Experiment

  • Duur van het proefje: 5 minuten of meer
  • Wanneer: april-oktober
  • Wat heb je nodig: smartphone
  • Manier van invoeren: SnailSnap-app, Waarneming.nl of apps van Waarneming.nl (iObs of ObsMapp)

Koolmezen

Zijn stadse koolmezen banger of minder bang van een nieuw voorwerp dan koolmezen van buiten de stad? Help onderzoekers van Naturalis om antwoord te vinden op deze vraag door middel van een gedragsexperiment.

Experiment

  • Duur van het proefje: één of twee keer een half uur + voorbereidingstijd
  • Wanneer: winter
  • Wat heb je nodig: twee identieke vetbollen, een zelf te maken “nieuw” voorwerp, een verrekijker (optioneel)
  • Manier van invoeren: formulier

Onbekende voorwerpen

De koolmees is de grootste mees van Nederland. De actieve fluiters komen veel in bossen voor, maar zijn ook vaak te vinden in dorpen en steden. Koolmezen zijn goed te herkennen aan hun gele buik met een zwarte streep in het midden, en hun glanzend zwarte kop met witte wangen.

Veel dieren zijn bang voor nieuwe voorwerpen. Het is namelijk maar de vraag of het nieuwe voorwerp gevaarlijk of ongevaarlijk is. Nou maken mensen de raarste dingen (tuinkabouters en aluminiumfolie bijvoorbeeld). Ook hebben mensen de neiging om steeds weer iets nieuws te verzinnen. Vooral koolmezen in de stad komen daardoor vaak onbekende voorwerpen tegen.

Kauwtjes

Laten stadskauwen en plattelandskauwen mensen even dicht in hun buurt komen voordat ze wegvliegen? Help onderzoekers van Naturalis om antwoord te vinden op deze vraag door middel van een experiment.

Experiment

  • Duur van het proefje: ongeveer 3-4 uur
  • Wanneer: het hele jaar
  • Wat heb je nodig: fiets, smartphone, meetlint
  • Manier van invoeren: formulier

Ervaring met mensen

Kauwen zijn zwarte vogels uit de familie van de kraaiachtigen. Ze lijken ook wel wat op kraaien, maar ze zijn een stuk kleiner. Kauwen zijn goed te herkennen aan hun grijze achterhoofd en nek. Het zijn hele vindingrijke vogels. Ze weten zich daarom ook goed te redden in de stad.

In steden wonen heel veel mensen dicht bij elkaar. Kauwen die in de stad leven komen dan ook vaak mensen tegen. Vogels die erg bang zijn van mensen hebben het in de stad niet makkelijk. Ze worden steeds verstoord bij het zoeken naar eten en moeten telkens weer op zoek naar een nieuw, rustig plekje. Dat kost veel tijd en energie. Zijn kauwen in de stad daarom misschien meer gewend geraakt aan mensen? En vinden stadse kauwen de nabijheid van mensen daarom minder storend dan kauwen van buiten de stad?

Het kan ook zo zijn dat kauwtjes uit de stad meer slechte ervaringen met mensen hebben gehad. Denk maar aan kinderen die een spelletje spelen en de kauwen proberen te vangen. Of aan je buurman die kauwen wegjaagt omdat ze het eten voor de koolmeesjes opeten. Zijn kauwtjes uit de stad daardoor misschien juist banger van mensen?

Paardenbloemen

Zijn de zaden van paardenbloemen in de stad aangepast aan de “versteende” omgeving? Help onderzoekers van Naturalis om antwoord te vinden op deze vraag door middel van een experiment.

Experiment

  • Duur van het proefje: 30 minuten tot 3 uur
  • Wanneer: april/mei en augustus/september
  • Wat heb je nodig: bakjes of zakjes, watervaste stift, tape, pincet, liniaal, stopwatch
  • Manier van invoeren: formulier

Pluizenbollen

Paardenbloemen vind je overal in Nederland. Deze soort bloeit vooral in april/mei. Dan kleuren paardenbloemen hele weilanden en bermen geel. Paardenbloemen behoren tot de composietenfamilie. Dit betekent dat iedere gele ‘bloem’ eigenlijk samengesteld is uit een heleboel kleinere bloemen die samen een bloeiwijze vormen. Ieder apart bevrucht bloempje resulteert uiteindelijk in een zaadje. Deze zaadjes hebben een soort parachuutjes waarmee ze door de wind meegevoerd kunnen worden. Samen vormen de zaadjes de welbekende pluizenbollen.

Er zijn nog een heleboel andere gele composieten die wel wat op paardenbloemen lijken. Toch is de paardenbloem relatief makkelijk te herkennen. De paardenbloem heeft een gladde, holle, onvertakte bloemsteel zonder bladeren of schubben. De bladeren groeien in een rozet op de grond, zijn kaal of iets wollig behaard en zijn diep ingesneden. Als je de bloemsteel van de paardenbloem doorbreekt komt er een wit, melkachtig sap uit.

Paardenbloemen kunnen zich op verschillende manieren aanpassen aan het leven in de versteende stad. Zo zouden ze ervoor kunnen zorgen dat hun zaadjes heel goed kunnen vliegen, zodat de kans groter is dat de zaadjes in een ver gelegen park, grasveld of weiland terecht komen. Of zorgen ze er juist voor dat de zaadjes helemaal niet ver kunnen vliegen, zodat ze in de buurt van de ouderplant op de grond vallen?

Deze website maakt gebruik van cookies.