Universiteit Leiden

nl en

Burger geeft graag inzicht in griepontwikkeling

Mensen leveren graag een bijdrage van wetenschappelijke waarde door mee te doen aan De Grote Griepmeting, merkt Anne Land. Ze publiceert erover in Journal of Science Communication.

Citizen Science

Burgers dragen graag bij aan wetenschap, blijkt uit het onderzoek van de Leidse universitair docent Anne Land van de afdeling Science Communication & Society. Zogenoemde Citizen Science-projecten combineren echte wetenschap met educatie, waarbij de data of analyses daadwerkelijk gebruikt worden voor wetenschappelijke artikelen. De bereidwilligheid van de deelnemers verdampt echter snel wanneer men het gevoel heeft zinloos bezig te zijn met het verzamelen van data.

Nauwkeurige voorspelling

Land ondervroeg de deelnemers aan De Grote Griepmeting, een project dat sinds 2003 de verspreiding van het griepvirus in Nederland en Vlaanderen in kaart brengt. Iedereen kan eraan meedoen. Verspreid over het hele land geven duizenden mensen wekelijks via een website aan of ze last hebben van griepachtige en vergelijkbare verschijnselen. Daardoor kan er inmiddels al vrij nauwkeurig worden voorspeld waar en wanneer een griepepidemie zal uitbreken.

Vlijtige burgers

De wekelijkse datastroom vanuit de vlijtige burgers is daarbij onmisbaar, wat de griepmeting een perfect voorbeeld maakt van Citizen Science waarvan zowel wetenschappers als burgers profiteren. Land: ‘Doorgaans wordt het gros van de data aangeleverd door een enthousiaste minderheid. Bij de Grote Griepmeting ligt dat dus anders: de meerderheid is daar al meerdere jaren actief en stuurt trouw elke week hun gegevens op, het hele griepseizoen lang.’

Betrokkenheid

Het enthousiasme onder de deelnemers blijkt uit de cijfers: van de 17.000 inschrijvingen in Nederland en Vlaanderen vullen ruim 14.000 leden wekelijks de lijst op de website in. Voor een Citizen-Science-project zijn dat ongekende aantallen. Volgens Anne Land is een gevoel van betrokkenheid doorslaggevend: ‘De Grote Griepmeting communiceert veel met de deelnemers, en laat weinig momenten onbenut om het belang van hun dataverstrekkers te benadrukken. Bovendien blijkt dat de griepmeters het enorm waarderen dat de resultaten van de verwerkte data op de website zijn terug te vinden. Zo zien ze uiteindelijk ook resultaat van hun werk.’

Kennismaking

Interessant is ook dat Lands onderzoek aantoont dat veel deelnemers voor hun deelname niks met wetenschap hadden. Land: ‘We dachten altijd dat Citizen Science vooral geschikt was voor mensen met op z’n minst enige wetenschappelijke affiniteit. Uit onze resultaten blijkt echter dat het voor sommigen een prachtige kennismaking kan betekenen met de wetenschappelijke wereld. En dit keer gaat het over griep, maar dat zou natuurlijk ook een ander onderwerp kunnen zijn.’

Huisartsen

De Grote Griepmeting is overigens niet de enige instantie die zich bezighoudt met griepcijfers. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) kijkt ook naar het aantal griepmeldingen via peilstations van huisartsen die zijn aangesloten bij het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL). ‘Maar,’ zegt Land, ‘vooral jonge kinderen en ouderen zien de dokter bij griep, de rest blijft gewoon thuis. De Grote Griepmeting heeft juist ook gegevens van mensen die niet naar de huisarts gaan bij griep. In Nederland gaat dat om ongeveer 75% van de bevolking. Beide tellingen complementeren elkaar dus.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.