Andreas Greven is de Kloostermanhoogleraar 2020
De Duitse wiskundige Andreas Greven is de Kloostermanhoogleraar 2020 aan het Mathematisch Instituut in Leiden. Hij hield de Kloosterman-lezing op 6 februari en zal in de komende weken nog drie verdiepende lezingen geven. ‘Ik kijk echt uit naar deze maand.’
Een langdurige samenwerking
Greven was de ‘Chair of Mathematical Stochastics’ aan de Friedrich-Alexander Universiteit Erlangen-Nürnberg (FAU), maar ging in oktober vorig jaar met pensioen. Hij is echter nog steeds actief als wiskundige. Greven zal in februari de leerstoel van Frank den Hollander in Leiden bekleden als gasthoogleraar. De samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse wiskundige gaat ver terug in de tijd. ‘De afgelopen dertig jaar zijn we elkaars belangrijkste co-auteur geweest. We hebben veel samengewerkt en begeleiden momenteel gezamenlijk de Leidse promovendus Margriet Oomen,’ zegt Greven.
Hoe je stambomen wiskundig kunt beschrijven
In zijn lezingen zal Greven het hebben over de wiskunde van de genealogie - de studie van families en het natrekken van hun afkomst. ‘Het zal gaan over de wiskundige behandeling van genealogieën van willekeurig evoluerende populaties. Als je een populatie hebt, zal het een genealogie hebben - een soort stamboom. Elke twee individuen hebben iedereen hun eigen voorouders en misschien hebben ze zelfs wel een gemeenschappelijke voorouder. Het bestuderen van de structuur van deze genealogieën kan interessant zijn, maar ook uitdagend.’
Naarmate de bevolking zich stochastisch ontwikkelt, bijvoorbeeld omdat het aantal kinderen varieert of delen uitsterven, evolueren de stambomen in de tijd. ‘De stichter blijft, maar wat daarna komt, verandert. Het is interessant om dit te bestuderen, bijvoorbeeld voor een viruspopulatie. In dat geval heb je een ontelbaar aantal individuen, die in de loop van de generaties zeer snel veranderen. Je hebt een wiskundige beschrijving nodig waarin je een oneindig aantal individuen kunt beschrijven. Ik zal uitleggen hoe je dit kunt bestuderen en beschrijven, en hoe je de evoluties van de genealogieën kunt modelleren.’
‘Het is altijd beter om fysiek in dezelfde kamer te zijn en hetzelfde krijtbord te gebruiken. Het maakt de samenwerking intenser en beter.’
Greven is blij om een maand in Leiden te zijn. ‘Twee keer per jaar kom ik hier werken met Frank, maar dat is meestal maar voor een week. Nu kunnen we voor een langere periode samenwerken. Daar kijk ik echt naar uit. En ik praat ook graag met andere leden van het team en werk graag intensief samen met Margriet.’ In dezelfde kamer zijn is echt belangrijk in de wiskunde, zegt hij. ‘Ondanks de mogelijkheden met nieuwe technologieën, zoals Skype, is het altijd beter om fysiek in dezelfde kamer te zijn en hetzelfde krijtbord te gebruiken. Het maakt de samenwerking intenser en beter.’
Kloosterman-stoel
Elk jaar wordt een vooraanstaand wiskundige aangesteld als gasthoogleraar aan het Mathematisch Instituut, meestal voor één of twee maanden. Deze leerstoel is vernoemd naar Hendrik Douwe Kloosterman, geboren op 9 april 1900. Na zijn studie in Leiden, Kopenhagen, Oxford, Göttingen en Hamburg wordt hij in 1930 benoemd tot ‘lector’ in Leiden en in 1947 tot hoogleraar. Hij is vooral bekend om zijn werk in de analytische getaltheorie over wat we nu ‘Kloosterman-sommen’ noemen. Voor meer informatie over de Kloosterman-leerstoel, zie hier.