
Alle Scholen Verzamelen 2022: Wij Vinden!
Op 9 november 2022 kregen 149 groepen van leerlingen uit het laatste jaar van de basisschool, afkomstig van 31 scholen verspreid over Nederland, de kans om voor één dag sociale wetenschappers te worden. Zij onderzochten hun eigen sociale omgeving in het burgerwetenschapsproject Wij Vinden!

Dit project was de 2022-editie van het initiatief Alle Scholen Verzamelen, een samenwerking tussen de Wetenschapsknooppunten van Nederlandse universiteiten, die regionale netwerken van leerkrachten en docenten ondersteunen bij de ontwikkeling van lesmateriaal. Elk jaar wordt er een nieuw thema en participatief onderzoeksproject gekozen, waarbij scholen uit het hele land worden uitgenodigd om mee te doen en hun leerlingen als co-onderzoekers te betrekken, samen met de wetenschappers die het onderzoek leiden.
In 2022 werd het gezamenlijke onderzoek Wij Vinden! van de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit geselecteerd. Hierin werden kinderen uitgenodigd om na te denken over hun sociale omgeving – op school, thuis of in de buurt – over de volwassenen die invloed hebben op die omgeving, en over wat er nodig is om zich er goed te voelen. Elke klas stelde een lijst op van wat zij belangrijk vonden in één van deze drie sociale omgevingen en maakte daar een top-vijf van.
In de voorbereidingsfase vormden de leerlingen werkgroepen en gaven zichzelf een rol op basis van hun vaardigheden en interesses, zoals interviewer, analist of vormgever. Daarna nam ieder om beurten de leiding in een specifieke fase van het onderzoek, afhankelijk van hun rol. Dit is een klassiek voorbeeld van team science,1 waarbij mensen met verschillende vaardigheden elkaar aanvullen om de kwaliteit van het onderzoek te verhogen.
Tijdens de interviewfase kregen de sleutelfiguren die invloed hebben op de sociale omgeving van de kinderen – zoals ouders, leraren, voetbaltrainers of zelfs de burgemeester – de door de kinderen opgestelde lijst te zien, maar in willekeurige volgorde. De volwassenen moesten deze opnieuw rangschikken, afhankelijk van hoeveel zij eraan werken of het proberen te realiseren.

In de dataverwerkingsfase berekenden de leerlingen het verschil tussen de top-vijf van de klas en die van de volwassenen met behulp van een resultatenposter en scorekaart. Ze gaven daarbij hun eigen interpretatie van de verschillen. Sommige leerlingen schreven de verschillen bijvoorbeeld toe aan de levenservaring en verantwoordelijkheden van volwassenen, zoals het zorgen voor het gezin, terwijl leeftijdsgenoten voor kinderen vaak belangrijker zijn.
Voor Yara Toenders, neurobioloog en postdoctoraal onderzoeker bij het Erasmus SYNC Lab en een van de projectleiders, is dit een interessant inzicht. De overgang van de kindertijd naar de tienerjaren is namelijk een periode van sociale heroriëntatie. Dit bestuderen met een burgerwetenschapsaanpak biedt extra inzicht in het perspectief van kinderen tijdens deze ontwikkelingsfase.

In de rapportagefase visualiseerden de kinderen hun bevindingen en vonden ze creatieve manieren om de resultaten te presenteren. De diversiteit aan methoden was indrukwekkend: digitale posters, staafdiagrammen, films, tekeningen, strips en zelfs een rap werden gebruikt om hun conclusies te delen.
Het belang van de sociale omgeving van een kind is extra relevant in de periode na de coronapandemie, toen de sociale interacties tussen leerlingen sterk beperkt waren en vooral tot het gezin behoorden. De onderzoeksaanpak van Wij Vinden! biedt een concrete manier om de rol van de sociale omgeving in het welzijn van kinderen te blijven onderzoeken.
Ook was er een positief effect te zien op de klasdynamiek na het gezamenlijk uitvoeren van het onderzoek. Een leerkracht van de Quadratum School in Rotterdam gaf aan dat het heel waardevol was om met haar klas te praten over wat de leerlingen nodig hebben in het klaslokaal, binnen de context van hun sociale omgeving, en dat dit de sociale interacties op school merkbaar verbeterde.
“Wat ik ook heel mooi vind, is dat kinderen echt een ander beeld hebben gekregen van wetenschap,” zegt Yara. “Een van onze taken als wetenschappers is om het publiek te betrekken, en met dit project krijgen kinderen de kans om voor een dag zelf wetenschapper te zijn. Sommige leerlingen zeiden zelfs dat ze later wetenschapper willen worden,” voegt ze glimlachend toe.
Burgerwetenschap kan burgers in elke fase van de onderzoekscyclus betrekken, als deelnemers of als co-onderzoekers, en zo de mogelijkheid bieden om hen bij elk aspect van wetenschap te betrekken. Dit is belangrijk voor de wederzijdse uitwisseling van kennis tussen wetenschap en samenleving, waarbij burgers ook hun eigen inzichten delen met onderzoekers. Voor Karlijn Hermans, coördinator Open Science aan de Universiteit Leiden en een van de voormalige projectleiders, moeten wetenschappelijke inzichten worden ingezet om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Daarvoor is meer samenwerking nodig tussen wetenschap, bedrijfsleven, overheid en samenleving. Dat is precies wat we met burgerwetenschap – en breder met Open Science – kunnen bereiken.
[1] Team Science beschrijft een samenwerkingsaanpak voor onderzoek, waarbij onderzoekers uit verschillende disciplinaire vakgebieden gezamenlijk een wetenschappelijke uitdaging aangaan, waarbij hun individuele sterke punten en expertise elkaar aantoonbaar versterken. Bron: NWO Team Science Award