Universiteit Leiden

nl en

Leidse wetenschappers duiden verkiezingen in online sessie

Tijdens de online paneldiscussie ‘Het spel en de macht’ op 9 maart bespraken zes leden van het Leidse Centrum voor Nederlandse Politiek en Bestuur de trends van de huidige en voorgaande Tweede Kamerverkiezingen. Wordt het nog spannend, deze campagne? ‘Waarschijnlijk gaat Baudet nog wel iets doen.’

Het kan moeilijk zijn om een duidelijk beeld te krijgen van de verkiezingsstrijd, onder meer door campagne op afstand en het grote aantal nieuwe partijen. Gelukkig konden ruim zestig deelnemers tijdens een online sessie profiteren van de inzichten van wetenschappers van het Centrum voor Nederlandse Politiek en Bestuur. Onder voorzitterschap van universitair hoofddocent Politicologie Tom Louwerse gaven Jaap de Jong (hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media), Wimar Bolhuis (universitair docent Economie), Maartje Janse (universitair hoofddocent Geschiedenis), Marijn Nagtzaam (onderzoeker Politieke Wetenschap) en Simon Otjes (universitair docent Nederlandse politiek) korte presentaties over diverse thema’s rondom de verkiezingen. Het publiek was vervolgens in de gelegenheid om vragen te stellen. Wat werd er zoal besproken?

Taalgebruik

Jaap de Jong trapte af met een korte bespiegeling op politiek taalgebruik en de verkiezingstoespraken tot nu toe. Hij constateerde onder meer dat, waar in het verleden campagnes werden gevoerd met een veelvoud aan toespraken, Mark Rutte genoeg had aan twee grote coronatoespraken en diverse persconferenties om op kop te komen in de peilingen.

Vraag uit het publiek: zijn er tot nu toe campagne- of retorische strategieën gebruikt door andere partijen die averechts lijken te werken?
De Jong: ‘De meeste partijen richten hun pijlen op Rutte, maar lijken hem tegelijkertijd niet te hard aan te willen vallen. Dat kan schadelijk zijn voor eventuele formatiebesprekingen. Jesse Klaver noemde helemaal in het begin van de campagne Rutte een “leugenaar”, maar heeft dat vervolgens niet meer herhaald. Misschien zeggen ze achteraf: waren we maar feller geweest.’

Doorrekeningen

Nederlandse traditie, vertelde Wimar Bolhuis. Een belangrijke trendbreuk tijdens deze verkiezingen is dat alle partijen, ook traditioneel behoudender partijen als de VVD en SGP, in hun programma voor een sterke overheid zijn waar meer geld wordt uitgegeven aan ambtenaren en uitvoering.

Vraag uit het publiek: hoe werkt de praktijk van het doorrekenen nu precies? Vroeger wilde het CPB alleen de definitieve programma’s doorrekenen, is dat nog steeds zo?
Bolhuis: ‘Vanaf 1994 wordt het programma vastgesteld op het partijcongres, waarna het CPB begint met het doorrekenen van een groot Excel-sheet aan maatregelen. Het komt dan ook geregeld voor dat er een verschil is tussen wat er is vastgesteld op het congres en wat er uiteindelijk in het doorgerekende programma komt te staan. Als die verschillen worden opgemerkt, leidt dat vaak tot problemen voor de partij. Bijvoorbeeld omdat ze opeens toch de AOW-leeftijd bleken te verhogen. Dit keer is er discussie over of de WW-duur van Wopke Hoekstra in het programma stond of niet. Hij stond in elk geval wel in de doorrekening.’

Protest en politiek

Maartje Janse nam de toehoorders mee in een kort historisch overzicht van protestbewegingen en hun invloed op de politiek. ‘In de eerste helft van de negentiende eeuw werden protesterende burgers altijd stil rondom verkiezingstijd – anders zou hun protest als een soort partijpolitiek worden opgevat, wat in die tijd een ernstige beschuldiging was.’ Tegenwoordig wordt er natuurlijk veel meer geprotesteerd, zeker de afgelopen jaren. Dat protest heeft wisselend succes gehad. Het klimaat is een prominent thema in deze campagne, maar voor racisme of Black Lives Matter geldt dat minder.

Vraag uit het publiek: zijn er in het verleden politieke partijen ontstaan uit protestbewegingen, of omarmen bestaande partijen juist protestbewegingen?
Janse: ‘Het gebeurt allebei, er is een continue beweging van thema’s die buiten de Tweede Kamer worden opgeworpen en dan worden overgenomen. Een goed voorbeeld is de Partij voor de Dieren. Ze zijn uitgegroeid tot een kleine maar stabiele machtsfactor in de Nederlandse politiek. Ze hebben bovendien ervoor gezorgd dat de programma’s van andere partijen een stuk groener zijn geworden. Je zou ook kunnen zeggen dat de socialistische partijen zijn ontstaan uit de socialistische beweging. De erfenis van protestbewegingen van vroeger, zoals de vredesbeweging of de anti-kernwapenbeweging, is overgenomen door partijen als GroenLinks.’

Voorkeurstemmen

Marijn Nagtzaam behandelde het gewicht van voorkeurstemmen tijdens de verkiezingen. Hij constateerde dat voorkeursstemmen steeds belangrijker worden, zo willen meer kiezers meer vrouwen in de Tweede Kamer hebben. Daarbij is het van belang om strategisch te stemmen: het is slim om een vrouwelijke kandidaat te kiezen die wat lager op de lijst staat. Vrouwen die hoger op de lijst staan, krijgen immers ‘vanzelf’ al een zetel.

Vraag uit het publiek: er wordt nagedacht over een systeem waarbij burgers alleen op een partij stemmen in plaats van personen. Wat vind je daarvan?
Nagtzaam: ‘Dat lijkt mij een heel goed idee, omdat het kiesstelsel daardoor transparanter wordt. Een deel van de mensen die een voorkeurstem uitbrengt, doet dat omdat ze niet op de lijsttrekker willen stemmen. Ze stemmen dan op een willekeurige andere kandidaat, wat eigenlijk een soort “ruis” oplevert in de uitslag van voorkeursstemmen.’

Nieuwe politieke partijen

Simon Otjes analyseerde de drijfveren van de oprichting van nieuwe politieke partijen. ‘Er bestaan percepties dat veel partijen naar links of rechts zijn opgeschoven’, vertelde hij. ‘Daardoor menen burgers een “gat” op links of rechts te zien wat volgens hen moet worden opgevuld, en richten ze een nieuwe partij op.’

Vraag uit het publiek: er zijn veel nieuwe partijen opgericht die geen kans hebben om in het parlement te komen. Hebben mensen partijen opgericht uit corona-verveling?
Otjes:  ‘Dat denk ik niet. Om een partij op te richten moet je handtekeningen verzamelen, en dat werd door corona juist lastiger. Die kleine nieuwe partijen zijn overigens niet kansloos. Ik denk bijvoorbeeld dat BIJ1 wel degelijk een kans maakt om een zetel te halen, omdat deze partij migranten aanspreekt. En migranten zijn nog niet goed vertegenwoordigd in de peilingen.’

Tot slot keek het panel vooruit naar de komende dagen: gaat er nog iets veranderen? Jaap de Jong: ‘Het valt te verwachten dat Baudet nog iets gaat doen. Hij lijkt te radicaliseren, dus misschien doet hij nog een wilde uitspraak.’ Simon Otjes is vooral benieuwd naar de strijd op links. ‘Hier zie je nog de meeste zwevende kiezers, die bijvoorbeeld twijfelen tussen PvdA, SP, D66 of GroenLinks. Gaat een van de partijen nog zeggen: onze kandidaat is hét alternatief voor Rutte? Kaag lijkt een beetje op te schuiven in de peilingen, misschien komen de andere linkse partijen daardoor ook in actie.’

Op 18 maart, de dag na de verkiezingsuitslag, houdt het CNPB een tweede online sessie. Iedereen kan zich hiervoor aanmelden.

Over het CNPB

Het Centrum voor Nederlandse Politiek en Bestuur (CNPB) van de Universiteit Leiden verenigt wetenschappers die actief zijn in academisch onderwijs en onderzoek naar het openbaar bestuur en politiek in Nederland, zowel op landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau, binnen en buiten het parlement.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.