Antoaneta Dimitrova in Trouw over Europa en Oostelijke grenslanden
Antoaneta Dimitrova, Hoogleraar Comparative Governance, analyseerde als coördinator van het drie jaar durende internationale onderzoeksproject EU-Strat de relatie tussen de EU en de landen van het Oostelijk Partnerschap en deelde haar expertise over dit onderwerp in een artikel in Trouw.
Via een videoverbinding ontmoeten Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan elkaar en de Europese regeringsleiders. Tijdens deze ontmoeting praten ze over het nabuurschapsbeleid van de Europese Unie, een manier om de oostelijke grenslanden verder te integreren. Alleen ‘buitenbeentje’ Aleksandr Loekasjenko, de president van Wit-Rusland, lijkt niet persoonlijk aan te schuiven. Hij stuurt waarschijnlijk een van zijn ministers.
De ontmoeting tussen de EU-vertegenwoordigers en de zes oostelijke buurlanden zal in het teken staan van de Covidcrisis, maar ook vormt de bijeenkomst de aftrap van een discussie over de toekomst van het zogeheten Oostelijk Partnerschapprogramma. Begin volgend jaar, als de buren elkaar weer in levenden lijve hopen te kunnen ontmoeten, worden afspraken gemaakt over hoe dat programma het komende decennium vorm moet krijgen.
Het partnerschap van de EU met haar buren begon in 2009. Voor onder andere de landen; Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Georgië, Armenië en Azerbeidzjan, lag dit lidmaatschap van de Europese Unie niet voor de hand, maar de EU wilde hen wel dichterbij trekken. Door middel van nauwere samenwerking moesten democratie en rechtstaat versterkt worden, om zo de stabiliteit en handel te bevorderen.
Een decennium na de inwerkingtreding van het nabuurschapsbeleid is er bij de oosterburen van de Europese Unie veel veranderd. Van stabiliteit is echter nog geen sprake: Rusland ziet de samenwerking in toenemende mate als bemoeienis met de eigen invloedssfeer – met het gewapende conflict in Oost-Oekraïne als indirect gevolg.
Oostelijk partnerschap
Prof. dr. Antoaneta Dimitrova beschrijft het Oostelijk partnerschap als volgt: 'Stel, je woont in een prachtig huis met een grote tuin waar je vrij bent om te doen wat je wilt. Maar twee huizen verderop zijn allerlei problemen: er is ruzie en de kinderen daar mogen niet met jouw kinderen spelen. Als het nabuurschapsbeleid helpt om de tuin daar net zo mooi te maken, dan hebben we het met z’n allen beter.'
‘We moeten af van de utopie dat de EU die landen in een democratie kan omtoveren’
Daarnaast geeft Dimitrova in het artikel haar mening over het feit dat de EU niet elk land kan omtoveren naar een democratie. 'We moeten af van de utopie dat de EU die landen in een democratie kan omtoveren. Verandering is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de Moldaviërs zelf. Europa kan wel helpen. Tien jaar geleden stond Moldavië bekend om mensenhandel en orgaanhandel. Zonder samenwerking was het land in elkaar geklapt. Afgelopen jaar is Plahotniuc het land ontvlucht: als de bewoners iemand anders aan de macht willen, is dat dus mogelijk.'
Succes in Oekraïne
Ook stipt Dimitrova het onderwerp van mogelijk succes in Oekraïne aan. Volgens haar heeft de Oekraïense handel de afgelopen drie jaar een volledige ommezwaai gemaakt van Rusland naar de EU. 'Niemand had gedacht dat dat mogelijk was. Momenteel werkt de EU aan een innovatieve manier om het bestuurlijk apparaat daar te hervormen: zo worden jonge, hoogopgeleide mensen uitgenodigd om bij ministeries te gaan werken; de EU draagt bij aan een marktconform salaris. Achter de schermen hameren Europese ambassadeurs er voortdurend op dat financiële steun onder strikte voorwaarden wordt verstrekt. De strijd tussen jonge politici en de oude, corrupte macht is nog elke dag gaande; het is maar de vraag wie er winnen zal.'
Lees volledige artikel over hoe Dimitrova kijkt naar de onderwerpen van ‘het eens worden met Rusland’ en de ‘waarde van het Oostelijk partnerschap’, op de website van Trouw.
Het onderzoek van Prof.dr. Antoaneta Dimitrova heeft zich ontwikkeld rond het thema bestuurs overdracht van de Europese Unie naar kandidaat-lidstaten. Ze onderzoekt de effecten van de bevordering van regels en normen met betrekking tot democratie, hervorming van het openbaar bestuur of specifiek beleid van de EU, het IMF of andere internationale organisaties.