Waarom struikelen Japanse en Zuid-Koreaanse vrouwen op weg naar de top?
De afgelopen decennia hebben vrouwen in Japan en Zuid-Korea een grote inhaalslag gemaakt op het gebied van opleidingsniveau en economische activiteit. Toch blijft het aantal vrouwen in leiderschapsposities achter. Promovenda Yorum Beekman onderzocht hoe dit komt.
Grote bedrijven in Zuid-Korea en Japan hebben geprobeerd om via beleidsverandering meer vrouwen op topposities te krijgen. ‘Maar de cijfers blijven teleurstellend, zelfs na ruim twee decennia’, vertelt Beekman. ‘Met het beleid op zich is niets mis: het voldoet qua inhoud aan de internationale standaard.’
Impact op vrouwen
Als het niet aan het beleid ligt, rijst de vraag met welke beperkingen vrouwen dan wel te maken krijgen op de werkvloer. ‘Voor mijn onderzoek heb ik daarom gesproken met vrouwen die al langere tijd in grote bedrijven werken. Samen zijn we de levensloop en loopbaan van de vrouw in kwestie nagegaan.’
Hierbij is niet alleen gekeken naar de loopbaanontwikkeling van begin tot eind. ‘Ik heb ook gevraagd hoe de vrouwen zijn opgegroeid, hoe de relaties met hun ouders waren en hoe hun schoolperiode verliep. Dat zijn allemaal ervaringen die mogelijk invloed hebben gehad op de manier waarop vrouwen nu naar de wereld kijken en tot belangrijke keuzes komen met langdurige gevolgen.’
Geen simpele kwestie
Vaak wordt gedacht dat het stichten van een gezin, of zorgtaken, het belangrijkste obstakel is voor vrouwen om langdurig carrière te maken. ‘Veelal wordt verwacht dat de vrouw in een relatie de zorg voor de kinderen op zich neemt’, zegt Beekman. ‘Mannen die voor de economische emancipatie van de vrouw zijn en hun partner graag zien werken om te helpen met het inkomen, verwachten wel dat zij de volledige zorg en opvoeding regelen. Dat kan extra druk met zich meebrengen.’
Toch vond Beekman ook andere factoren. ‘Ik kwam erachter dat de dynamiek binnen het directe team op de werkvloer vaak een belangrijke invloed heeft op de beslissing voor vrouwen om wel of niet hun eigen carrière op te geven’, legt ze uit. ‘De komst van een kind of andere situaties in de persoonlijke sfeer spelen wel een rol maar zijn niet per se doorslaggevend. Zolang de algehele werkervaring voldoening geeft, zijn vrouwen geneigd hard door te werken ondanks overbelasting op het werk en thuis.’
Niet alleen formeel beleid
Vaak helpt een luisterend oor van een leidinggevende of collega een vrouw door moeilijke periodes van fysieke uitputting. ‘Pas wanneer interacties met medewerkers en directe leidinggevenden als negatief worden ervaren, of het werk zelf niet stimulerend genoeg meer is, beginnen vrouwen te twijfelen of het najagen van een carrière ten koste van andere aspecten in het leven het wel waard is.’ Een competitieve of polariserende werksfeer is dus funest, net als de aannames van autoriteitsfiguren over iemands geschiktheid voor leiderschap en het gebrek aan diverse vrouwelijke rolmodellen in de toplaag van een organisatie.
Al deze factoren beperken de keuzevrijheden voor een vrouw om een ander pad te bewandelen. ‘Om de situatie van jongere generaties werknemers met andere werknormen en waarden te verbeteren moet er dus niet alleen formeel beleid worden gemaakt, maar moet er ook serieus aan zulke subtielere barrières gewerkt worden.’