Universiteit Leiden

nl en

Lerarenopleidingen

Praktijkdeel van de opleiding

De opleiding bestaat voor de helft uit onderwijspraktijk en voor de helft uit een instituutsdeel. Beide delen hangen nauw met elkaar samen en lopen parallel: op maandag volg je onderwijs op het instituut, de andere dagen sta je voor de klas op een middelbare school.

Het praktijkdeel kan zowel door middel van een stage als een baan op een school voor voortgezet onderwijs worden ingevuld. Voor het leren in de praktijk werkt het ICLON nauw samen met een groot aantal opleidingsscholen in Zuid-Holland.

Het praktijkdeel van de opleiding in de vorm van een stage vindt plaats op een school voor voortgezet onderwijs. Na de voorbereidende startdagen op het ICLON gaat de student aan de slag met het praktijkdeel: gericht observeren, leerlingen begeleiden, geven van eerste (deel)lessen. Dit is van groot belang voor de onderwijsactiviteiten op het instituut, waar de praktijkervaring van de student steeds het uitgangspunt is. 

Als een student het praktijkdeel gedurende de hele opleiding als stage vervult, kan in het tweede praktijkdeel de stage op een andere school plaatsvinden. 

Stageplaats

De stageplaats wordt door het ICLON geregeld. Het ICLON acht een reistijd van vijf kwartier (enkele reis op basis van openbaar vervoer) vanaf Leiden aanvaardbaar. Wanneer je niet woonachtig bent in de regio Zuid-Holland, is een langere reistijd onvermijdelijk. Houd in dat geval dus rekening met extra reistijd.

Zelf een stageplaats zoeken?  
Mocht je vanwege reistijd of persoonlijke voorkeuren graag meer invloed willen hebben op de stageplaats, dan raden wij je aan om zelf scholen te benaderen voor een stageplaats. Dit echter onder onderstaande strikte voorwaarden:

  • Het ICLON werkt met een vast netwerk van opleidingsscholen. Hierbij is afgesproken dat stageplaatsing centraal via het ICLON wordt geregeld. Het is dan ook niet toegestaan scholen te benaderen binnen dit netwerk. Een overzicht van de betreffende scholen vind je op onze webpagina opleidingsscholen.
  • Het is belangrijk dat de kwaliteit van de begeleiding en de randvoorwaarden van de stageplaats in orde zijn. Dit houdt concreet in dat er een persoon/begeleider op school (BOS) is die een training en/of voldoende ervaring heeft in het begeleiden en opleiden van studenten. Deze begeleiders moeten zich voldoende beeld kunnen vormen van je competenties en ontwikkeling, zodat een eindbeoordeling mogelijk is. De begeleider is ook de contactpersoon met wie de supervisor vanuit ICLON contact heeft in het kader van de beoordeling. Verder is het belangrijk dat je regelmatig feedback krijgt; ofwel doordat iemand lesbezoeken aflegt en feedback geeft, ofwel doordat je feedback krijgt op video-opnames die je tijdens de lessen maakt. 
  • Vanzelfsprekend moet de school je ook voldoende stage-uren in het betreffende schoolvak en op het juiste niveau kunnen bieden. Zie hiervoor ook de informatie onder Omvang praktijk.
  • Voor de overige voorwaarden waaraan een eigen praktijkplek dient te voldoen, verwijzen wij je graag naar de Factsheet praktijk en de Praktijkvoorwaarden lerarenopleiding.

Mocht je met een school in vergevorderd gesprek zijn over een stageplaats, dan vernemen wij graag welke school dit betreft via het formulier Voordragen eigen stageplaats en vóór ondergenoemde deadline. Lever via het formulier in ieder geval de volgende gegevens aan:

  • Schoolnaam en eventuele locatie;
  • Betreft het regulier voortgezet onderwijs (dus geen speciaal, volwassen-, particulier onderwijs of speciale doelgroepen)?
  • Aantal uren onderbouw en/of bovenbouw;
  • Voldoet de praktijkplek aan onze praktijkvoorwaarden?

Wij zullen dit nadat je aanmelding in behandeling is genomen door de Toelatingscommissie aan onze praktijkcoördinator voorleggen. Zij zal op basis van inhoudelijke gronden (voldoende uren/juiste niveau/begeleiding, et cetera) en reisafstand (in verband met lesbezoeken) besluiten of deze stage kan worden ingezet voor het praktijkdeel van de lerarenopleiding. Wij gaan ervan uit dat je vervolgens zelf concrete afspraken maakt met de betreffende school en het contact met de school onderhoudt.

DEADLINE:

  • De deadline voor het voordragen van een eigen stageplaats voor de start eind januari 2025 is 15 november 2024.
  • De deadline voor het voordragen van een eigen stageplaats voor de start eind augustus 2025 is 15 mei 2025.

Een aanstelling als docent op een reguliere school voor voortgezet onderwijs kan als praktijkdeel (mee)tellen als de baan aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • De student geeft les aan de doelgroep en in het schoolvak waarvoor wordt opgeleid.
  • De student maakt voldoende uren om aan de minimale eisen van het praktijkdeel te voldoen. De eisen per opleidingstraject zijn weergegeven in de Factsheet Praktijkdeel ICLON Lerarenopleiding. Als de baan hier niet aan voldoet, is een aanvullende stage van toepassing. Twee rekenvoorbeelden:
    • Eenjarige lerarenopleiding voltijd: de baan dient gemiddeld tenminste 6 tot 7 lesuren per week te omvatten. Houd rekening met voldoende uren in de bovenbouw havo/vwo (minimaal 2 uur per week).
    • Eenjarige lerarenopleiding of het Zij-instroomtraject deeltijd: de baan dient gemiddeld tenminste 2 tot 3 lesuren per week te omvatten.
  • De school zorgt voor een adequate begeleiding van de student (dat is begeleiding en beoordeling door een ervaren en/of getrainde begeleiders op school) en staat lesbezoek door de supervisor van het ICLON toe. Zie voor meer informatie hierover het eerste deel van artikel 2 van de Praktijkvoorwaarden.

  • De student is op maandag vrij geroosterd voor onderwijs op het instituut (zie artikel 3 van de Praktijkvoorwaarden). 
  • De baan heeft een minimale duur van drie maanden (zie artikel 4 van de Praktijkvoorwaarden). 
  • De student maakt samen met de school concrete afspraken voor het behalen van de bevoegdheid binnen de gestelde tijd en legt deze vast in een studieplan. Zie het document Aandachtspunten bij Arbeidsovereenkomst Docent-in-Opleiding/Zij-instroom.

Voor meer informatie over het invullen van het praktijkdeel door middel van een baan, neem contact op met de studievoorlichter.  

Baan als docent in het mbo, hbo of particulier onderwijs
Studenten die werkzaam zijn als docent in het mbo, hbo of particulier onderwijs, kunnen bij uitzondering een aantal uren van hun baan laten meetellen voor de invulling van het praktijkdeel (doorgaans alleen Praktijk 2). Dit kan indien (1) zij beschikken over voldoende onderwijscompetenties met betrekking tot de reguliere doelgroep (voortgezet onderwijs), (2) de werkcontext (mbo, hbo of particulier onderwijs) voldoet aan de Praktijkvoorwaarden van het praktijkdeel en (3) de werkcontext uitvoering van de opdrachten voor de lerarenopleiding mogelijk maakt.

Wil jij je baan als docent in het mbo, hbo of particulier onderwijs laten meetellen voor de invulling van het praktijkdeel? Neem dan tijdig contact op met de praktijkcoördinator via stage@iclon.leidenuniv.nl. De praktijkcoördinator zal besluiten (1) of deze baan deels ingezet kan worden en (2) hoeveel/welke praktijkuren op een school voor voortgezet onderwijs daarnaast nodig zijn, om aan de eisen van het praktijkdeel van de lerarenopleiding te kunnen voldoen.

Omvang baan/stage bij voltijd- en deeltijdprogramma’s
De opleiding is in voltijd (1 jaar - 5 dagen per week) of in deeltijd (2 jaar - 2,5 dagen per week) te volgen. Om de opleiding succesvol te volbrengen, heb je voldoende ruimte naast je baan nodig.

  • Het voltijdprogramma is te combineren met een baan als docent in het voortgezet onderwijs van maximaal 0,5 fte. Heeft de baan een omvang van meer dan 0,5 fte, dan volg je het deeltijdprogramma. Ook als je vanwege andere verplichtingen minder dan 2,5 dag per week beschikbaar bent voor de opleiding (onderwijs/zelfstudie en praktijkdeel), volg je het deeltijdprogramma.
  • Het deeltijdprogramma is doorgaans te combineren met een baan als docent in het voortgezet onderwijs van maximaal 0,75 fte. Dit is afhankelijk van je persoonlijke situatie.

Bovenstaande beschrijving van de werktijdfactor (fte) geldt ook voor je stageplek.

Direct na de voorbereidende startactiviteiten begint het praktijkdeel op een school: gericht lessen observeren, leerlingen begeleiden bij het maken van opdrachten en de eerste (deel)lessen geven. Al snel werkt de student toe naar zelfstandig lesgeven en echt meedraaien op school. Daarnaast voert de student voor de opleiding opdrachten uit in de klas en op school.

Bij Praktijk 1 ligt de focus op de onderbouw, bij Praktijk 2 ligt de focus op de bovenbouw. Bekijk het curriculum van het opleidingstraject dat je gaat volgen om te zien of Praktijk 1 en/of Praktijk 2 onderdeel uitmaken van jouw programma.

Praktijk 1

Praktijk 1 start aan het begin van de opleiding (augustus/september of februari) en beslaat de eerste helft van de opleiding. Het omvat minimaal 120 klascontacturen, waarvan de student ten minste 60 uren zélf (deel)lessen geeft. Voor de schoolvakken die zowel in onderbouw als bovenbouw worden gegeven, worden in het eerste praktijkdeel minimaal 40* van de 60 lessen in het vmbo en/of de onderbouw van havo/vwo gegeven. De laatste weken van deze eerste periode (d.w.z. in januari, respectievelijk juni) zijn bestemd voor de afronding.

Voor studenten van de lerarenopleiding (master Leraar VHO): voor Praktijk 1 geldt dat minimaal 20 (in plaats van de boven genoemde 40) van de 60 uren die een student zelf lesgeeft in het vmbo en/of de onderbouw van havo/vwo gegeven moeten worden. Na afronding van de lerarenopleiding (Praktijk 1 + Praktijk 2) dient de student in totaal minimaal 40 uur te hebben lesgegeven in het vmbo en/of de onderbouw van havo/vwo. Indien de student overstapt naar de Educatieve Module, kan pas een beperkte tweedegraads onderwijsbevoegdheid worden afgegeven, als minimaal 40 uur lesgegeven is in het vmbo en/of de onderbouw van havo/vwo.

Praktijk 2 

Praktijk 2 beslaat de tweede helft van de opleiding. Het omvat minimaal 130 klascontacturen waarvan de student ten minste 65 uren zelfstandig les geeft, waarvan ten minste 45 uren in de bovenbouw van havo en vwo. Het tweede praktijkdeel begint na afsluiting van het eerste (in januari/februari, respectievelijk augustus/september).

Maandag is de opleidingsdag voor alle studenten van het ICLON. De hele maandag (9.00-17.00 uur) dienen studenten zodoende beschikbaar te zijn voor onderwijsactiviteiten op het instituut. Dinsdag tot en met vrijdag zijn beschikbaar voor het praktijkdeel op de school en zelfstudie. 

Gemiddeld zijn studenten van de voltijdopleiding en Educatieve minor/module in voltijd 2,5 dag (5 dagdelen) per week op school. Studenten die gemiddeld 6 tot 8 uur per week lesgeven en observeren komen doorgaans aan het einde van de praktijkperiode niet in de problemen om aan de minimale eisen te voldoen. 

Gemiddeld zijn studenten van de deeltijdopleiding en Educatieve minor/module in deeltijd 1 tot 2 dagen per week op school. Studenten die gemiddeld 2 tot 3 uur per week lesgeven en observeren komen doorgaans aan het einde van de praktijkperiode niet in de problemen om aan de minimale eisen te voldoen. 

Het minimaal aantal klascontacturen en de verdeling over de klassen (onderbouw/bovenbouw) is weergegeven op deze website en in de Factsheet praktijkdeel Lerarenopleiding (in het informatieblok 'Direct naar').  

Het praktijkdeel bestaat naast lesgeven uit verschillende activiteiten met als doel om een brede oriëntatie op de beroepspraktijk mogelijk te maken (bijvoorbeeld het bijwonen van verschillende vergaderingen, het meedoen met buitenschoolse activiteiten en het kennismaken met de verschillende doelgroepen). Afgezien van deze brede oriëntatie bestaat het grootste deel van praktijk uit het ontwerpen en uitvoeren van lessen, inclusief het evalueren van de leeropbrengsten van leerlingen. De studielast van zowel Praktijk 1 als Praktijk 2 is 15 EC; dit komt overeen met 420 klokuren (15 x 28 uur). Deze klokuren worden uitgesplitst naar diverse activiteiten, dit wordt nader toegelicht in de syllabus Praktijk bij de start van de opleiding.

De student heeft en houdt regie over zijn/haar eigen studie inclusief het praktijkdeel. Dit houdt onder andere in dat de student bij aanvang van de opleiding een gesprek initieert  met de begeleider(s) op school. Het doel van dit gesprek is dat er concrete afspraken gemaakt worden over:

  • de planning: aantal klascontacturen en aantal uren zelf lesgeven inclusief de verdeling onderbouw/bovenbouw; 
  • hoe vindt de begeleiding en beoordeling van het praktijkdeel plaats, wie zijn de betrokken personen (vanuit de school en vanuit het ICLON) en wat is hun onderlinge taakverdeling; 
  • hoe ziet de afstemming tussen de school en het ICLON er uit in het kader van de begeleiding en beoordeling praktijk; 
  • hoe bewaakt de student zijn/haar grenzen inzake studielast, verhouding instituutsdeel/praktijkdeel, et cetera.

Ter voorbereiding van dit gesprek kun je de informatie op deze webpagina lezen en kunnen de volgende documenten meegenomen worden: Factsheet Praktijkdeel Lerarenopleiding, Tijdlijn Praktijkdeel Lerarenopleiding en de vakbeschrijving van Praktijk 1 en Praktijk 2 (zie Studiegids).

De student voert voor diverse studieonderdelen opdrachten uit in de praktijk en draagt in dit kader verantwoordelijkheid om de begeleiders op school over deze opdrachten en deadlines te informeren. De opdrachten kunnen bestaan uit:

  • het observeren van lessen bij de begeleider(s) en/of diens collega’s op school;
  • het ontwerpen, uitvoeren, analyseren en evalueren van lessen;
  • het ontwerpen van toetsen, het schrijven van leerteksten, het analyseren van schoolboeken en curricula, et cetera;
  • het bijwonen van vergaderingen en het deelnemen aan allerlei (schoolbrede) activiteiten, et cetera;
  • het voeren van gesprekken met (individuele) leerlingen, collega’s, ouders, et cetera.

Om optimaal van deze activiteiten te kunnen leren, voert de student regelmatig gesprekken met zijn/haar begeleider over de planning en uitvoering van zijn/haar lessen en andere activiteiten. 

Wat kan de student van een schoolopleider/werkplekbegeleider verwachten? 

  • Begeleiden en geven van feedback: de schoolopleider/werkplekbegeleider maakt de student wegwijs binnen de schoolorganisatie en wijst op mogelijkheden om te observeren (bijvoorbeeld bij collega’s uit vaksectie), bezoekt frequent een les, geeft feedback op de inhoud van lesplannen, lessen/lesfragmenten van de student, observeert en bespreekt de lessen na, monitort en bespreekt de ontwikkeling van de student, et cetera. 
  • Beoordelen: de schoolopleider/werkplekbegeleider vormt een beeld van de ontwikkeling en competenties van de student aan de hand van de ICLON rubrics, stelt een conceptbeoordeling op en bespreekt deze met de ICLON supervisor (beoordeling Praktijk 1/2). 
  • Vroeg signaleren van problemen in ontwikkeling van student: een (half) jaar is erg kort om zich te ontwikkelen tot startbekwaam docent. Daarom is het van belang dat de schoolopleider/werkplekbegeleider de student zeer snel (vanaf de tweede week) mogelijkheden biedt om zelf leservaring op te doen (bijvoorbeeld het geven van deellessen/lesfragmenten) en eventuele problemen of stagnaties in de ontwikkeling in een vroeg stadium met de supervisor van het ICLON bespreekt. 

Iedere student krijgt vanuit het ICLON een supervisor toegewezen. Aan het begin van de praktijkperiode neemt de supervisor contact op met de schoolopleider/werkplekbegeleider om de samenwerking af te stemmen. De supervisor komt in principe één keer per half jaar op schoolbezoek.

In het kader van de lerarenopleiding krijgen studenten voor verschillende curriculumonderdelen regelmatig de opdracht om lesopnames te maken in de eigen praktijkcontext. Het maken van beeld- en geluidsopnames in de klas is een verwerking van persoonsgegevens. Daarom is de AVG van toepassing. Op deze pagina vind je alle benodigde documenten om de opnames te kunnen maken.

  1. Richtlijnen beeld- en geluidsopnames in de klas
  2. Beslisboom iRIS Connect

Zelf toestemming regelen

In principe is de opleidingsschool verantwoordelijk voor het regelen van de toestemming van (ouders/verzorgers van) leerlingen voor het maken van lesopnames. Als dat op jouw school niet geregeld is, gebruik dan onderstaande documenten om de toestemming zelf te vragen. Verstrek altijd de privacyverklaring samen met het toestemmingsformulier.

De toestemmingsformulieren moeten bewaard worden voor de duur van de verwerking, dat wil zeggen totdat de lesopnames verwijderd zijn uit IrisConnect.

  1. Privacyverklaring beeld- en geluidsopnames in de klas
  2. Toestemmingsverklaring beeld- en geluidsopnames in de klas voor leerlingen onder de 16 jaar
  3. Toestemmingsverklaring beeld- en geluidsopnames in de klas voor leerlingen van 16 jaar en ouder

De student bewaart zowel tijdens als na afloop van de praktijkperiode geheimhouding betreffende alle (persoons)gegevens van leerlingen, docenten en/of andere bij het ICLON betrokken personen. Onder (persoons)gegevens wordt onder andere verstaan: gegevens aan de hand waarvan leerlingen, docenten en/of andere bij het ICLON betrokken personen direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd. Hieronder vallen in ieder geval:

  • naam- en adresgegevens
  • beeldmateriaal
  • alle informatie uit dossiers van leerlingen, zoals cijferlijsten.

De geheimhouding geldt eveneens voor alle informatie die door het ICLON als vertrouwelijk is aangemerkt of waarvan uit de aard van de informatie in redelijkheid blijkt dat deze vertrouwelijk is.
Als de student constateert dat dergelijke (persoons)gegevens en/of vertrouwelijke informatie door zijn of haar toedoen mogelijk in handen zijn gekomen van onbevoegde derden, dan dient de student dit zo snel mogelijk (uiterlijk binnen 24 uur) en uitsluitend te melden bij de privacy officer  van het ICLON. Het ICLON neemt de melding vervolgens in behandeling en is verantwoordelijk voor een goede afhandeling van het gemelde (mogelijke) datalek.

Contactgegevens privacy officer ICLON
Naam: Carla den Hartog
E-mail: privacy@iclon.leidenuniv.nl 
Telefoon: 071-527 4978 / 071-527 4015

Materialen en instructie voor de beoordeling van het praktijkdeel zijn voor de BOS/vakcoach beschikbaar op de pagina Begeleiding en beoordeling praktijk. Studenten kunnen de materialen ook op Brightspace vinden.  

Het praktijkdeel, of het nu in de vorm van een stage dan wel middels een baan wordt ingevuld, wordt beschreven in een formele overeenkomst tussen de opleiding en de school. Het ICLON stuurt twee keer per jaar (in oktober en maart) via e-mail een praktijkoverzicht van alle studenten (inclusief de bepalingen van het praktijkcontract) naar de betreffende schoolopleider/-coördinator met het verzoek dit te accorderen. Studenten hoeven dus in principe niet afzonderlijk een praktijkcontract te ondertekenen, tenzij dit vanuit de opleidingsschool vereist is. 

De student legt wel de afspraken die gemaakt worden met de school over de concrete invulling van het praktijkdeel (aantal uren per week, onderbouw-/bovenbouwratio, gegevens van begeleiders, et cetera) ter accordering via een webformulier voor aan de supervisor. Na akkoord van de supervisor is de praktijkovereenkomst samen met een voldoende beoordeling van het functioneren van de student (conform de toetsing van Praktijk 1 en 2) het formele bewijs dat de student aan de wettelijke eisen voor het praktijkgedeelte heeft voldaan.

Voor het praktijkdeel geldt een aantal regelingen en bepalingen. De begeleiders van de studenten en de studenten dienen op de hoogte zijn van deze praktijkvoorwaarden

De school krijgt twee keer per jaar (in oktober en in maart) van het ICLON een overzicht van alle studenten die op dat moment hun praktijkdeel op de school uitvoeren met daarbij het verzoek dit overzicht en de bijbehorende regelingen en bepalingen te accorderen.

Meer informatie

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.