Universiteit Leiden

nl en

Universiteit Leiden past BSA-regeling eerste studiejaar aan en stopt met experiment tweede studiejaar

De Universiteit Leiden stopt per direct met het experiment bindend studieadvies in het tweede studiejaar (BSA-2). Studenten moesten in BSA-2 binnen twee jaar 90 studiepunten halen, inclusief hun propedeuse.

Reden om hiermee te stoppen is een recente uitspraak van het College van Beroep van het Hoger Onderwijs (CBHO). Daarnaast had de huidige Universiteitsraad bezwaren tegen het experiment. De universiteit wil haar studenten niet in onzekerheid laten. Het BSA voor het eerste studiejaar (BSA-1) blijft wél bestaan, maar die regeling wordt aangepast. De eis dat de propedeuse binnen twee jaar moet worden behaald, vervalt.

BSA-1 en BSA-2

Het BSA in het eerste studiejaar blijft grotendeels overeind: studenten moeten in hun eerste studiejaar minimaal 45 punten halen om de studie van hun keuze te mogen vervolgen aan de Leidse universiteit. Deeltijdstudenten moeten minimaal 30 punten behalen in hun eerste studiejaar. Daarnaast moeten deeltijd- en voltijdstudenten blijven voldoen aan de voor hun bacheloropleiding vastgestelde aanvullende eisen voor het eerste studiejaar, zoals vastgelegd in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling. De eis dat een (voltijd)student aan het einde van het tweede studiejaar ook de propedeuse moet hebben gehaald, vervalt. Het experiment met BSA in het tweede studiejaar vervalt in zijn geheel. Studenten hoeven aan het eind van hun tweede studiejaar dus geen 90 punten meer te halen om door te mogen met hun studie.

Informeren van studenten

Alle studenten die met het experiment BSA in het tweede studiejaar te maken hebben, worden vandaag via de mail over het besluit geïnformeerd. Later deze week krijgen zij ook nog een brief.

Uitspraak CBHO en signaal Universiteitsraad

Het CBHO heeft enkele vergaande uitspraken gedaan in BSA-kwesties. Het rechtscollege stelt – kort samengevat – dat de universiteit in de propedeutische fase slechts éénmaal een bindend studieadvies aan een student mag verstrekken, en dus niet tweemaal. Dat betekent dat de universiteit de BSA-regeling moet aanpassen. Hoewel de reikwijdte van de uitspraak nog niet duidelijk is, wil de universiteit geen nadere rechtspraak afwachten. De universiteit wil haar zittende en aankomende studenten meteen al duidelijkheid geven. Daarbij komt dat de Universiteitsraad zijn twijfels heeft over het experiment in het tweede studiejaar. Het college van bestuur wil ook gehoor geven aan dit signaal. De raad ziet vooral veel nadelen, zoals verhoogde werkdruk voor faculteiten, bureaucratisering, en een toename van stress bij studenten. Het college van bestuur heeft daarom besloten onmiddellijk te stoppen met het experiment voor het tweede studiejaar.

Deelname aan het experiment

Het BSA-1 bestaat in Leiden sinds 1997. De regeling is zowel bedoeld om studenten snel op de juiste plek te krijgen, als om hen aan te sporen hun studie vanaf het begin serieus op te pakken en op tijd te studeren. De proef met BSA-2 is een experiment en deelname van de universiteit aan dit experiment zou tot 2018 duren, volgens de afspraak met minister Bussemaker van OCW, en zou daarna in de Tweede Kamer worden geëvalueerd. Het experiment paste voor de universiteit in de tussen OCW en universiteiten gemaakte prestatieafspraken. Hierin vraagt de minister de universiteiten hun studenten op tempo te laten studeren zodat zij binnen 4 jaar hun bachelor halen.

Positieve effecten BSA-2

De universiteit heeft aan het experiment deelgenomen om studenten te helpen om ook in het tweede jaar van hun studie goed te blijven studeren. Hiermee zou in latere studiejaren bovendien meer ruimte ontstaan voor bijvoorbeeld een studieverblijf in het buitenland, een extra minor of extra keuzevakken, of voor extra-curriculaire activiteiten zoals het deelnemen aan het bestuur van een vereniging. Uit een eerste onderzoek van de universiteit lijkt het BSA-2 voor veel studenten inderdaad positief te werken. Het percentage studenten met meer dan 90 studiepunten na twee jaar nam toe en studenten haalden gemiddeld meer studiepunten dan in de oude regeling.

Leids Studiesysteem blijft

Hier zette de universiteit ook iets tegenover. Bij de start van het experiment is met de medezeggenschap afgesproken dat studenten extra begeleiding zouden krijgen bij de voortgang van hun studie. Zo zijn er nu meer onderwijsuren,  mentoraatsgroepen en studievoortgangsgesprekken, en maken studenten in hun tweede jaar met de studiebegeleider een studieplan. Deze extra inzet zal de universiteit handhaven, ook nu de deelname aan het experiment is gestopt. Het college van bestuur gaat de komende tijd met de medezeggenschap, docenten en studenten en met de faculteitsbesturen in overleg over eventuele aanvullende mogelijkheden om studenten te helpen bij hun studievoortgang na het eerste jaar.

‘We houden op met het experiment’

Rector Carel Stolker over het nu genomen besluit: ‘College van bestuur en faculteiten kunnen niet anders dan gehoor geven aan de uitspraak van het CBHO. We vinden de uitspraak op punten onduidelijk, vooral waar het de gevolgen voor het experiment betreft, maar het laatste wat we willen is onze studenten in onzekerheid laten. Daar komt bij dat onze UR ernstig twijfelt aan het experiment met het BSA-2. Daar luisteren we natuurlijk ook naar. Daarom houden we ermee op. En we gaan de regeling voor BSA-1 aanpassen. We gaan opnieuw met onze docenten en studenten in gesprek om te kijken naar mogelijke alternatieven voor het tweede jaar.’

Bindend Studieadvies (BSA)

De BSA-regeling aan de Leidse universiteit onderscheidt drie groepen studenten: voltijdstudenten, deeltijdstudenten en studenten aan uitzonderingsopleidingen. Eén jaar telt 60 studiepunten, de hele bacheloropleiding dus 180 punten.

In de BSA-regeling moeten voltijdstudenten in het eerste jaar van hun bacheloropleiding tenminste 45 studiepunten halen (BSA-1), 90 studiepunten binnen twee jaar (BSA-2) en de propedeuse binnen twee jaar afronden (BSA-1 en -2). Studenten mochten tot 23 mei 2016 de opleiding alleen vervolgen als ze aan deze eisen zouden voldoen. Opleidingen kunnen daarnaast aanvullende eisen stellen, die zijn vastgelegd in het Onderwijs- en Examenregeling.

Deeltijdstudenten moeten tenminste 30 studiepunten in het eerste jaar halen.

Studenten aan uitzonderingsopleidingen – de zogenaamde unica – doen wel mee aan de BSA-regeling voor het eerste studiejaar (45 studiepunten) maar waren uitgezonderd van de propedeuse-eis en de regeling voor het tweede jaar (het experiment met BSA-2).

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.