Hoe vaak zijn ouders dicht bij hun kind? Deze nieuwe methode legt het live vast
Met een vernieuwende methode meten Loes Janssen en collega’s hoelang en hoe vaak ouder en kind in het dagelijks leven dicht bij elkaar zijn en hoe ze dat samenzijn ervaren. De onderzoekers combineren 'Bluetooth low energy beacons' met de smartphone-app Ethica om de fysieke nabijheid van deelnemers te tracken en automatisch een vragenlijst te versturen. Publicatie in Behavior Research Methods.
Samen tijd doorbrengen is belangrijk voor ons welzijn. Hoe vaak dit gebeurt en hoe dit wordt ervaren was lastig te meten. ‘Door fysieke nabijheid tussen ouders en jongeren te tracken, testen we op een nieuwe manier hoe ouder en kind in het dagelijks leven hun onderlinge contact ervaren,’ vertelt Loes Janssen. Twee methodes die tot nu toe veel gebruikt worden, zijn het versturen van vragenlijsten op willekeurige tijdstippen gedurende de dag via een app. Of ouders en jongeren worden gevraagd zelf vragenlijsten in te vullen na een interactie. Maar bij beide manieren bestaat de kans dat je belangrijke interactie mist. ‘Hoewel wij onze methode toepasten in een ouder-kind setting, is de methode natuurlijk breder te gebruiken in families, bij collega's en vrienden. Of in klinische groepen en zelfs als interventie.’
Bluetooth beacon-kaartje 24/7
In het RE-PAIR-onderzoek kregen ouders en kinderen op een onderzoeksdag in het lab in Leiden allemaal een eigen bluetooth beacon-kaartje ter grootte van een pinpas. Ook kregen ze instructies over het daarop volgende dagboekgedeelte van RE-PAIR, waarbij ouders en jongeren twee weken lang vier vragenlijsten per dag ontvingen via een notificatie van de Ethica-app op hun mobiel. Dit dagboekgedeelte combineerde Janssen met de nieuwe methode om fysieke nabijheid te tracken en op basis daarvan vragenlijsten te versturen over mogelijke ouder-kind interacties. ‘Ieder gezinslid had dus een eigen bluetooth beacon-kaart en een eigen mobiel met de Ethica-app. Ouders en jongeren kregen de instructie om hun mobiel met eigen beacon-kaart in de twee weken van het dagboekgedeelte dag en nacht zoveel mogelijk met zich mee te nemen.’
Tracken via Ethica-app
De Ethica-app op de smartphone maakte in die periode contact via bluetooth met de beacon-kaarten. De Ethica-app hield dan bij of de bluetooth beacon-kaarten van andere gezinsleden in de buurt waren, tot op vier meter en in dezelfde ruimte. ‘We kozen voor deze afstand omdat we ervan uitgingen dat ouders en kinderen wel redelijk dicht bij elkaar moesten zijn om de vragenlijsten over interacties te versturen.’ De Ethica-app scande iedere vijf minuten (volgens de standaard-instelling van de telefoon) of er beacon-kaarten in de buurt waren. Als de app van een kind de beacon-kaart van moeder en/of vader detecteerde, werd dat opgeslagen in Ethica. En andersom ook: als de app van moeder en/of vader de beacon-kaart van een kind detecteerde. ‘Dit gaf ons dus allereerst inzicht in fysieke nabijheid tussen jongeren en hun ouders gedurende veertien dagen.’
Minimaal tien minuten in elkaars nabijheid
Wanneer de Ethica-app van een kind minimaal tien minuten in de buurt van de beacon van vader/moeder was (of andersom) was, was er mogelijk een interactie geweest. Het kind kreeg vervolgens via een automatische notificatie op de smartphone een vragenlijst via de Ethica-app, tien minuten nadat de Ethica-app de beacon-kaart van moeder niet meer detecteerde. Deze vragenlijst bevatte specifieke vragen voor het kind na het contact met vader/moeder: hoe fijn dat was, hoe de ouder zich gedroeg; steunend of kritisch. ‘Het kind ontving de vragenlijst tien minuten later omdat we wilden voorkomen dat kind en moeder nog samen waren bij het invullen van de vragenlijst. Jongeren en ouders kregen niet te veel vragenlijsten omdat de vragenlijst geblokt werd voor vier uur.’
Evaluaties over het algemeen positief voor zowel vaders als moeders
Over het algemeen gaven analyses aan dat adolescenten vaker en langer in de buurt van moeders waren dan van vaders, met grote verschillen tussen gezinnen in frequentie en duur. Evaluaties gebaseerd op nabijheid van de interacties en het opvoedingsgedrag waren over het algemeen positief voor zowel vaders als moeders.