Logo Universiteit Leiden.

nl en

Angst bij pleegkinderen

Waar moet je rekening mee houden?

Deze video kan niet worden getoond omdat u geen cookies heeft geaccepteerd.

Verlaat onze website om deze video te bekijken.

Angsten bij pleegkinderen

Veel pleegkinderen ervaren een vorm van angst. Dit kan te maken hebben met hun achtergrond, zoals angsten die ontstaan zijn vanuit een trauma. Denk ook aan verlatingsangst of aan faalangst in combinatie met een laag zelfvertrouwen.

Pleegangst

Pleegkinderen kunnen ook angsten hebben over de tijdelijkheid van hun situatie. Pleegzorg is een tijdelijk bestaan, en dat betekent dat kinderen bang kunnen zijn dat ze weer weg moeten. Psychologe Martine Delfos noemt deze specifieke angst ‘pleegangst’; in het hoofdstuk onderaan deze pagina lees je hoe dit ontstaat en wat de gevolgen kunnen zijn.

Hoe uit angst zich?

Zoals ook in het hoofdstuk van mw. Delfos wordt besproken, hoeven angsten zich niet alleen te uiten in angstig, bang of teruggetrokken gedrag. Het komt juist vaak voor dat angst ervoor zorgt dat kinderen een ander type gedrag laten zien.

Zo kan een kind met pleegangst (onbewust) negatief gedrag laten zien om de pleegouders te testen (zijn ze er dan ook voor me?). Een kind dat last heeft van een trauma kan bijvoorbeeld heel snel overreageren (te snel boos worden) omdat hij/zij zijn emoties niet goed kan reguleren en controleren.

Zo zijn er meer voorbeelden te noemen, en de uiting van angst zal ook bij ieder kind anders zijn. Probeer er in elk geval achter te komen of het kind angsten heeft die mogelijk problemen in de klas kunnen verklaren, of het nu op het gebied van gedrag, schoolprestaties, sociale vaardigheden, of iets anders is. Goed contact met de pleegouders is dus heel belangrijk.

Deze website maakt gebruik van cookies.