Logo Universiteit Leiden.

nl en

Vorige GTDs

Sinds 2018 nodigen de AVT en Anéla een plenaire spreker uit voor de GTD, om een lezing te houden over afwisselend meer theoretische en meer toegepaste onderwerpen.

2023 Annemiek Hammer and Martine Coene

De plenaire lezing werd gegeven door Annemiek Hammer & Martine Coene (Language and Hearing Center Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam).

Language is a vehicle for participation in community. The ability to receive and produce messages is central to human interaction, from enabling us to communicate about our basic needs to allowing us to share our most complex thoughts and ideas with those around us. As the freedom to express ourselves through language is a fundamental human right, all humans should be able to send and receive communicative messages, regardless of their age or capacity (McLeod 2018).

For individuals who have reduced access to spoken language effective communication may be compromised. It is well known that barriers to communication particularly affect children and elderly adults, individuals who do not speak the dominant language of their community, and people with reduced auditory, visual or communication abilities. 

In this talk, we would like to provide an overview of the challenges that individuals with hearing disabilities are facing when accessing spoken communication. Over the years, we have set up various studies providing insights on potential facilitators and barriers to communication experienced by children, adolescents, students, working adults and elderly people with hearing loss.

The common thread connecting these different populations involves an increased adverse effect of noise on speech understanding as compared to hearing peers. Across the lifespan, noise is omnipresent in many aspects of daily life and is known to interfere with oral communication. In addition to acoustic factors, speech understanding is influenced by linguistic features of the target language and by cognitive features of the language users. Regarding linguistic features, our experimental work with children and adults provides evidence that one of the crucial factors determining perceptive accuracy is syntactic complexity. When listeners are confronted with passive sentences or embedded clauses against a background of noise they will produce significantly lower numbers of correct repetitions than when they are asked to repeat simple SVO sentences. In elderly listeners with a hearing loss, the observed ‘syntactic complexity’ effect is even more pronounced and may be linked to age-related declines in inhibitory control. As for children enrolled in primary and high school education and students enrolled in higher education programs, we will present a similar adverse effect of noise on communication performance and overall academic success. We will provide evidence coming from a variety of studies based on different populations of Dutch-speaking children and young students between 3 and 25 years old enrolled in mainstream and special education programs. 

Finally, during this talk we will also address the way in which everyday communication and interactions have been fundamentally reshaped by the social restrictions and safety measures which have been adopted in response to Covid-19 induced social distancing measures and personal protective equipment. We will present the results of the NWO-financed project ‘Erbij Horen’ investigating the way in which these changes have exacerbated communication barriers faced by different populations with hearing loss living in the Netherlands. The results of this project illustrate not only the complex nature of speech understanding in day-to-day conditions but also the importance of equal accessibility to communication in view of the participation of all individuals in society at any age.   

2022 Jacomine Nortier & Gerrit-Jan Kootstra

In april 2021 verloor de taalkunde een grootheid met het overlijden van Pieter Muysken. We missen hem als vriend, collega, een buitengewoon taalkundige, en ons voorbeeld. In plenaire discussie op de GTD 2022 gingen Gerrit Jan Kootstra (Radboud University Nijmegen) en Jacomine Nortier (Utrecht University) in op de impact van Pieter en zijn werk op de taalwetenschap in de breedste zin van het woord.

"Het is onmogelijk om de hele reikwijdte van zijn activiteiten en onderzoek recht te doen. Zonder deze ambitie ook maar enigszins te hebben zullen we daarom eerst focussen op Pieter als persoon en hoe zijn persoonlijkheid doorklonk in zijn werk. Daarna brengen we zijn integratieve benadering tot taalonderzoek naar voren en de invloed die dat had op vele disciplines (taalwetenschap, sociolinguistiek, psycholinguistiek, historische taalkunde). Dit doen we in de vorm van een discussie waarbij we beiden voorbeelden geven van hoe Pieters werk ons eigen werk en ons vakgebied heeft beïnvloed. We zijn ervan overtuigd dat Pieters verbindende en samenvoegende benadering van de taalwetenschappen voorgezet en uitgebreid moet worden. Samen met de deelnemers aan de Grote Taaldag hopen we toekomstige richtingen uit te denken waarin Pieter Muyskens ideeënerfenis ons zal inspireren."

2021 Rebecca Clift & Martina Wiltschko

Voor de Grote Taaldag 2021 hielden Dr. Rebecca Clift van de University of Essex en Prof. Martina Wiltschko, ICREA Research Professor bij de Universitat Pompeu Fabra, elk een korte uiteenzetting over dezelfde data. Met verschillende korte videoclips van sociale interacties onderzochten ze beiden de manieren waarop 'embodied interaction' het praten doorkruist, en bestudeerden ze de conceptuele pijlers van praten als sociale interactie. Rebecca Clift concentreerde zich op de intersectie van praten en 'embodiment' en Martina Wiltschko had het over 'embodied interaction' en de sociale en cognitieve onderbouwing daarvan. De presentaties werden gevolgd door een discussie tussen de twee, geleid door discussant Mark Dingemanse (Radboud Universiteit).

2020 Pia Quist

Dialect and multi-ethnic youth style in a suburban social housing area – style variability and belonging

Voor de plenaire lezing van 2020 presenteerde Pia Quist de resultaten van haar empirische studie naar jongerentaal in Vollsmose, een ethnisch en talig diverse buurt in Denemarken die in de Deense media als 'getto' wordt gezien. Met een analyse van taalkundige eigenschappen van deze multi-etnische jeugdtaal liet ze zien dat deze gebruikt wordt in complexe interacties die systematisch variëren met de sociale organisatie van de jeugd. Daarnaast toonde ze aan dat sommige van de jeugd vloeiend switchen van stijl. Ze concludeerde dat het belangrijk is om de 'embodied histories' en gehechtheid aan plaatsen van sprekers mee te nemen in de studie van stijlvariatie.

2019 Martin Haspelmath

Met de titel 'Towards an IPA for morphosyntax' zette Martin Haspelmath zichzelf en ons een flinke uitdaging: het ontwikkelen van een algemene terminologie voor morphosyntaxis. Net zoals we een universele standaard hebben voor het weergeven van klanken in het IPA, zouden we een analoge set van termen moeten ontwikkelen voor morphosyntactische begrippen - een "IMA" als set van definities voor basistermen zoals 'adjectief', 'wederkerig voornaamwoord' of 'serial verb construction'. Zo'n algemene terminologie is wenselijk wegens de brede terminologische tegenstrijdigheden en onzekerheden in de literatuur, maar het is een lastige taak. Desondanks suggereert Martin dat dit is een stuk makkelijker is als we erkennen dat (i) definities van algemene termen verschilt wezenlijk van het vinden van 'natural kinds of universal grammar', en (ii) veel van de verwarrende diversiteit in het gebruik van terminilogie komt voort uit het voortijdig samengaan van taalbeschrijving en algemene grammatica. Een levendige discussie volgde op Martin's plenaire lezing, met genoeg stof tot nadenken!

2018 Ray Jackendoff

De titel van de eerste plenaire GTD lezing was 'The Texture of the Lexicon: Relational Morphology in the Parallel Architecture'. Jackendoff ging in op de vraag wat een taalgebruiker opslaat in het lexicon, en in welke vorm. Dit deed hij in de context van zijn Parallel Architecture (Jackendoff 2002), waarbinnen lexicale items stukjes zijn van fonologische, (morfo)syntactische, en semantische structuren, en morfologie is geconceptualiseerd als de grammatica van stukjes structuur op woordformaat. De principes van structuuropbouw worden dan gezien als een subset van schemas in het lexicon. Deze benadering dwingt tot een heroverweging van Humboldt's 'infinite use of finite means'.

Deze website maakt gebruik van cookies.